van ëen besnijdenis raadt de protestantse kerken raad ten sterkste af. Het is allemaal na te lezen in de kerkelijke archieven. Meerdere malen nemen de burgerlijke autoriteiten de Joodse gemeen schap in bescherming tegen deze aanvallen van kerkelijke zijde. Ondanks deze kerkelijke tegen werking kon in Middelburg omstreeks 1640 toch een bijzondere samenwerking ontstaan tussen de rabbijn Jacob Juda Templo Leon en Adam Boreel, een protestant die behoorde tot de groepering der collegianten. Samen bereidden zij een nieuwe uitgave van de Talmoed voor." Zoals ook enkele jaren later in Amsterdam een samenwerking kon ontstaan tussen Menasse Ben Israël en enkele vooraanstaande protestantse wetenschappers zoals met Caspar Barlaeus en Gerardus Joannes Vossius en zijn zoons. Maar hierbij moeten wij ons wel realiseren dat Adam Boreel niet behoorde tot de officiële protestantse kerk en dat bovengenoemde Amsterdamse chris ten-humanisten, ondanks hun lidmaatschap, soms in botsing kwamen met de kerk. Toch blijkt dat zowel in Amsterdam als in Middelburg goede contacten tussen Joden en christenen mogelijk en zelfs vruchtbaar waren.'' In 1655 kregen de Portugese Joden in Middelburg toestemming een eigen begraafplaats in te rich ten. Op 4 december 1655, nu 350 jaar geleden, werd in de annalen van de Gemeente Middelburg het volgende vastgelegd: 'De selve (de Joodse Natie) wordt gepermitteerd hunne dooden op seker stuktie lands bij een buijten de langeville poort gekogt te begraven, mits geen ceremonien daar omtrent plegende'. Zo staat het genoteerd in het Register te Rade, een register waarin verslag wordt gedaan van de bemoeienissen die de Middelburgse gemeente raad had met de Joodse gemeenschap. De Portugese Joden mochten dan wel een eigen begraafplaats inrichten, maar de autochtone Middelburgers mochten niet worden lastiggeval len met gebruiken zoals die bij een Joodse begrafenis gebruikelijk zijn. Eén van de oudste graven is dat van Samuël Ben Israël, de zoon van Menasse Ben Israël, die hier in november 1657 werd begraven. Beiden hadden in Londen met Cromwell onderhandeld over de toelating van Joden in Engeland. Enkele weken later zou Menasse zelf ook overlijden, hij werd begraven in Afb. 3. Portret door Rembrandt van Menasse Ben Israël, de eerste Joodse boekdrukker in Amsterdam, auteur, uitgever, rabbijn en diplomaat. Uit: De Sjoel van Zeeland. Middelburg 1994, blz. 39. Ouderkerk aan de Amstel. Vijftig jaar later, in 1704, wordt in het gemeentearchief van Middelburg vermeld dat ook de Hoogduitse Joden een begraafplaats in gebruik mogen nemen, en wel aan het Seisbolwerk. Ook werd toestemming verleend een synagoge te bouwen. Deze werd gebouwd in de tuin van de tuin van de familie Levie, woonachtig in het huis 'de Gouden Tafel' in de Sint Janstraat, en was vanaf de straat niet zichtbaar.6 Mogen wij hier misschien uit opmaken dat de synagoge liever niet zichtbaar mocht zijn maar werd gedoogd, zoals heden ten dage onze koffieshops? Evenals beide bovengenoemde begraafplaatsen is de synagoge een erkend rijksmonument. Opvallend is dat bij de bouw, in 1705, gekozen werd voor een bouwstijl die typisch Nederlands genoemd kan worden, zoals ook alle andere synagogen uit onze Gouden Eeuw, zoals die in Den Haag en in Amsterdam, werden gebouwd in de stijl van die tijd. Tot zover de vroege periode. De eeuw van de integratie De negentiende eeuw is ook voot de Zeeuwse Joden de eeuw van de integratie. Joden, die voordien een 'status aparte' hadden, vallen sinds de emancipatie van 1796 onder dezelfde wetten als iedere andere Nederlander. Aanvankelijk ver liep het proces van integratie niet altijd vlekke- 68 300 jaar synagoge Middelburg

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2006 | | pagina 6