drie matrozen die bij hem waren liet geld had gered. Het derde part kwam dus niet aan het scheepsvolk toe.3' Schipper Cornell's Melsen is waarschijnlijk later in 1695 gearriveerd en heeft, doordat hij niet bij Van Hoorn in de jungle was, niets meer aan de verklaringen toe kunnen voegen. In dit geval wist de Assurantie Compagnie het gelijk aan haar zijde. Al sinds 1689 was het onwettig om lorrendraaiers te verzekeren." De Assurantie Compagnie zal zich aan deze zaak waarschijnlijk niet hebben wil len branden en ondanks de berging van een deel van het geld zal de rederij van de Jonge Jan een ferme schadepost hebben overgehou den aan de expeditie. Fraude of een kleine zilverschat? Ontmoedigd door het verloop van de expeditie zijn de Zeeuwse investeerders geenszins geweest. De illegale handel op de Vaste en Wilde kust zou in de komende decennia alleen maar toenemen. Frankrijk was in de jaren tachtig nog de belangrijkste handelsnatie op Spaans Amerika geweest, maar had die rol tij dens de Negenjarige Oorlog al aan de Nederlanders af moeten staan. Een Spaans rapport stelde dat de omvang van de Nederlandse smokkelhandel via Rio de la Hacha en Maracaibo rond de één miljoen pesos (rond de 1,13 miljoen Euro) per jaar bedroeg.33 Ten slotte blijven nog enkele vragen over: hoe kwam Moens van Bloois aan dit relaas en wat is er met het verborgen geld gebeurd? Het nogal wollige negentiende-eeuwse taalgebruik daargelaten komt hij niet tot fantasievolle uit wijdingen. Gezien de aard van de mededelin gen die de chroniqueur ons verstrekt lijkt het logisch dat hij een rapport van de Assurantie kamer van Middelburg heeft ingezien, omdat de uitspraak van deze kamer in zijn verhaal is opgenomen. Bij andere stukken, zoals nota riële aktes, zou dit niet het geval zijn geweest. Een tweede bron zou een civielrechtelijk von nis van deze zaak voor de vierschaar van Vlissingen, Middelburg of het Hof van Zeeland kunnen zijn. Deze archieven bestaan nog en bevatten geen gegevens over de zaak. Wat rest is het verdwenen kleine fortuin van circa 350 zilveren rijksdaalders.34 Het is mogelijk dat Van Hoorn en zijn drie bemanningsleden -of misschien wel één van hen- van de situatie gebruik heeft gemaakt om een van de vaatjes met zilvergeld achter over te drukken en op een later tijdstip op te halen. Misschien is het geld zelfs gewoon meegegaan aan boord van de Sonsbeek en hebben meerdere personen gedeeld in het zil ver. Onaannemelijk lijkt dit niet, omdat de andere vaatjes wel werden gevonden. Rest nog één optie: ergens aan de noordkust van Venezuela ligt nog een schat van 350 zilveren rijksdaalders. Voor de eerlijke vinder: het is geen piratenschat, maar doodgewoon Vlissings smokkelgeld. Noten 1 De Atlantische kust van het huidige Venezuela en Colombia. 2 Alle hier volgende beschrijvingen van de reis van Pieter van Hoorn bevinden zich in A. Moens van Bloois, 'Lotgevallen van eenige Zeeuwsche zeelieden, op eenen togt naar Amerika', in: Zeeuwsche Volks-almanak (1845) 58-73. 3 Ibidem, 60-61. 4 Johan Francke, Utiliteyt voor de gemeene saake. De Zeeuwse commissievaart en haar achterban tijdens de Negenjarige Oorlog, 1688-1697. deel 1, Middelburg, 2001, 1-7. 5 Moens van Bloois, 58-59. 6 Henk den Heijer, 'Zeeuwse smokkelhandel op West-Afrika (1674-1730)', in: Tijdschrift voor Zeegeschiedenis 16/2 (1997) 150 en Ruud Paesie, 'Lorrendraaiers, enterlopers en octrooidieven. De Zeeuwse smokkelhandel op West-Afrika tijdens het zeventiende-eeuwse handelsmonopolie van de Tweede West-Indische Compagnie, 1674-1700', in: Archief 2005) 11-14, 48-59. 7 Gedrukte Notulen Staten van Zeeland, 5 april 1696, p. 109-110. 8 Zeeuws Archief (ZA), Rekenkamer C, inv.nrs. 44880, fol. 220v., 44881, 44890 fol. 211v. en 44891. Terra Neuf is het huidige Newfoundland. Prijzen werden doorgaans door een 'prijsbemanning' naar huis gevaren. Het is dus goed mogelijk dat Melsen met zijn kaperschip later dan novem ber 1696 weer binnenviel in de haven van Vlissingen. De waarde van het Pond Vlaams (EVIs.) bedroeg zes gulden. De totale opbrengst van Melsen beliep omgerekend bijna Eu 2.200. 9 Moens van Bloois, 61. De Jonge Jan op de Venezolaanse kust 123

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2006 | | pagina 21