1 I I Alleenstaande moeders daarentegen werden in de oudste generatie relatief veel meer aangetroffen in de arbeidende klasse. Daarbij ging bet vooral om ongehuwde moeders. Dergelijke eenouderge zinnen waren een zeldzaamheid bij boeren, voor al door de reeds besproken hogere noodzaak te hertrouwen. Bij de midden- en hogere groepen kwam dit weer meer voor, maar dan wel pas op 15-jarige leeftijd. Hier kwam het vooral voor onder vrouwen die weduwe werden maar niet hertrouwden. In de lagere sociale klasse en bij de boeren ten slotte was in een groter aantal geval len de vader als enige ouder verantwoordelijk voor de opvoeding van kinderen. Een zeer gering percentage kinderen bracht het eer ste levensjaar in afwezigheid van beide ouders door: dat was vooral het geval bij de arbeidende klasse. Na 1900 wordt het in alle groepen nog minder gebruikelijk dan het voor die tijd al was. In de laatste tabel (figuur 10) zijn de gegevens weer gegeven voor de periode 1923-1985. Het betreft hier nationale cijfers. We zien dat vanaf de geboortegeneratie 1923 nu juist in de groepen met de hogere onderwijsniveaus, dat zijn in het algemeen de hogere en middenklasse, minder kinderen in intacte families opgroeien dan in groepen met een lager onderwijsniveau. Dat was in de negentiende eeuw duidelijk anders. Bovendien is in meer recente generaties in de hogere klasse het percentage complete gezinnen gestegen, terwijl in de lagere klasse het percenta ge is gedaald. Slot Ondanks alle geweeklaag over het moderne gezin blijkt het nog steeds een wonder van stabiliteit te zijn. We zien wel tendenties in de richting van een toename van het aandeel kinderen dat in een gebroken gezin opgroeit en/of dat met een stief vader of stiefmoeder leeft, maar de situatie is desondanks nog steeds niet vergelijkbaar met die in het midden van de negentiende eeuw. Het aantal kinderen dat zonder beide biologische ouders opgroeit, is nog altijd verwaarloosbaar klein. Het enig werkelijk nieuwe is het grotere percentage kinderen dat met moeder en stiefva der opgroeit. Veel minder aandacht hebben we besteed aan de overige personen die in het huis houden waren opgenomen: broers en zusjes, ver der verwijderde familieleden, buitenstaanders als rWN Het gezin van J. Koole, wonende aan de Zuidbeekseweg te Koudekerke, ca. 1920. Genealogisch Centrum Zeeland, fotocollectie. 42 Opgroeien in Zeeland

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2006 | | pagina 43