■M/y vau de -maand des jaars een duizend acht honderd negen en zeventig, zijn voor mij z Z/Zyzy//: z Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van de gemeenteZzZZ&Z.provincie Zeeland, in het openbaar in het gemeentehuis verschenen sf/za-MMfS/AY/ZZY/Z//SS:. oud A^ZZZ yyz AurzyrzAy.jaren, geboren te ///V Svan beroep<<?z?vizzAtzz&Az z wonende yy/^z-A z zsvZ -ZZzZZyz jarige zoon van cz7ZszzZZ-Si t- -zm z.yzyz JfonnsA/y Z/z>yA zzAyj ZzyzyZyv /yZe A#- n v Z' z rss' z'7, Zy yi 7 fz/'/As Afz-tzrrAë zz/zzzr 'ZZ/Z/z zmzyy, zzr^z-zó^ ter eenre oud ZztZz- zyz Az Z'zzzAz- jaren, geboren te AAzzyZiAzzzZZz? z? Avan Wnpp nz Z wonende teZ^zzéZ, zzy/z? z-Azz/ny/ //A's zysA A/ZZ'izAyyzzz/zy/r/z/ZzAyA/yy-yy - 7 /M.Z z Z& z jarige dochter van fzz-z z Paz? Az/ zz/zz Az //z /2z /zAz/t/y-yA/z? z~Az- A S's/z ter andere zijde welke mij verzocht hebben, tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk over te gaan. Vervolgens door mij gelet zijnde Z^fe/A zz/zzz ZzzPzy sA z z. z/z/zzz szzz-Az/ ~z-A - zzyAAz C/¥/Z>/ V Neellje Grootemaat trouwde te Goes op 8 mei 1879 met Johannes Maartense. Zij en haar moeder, Tannetje Hollestelle, waren werkzaam als dienstbode. Zeeuws Archief, Burgerlijke Stand Goes, huwelijksregister 1879. Noten 1 Graag danken wij Marjolein van Dekken, Danielle van den Heuvel, Elise Nederveen Meerkerk, Ariadne Schmidt, Evelien Walhout en de redactie van dit tijdschrift voor commentaar op een eerdere versie van dit artikel. 2 Het navolgende is, tenzij anders aangegeven, ontleend aan Leeuwen, Marco H.D. van, De eenheidsstaat: onderlin- ges, armenzorg en commerciële verzekeraars 1800-1890. Amsterdam 2000, pp. 210-213, alwaar een uitvoerige bronvermelding. Over Zeeuwse landarbeidsters handelt Jansen, M., "'Ik was niet de enige vrouw". Zeeuwse landar beidsters in de tweede helft van de negentiende eeuw'. In: F. Backerra et al., Vrouwen van het land. Anderhalve eeuw plattelandsvrouwen in Nederland. Zutphen 1989, pp. 15-27. 3 Cruyningen, P. van, 'Vrouwenarbeid in de Zeeuwse land bouw in de achttiende eeuw'. In: A. Schmidt (red.), T-SEG. Themanummer Vrouwenarbeid in de vroegmoderne tijd 2 (2005), pp. 43-59. 4 Slager, K., Landarbeiders, Verhalen om te onthouden. Nijmegen 1981, pp. 74, 90, 109. 5 ld., p. 50. 6 ld„ pp. 141-151. 7 Pol, L. van der, Het Amsterdams hoerdom. Prostitutie in de zeventiende en achttiende eeuw. Amsterdam 1996; zie ook Borg, H.A. van den, Vroedvrouwen: beeld en beroep. Ontwikkelingen in het vroedvrouwschap in Leiden, Arnhem, 's-Hertogenbosch en Leeuwarden 1650-1865. Amsterdam/ Wageningen 1992; Jongejan, M., 'Dienstboden in de Zeeuwse steden, 1650-1800'. Spiegel Historiael 19 (1984), pp. 214-221; Panhuysen, B., Maatwerk. Kleermakers, naaisters, oudkleerkopers en de gilden (1500-1800). Amsterdam 2000. 8 Maar zie Federspiel, Ruth, Soziale Mobiliteit im Berlin des zwanzigsten Jahrhunderts. Frauen und Manner in Berlin- Neukölln 1905-1957. Berlin 1999 en Motte C. en J.-P. Pélissier, 'La binette, l'aguille et Ie plumeau: les mondes du travail feminin'. In: J. Dupaquier en D. Kessler, Lasocié- téfrancaise au xixesiècle. Parijs 1992, pp. 237-342. Enige aandacht voor de overerving van beroepen van moeders op dochters is er bij Van den Borg, (noot 7); Schmidt, A., Overleven na de dood. Weduwen in Leiden in de Gouden Eeuw. Amsterdam 2001, p. 132 (marktvrouwen die hun 58 Werkende vrouwen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2006 | | pagina 59