Zeeuwse index op de huwelijksakten, zijn een welkome aanvulling op de beroepstellingen. Ze lijden minder aan de wisselende mate van onder registratie en zijn in beginsel voor elke plaats voor elk jaar aanwezig. Huwelijksakten bevatten bovendien nog gegevens over andere personen in de omgeving van de vrouwen: hun echtgenoot, (schoon)ouders, en de vrienden, bekenden en ver wanten die als getuige optreden. De meest voorkomende beroepen van Zeeuwse brui den zijn die van dienstbode en landarbeidster. Van alle vrouwen met een beroepsvermelding werkt ongeveer de helft als dienstbode of boe renmeid en krap een derde als landarbeidster of als arbeidster zonder nadere aanduiding, betgeen op het platteland toch wel vaak landarbeidster betekent. De gegevens laten zien hoe betrekkelijk klein de wereld van het werk was voor vrouwen tot in de vorige eeuw. Ze laten ook zien in welke mate hun moeders op het moment van het huwelijk van hun dochter ook een beroep uit oefenen, en zo ja welk. Daarmee is ook iets gezegd over de mate van intergenerationele beroepsmobiliteit van vrouwen. Onderzoek hier naar is echter moeilijker dan voor mannen, vooral omdat meer dan bij mannen, bij vrouwen beroe pen aan een levensfase zijn gekoppeld. Dienstbode is men in de regel tot het huwelijk, en daarna niet meer. Moeders oefenen minder vaak dan vaders een beroep uit bij het huwelijk van hun kinderen, en als ze toch een beroep uitoefenen, dan is dat vaker dan bij de vaders een ander beroep dan dat van hun kind. De analyses van de beroepen van vrouwen in de huwelijksakten laten al wel zien dat de mate van welstand van het gezin een belangrijke bepalende factor is voor het al dan niet werken van de vrouwen. De Zeeuwse index op de huwelijksakten biedt nog veel meer mogelijkheden voor onderzoek naar de arbeidsmarktpositie van vrouwen in de negen tiende eeuw. Men kan bijvoorbeeld nagaan in hoeverre het beroep van de vader invloed heeft op dat van de dochter. Het is ook mogelijk om beroepen van huwende mannen nader te vergelij ken met die van huwende vrouwen, bijvoorbeeld door de mate van segregatie op de arbeidsmarkt naar sekse te bestuderen. Welk werk is voorbe houden aan mannen, welk aan vrouwen, welk aan beiden, en verandert dit in de loop van de tijd? Een combinatie van huwelijksakten met andere demografische bronnen - zoals de Historische Steekproef Nederlandse bevolking (hsn) die verza melt - kan complete levenslopen van vrouwen reconstrueren, en ook bijvoorbeeld nagaan welk beroep de moeders bij hun huwelijk uitoefenen, in vergelijking met het beroep bij het huwelijk van hun dochters. Zo'n combinatie van demogra fische bronnen is met het onderzoek van Hilde Bras al bijeengebracht voor dienstboden, maar het kan ook voor andere vrouwen. Dat leert ons bijvoorbeeld dat wie veel zussen heeft eerder uit dienen gaat, dan wie enig kind is, zoals ook een in Serooskerke geboren vrouw in een interview verklaart: 'Maar ieder natuurlijk was werkkracht, ieder kind, en dan kon m'n zuster geld gaan ver dienen, die kon in betrekking, als m'n andere zuster thuis was, want moeder had die eigenlijk ook nodig'.24 De levensloop van vrouwen kan nog beter worden beschreven als ook andere bronnen zoals patent registers, bedelingsboeken, interviews waar het de twintigste eeuw betreft, dagboeken en andere egodocumenten in het onderzoek worden betrok ken.25 Dat kon in dit artikel niet systematisch gebeuren, maar er is wel gepoogd een breder beeld van de arbeidzame levens van moeders en dochters te schetsen in twee beroepsgroepen - dienstboden en landarbeidsters - op basis van de bestaande literatuur. Verder kan de tijdshorizon worden verbreed. Dat is om twee redenen interes sant. Om te beginnen lijkt er in de negentiende eeuw relatief weinig te veranderen, althans in Zeeland, zowel in de omvang van de wereld van het werk van vrouwen als in de soort beroepen. Voor de grote veranderingen moet men dus later zijn. Daarnaast bieden de gegevens uit de vroege negentiende eeuw een mogelijkheid om, mits de nodige voorzichtigheid in acht wordt genomen, een blik te werpen op de situatie in een vroeger tijdvak. Het tijdvak van de moderne bevolkings administratie begint in Nederland immers een halve eeuw voordat de vroegmoderne tijd eindigt, en dat schept mogelijkheden voor een 'sociale terugprojectie'. Met dank aan het Zeeuws Archief voor het beschikbaar stel len van het digitale bestand huwelijksakten Burgerlijke Stand. Werkende vrouwen 57

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2006 | | pagina 58