eian 15.1 kraam, een begeerd bezit, aan hun dochter overdragen) en 139 (vroedvrouwen die hun ervaring en kennis kunnen overd ragenj. 9 Walhout E. en F. van Poppel, '"De vermelding des beroeps: eene ijdele formaliteit?" Twee eeuwen vrouwelijke beroepsarbeid in Nederlandse huwelijksakten'. Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis 29 (2003), pp. 301-322; zie ook de Duitse en Franse studies, noot 8. 10 Zie bijvoorbeeld Bras H. en J. Kok, "'They live in indifferen ce together": Marriage Mobility in Zeeland, The Netherlands, 1796-1922'. International Review for Social History 2005. Themanummer Marriage choices and Class Boundaries. Endogamy and Social Class in History, pp. 247-274; Walhout en van Poppel (noot 9). 11 Schilstra, W. N., Vrouwenarbeid in landbouw en industrie in Nederland in de tweede helft van de negentiende eeuw. Nijmegen 1976 (oorspronkelijk Amsterdam 1940), p. 32; Pott-Buter, H.A., Facts and Fairy Tales about Female Labor, Family and Fertility. A seven-country comparison. Amsterdam 1993, pp. 73, 106-107. Zanden, J.L. van, De economische ontwikkeling van de Nederlandse landbouw in de negentiende eeuw 1800-1914. Utrecht 1985, pp. 67- 76 demonstreert de onderregistratie van vrouwen in de landbouw door een vergelijking van de totalen in de beroepstellingen met die volgens de patentregisters. 12 A. Schmidt (red.) (noot 3). 13 Een poging dat te doen voor de sociale structuur is Leeuwen, Marco H.D. van, Bijstand in Amsterdam, ca 1800-1850. Armenzorg als beheersings- en overlevings strategie. Zwolle 1992. 14 Walhout en van Poppel (noot 9), pp. 312-313. 15 Leeuwen, Marco H.D. van, Ineke Maas en Andrew Miles, HISCO. Historical International Standard Classification of Occupations. Leuven 2002 en zie ook de volgende website http://historyofwork.iisg.nl/. 16 Pott-Buter (noot 11), p. 71. Het blijkt ook uit andere bron nen dan huwelijkaktes en volkstellingen, bijvoorbeeld uit de boeken van armenzorginstellingen, zie bijvoorbeeld Van Leeuwen (noot 13), pp. 184-187. 17 Zoals bij de volkstelling van 1849 gebeurt volgens Pott- Buter (noot 11), p. 73. 18 Het onderstaande is gebaseerd op Van Cruyningen (noot 3). 19 Walhout en van Poppel (noot 9), p. 326. 20 Zie noot 4, pp. 33-34. 21 Zie noot 3, pp. 54-56. 22 Het onderstaande is, tenzij anders aangegeven, ontleend aan Van Leeuwen (noot 2), pp. 204-205. De aldaar aange haalde bronnen zijn onder meer Bras, H., 'Wat of een dienstmeid een zwerveling is: geografische en sociale mobiliteit van dienstboden in Zeeland (1830-1930)'. Zeeland. Themanummer Over Zeeuwse mensen. Demografische ontwikkelingen in Zeeland in de negentien de en twintigste eeuw 7/3 (1998), pp. 91-103; passim met citaat Pietje Willems op p. 97; Henkes B. en A. Oosterhof, Kaatje, ben je boven? Leven en werken van dienstbodes 1900-1940. Nijmegen 1985, pp. 41-42, 50 en 90; Poelstra, J., 'Dienstboden tussen arbeiders en burgerstand'. In: Tijdschrift voor Vrouwenstudies 2 (1981), pp. 45-68 en Poelstra, J., Luiden van een andere beweging. Huishoudelijke arbeid in Nederland 1840-1920. Amsterdam 1996, pp. 33-36 en 184; Smissaert, H., De arbeidsovereenkomst der dienstboden. Haarlem 1908, pp. 28-29; Woordenboek der Nederiandsche Taal, p. 594 (cita ten); Drent, A. van en F. de Haan, The rise of caring power. Elizabeth Fry and Josephine Butler in Britain and the Netherlands. Amsterdam 1999, hoofdstuk 6. Zie ook Bras, H., Zeeuwse meiden. Dienen in de levensloop van vrouwen, ca. 1850-1950. Amsterdam 2002. 23 Broom L. en J.H. Smith, 'Bridging occupations'. British Journal of Sociology 14 (1963), pp. 321-334; McBride, T., 'Social mobility for the lower classes: domestic servants in France'. Journal of Social History (1974), pp. 63-78; Bras (noot 22). 24 Bras (noot 22), p. 33. 25 Voorbeelden van het gebruik van egodocumenten bij het beschrijven van levenslopen bieden Maynes, M.J., Taking the hard road. Life course in French and German workers autobiographies in the era of industrialization. Chappel Hill 1995 en Bras (noot 22) voor dienstbodes in Zeeland. Andere Zeeuwse egodocumenten, en wel interviews, zijn te vinden bij het Zeeuws Documentatiecentrum te Middelburg en in verschillende publicaties, met name Slager (noot 4); Slager, K., Zeven Zeeuwse vrouwen:zelf portretten van vrouwen. Goes 1995; Slager, K. en P. de Schipper, Vissers verhalen over hun leven in de Delta. Goes 1990 en Zwemer, J., Een zekel om geit-eten te snieën. De geschiedenis van de landarbeiders op Walcheren 1900- 1940. Middelburg 1987. Bras (noot 22) koppelt HSN-gege- vens over dienstboden en hun werkgevers aan gegevens uit het Kadaster en de patentregisters. Werkende vrouwen 59

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2006 | | pagina 60