verwant aan de edele Nicolaas van den Bouchorst, een vertrouweling van Prins Maurits.10 Het huwelijk moet in meerdere opzichten opmer kelijk geweest zijn. Het doet bijna denken aan een sprookje: een prins uit een ver, oosters land verandert van geloof, wordt verliefd op een Sluise jongedame en ze huwen met elkaar (andere - minder sprookjesachtige - scenario's, bijvoorbeeld een gedwongen huwelijk, mogen we overigens niet uitsluiten). Helaas is na hun ondertrouw verder niets over hen bekend, ook niet of zij "lang en gelukkig" verder leefden, en zelfs niet of zij nakomelingen hebben gehad. Bovendien klinkt dit alles misschien wel een beetje té sprookjesachtig. Want het zou ook zomaar kunnen dat Henry Sjerif zich alleen maar voor een prins uitgegeven heeft - er zijn immers meer voorbeelden geweest van "vorstelijke oplichters". Maar als Henry Cherif inderdaad een Marokkaanse prins is geweest, moeten hij en zijn Trijntje één van de eerste "multiculturele" echtparen in Nederland geweest zijn. Er is alleen nog een allerlaatste feitje van Henry Cherif bekend. Hij kreeg van de Staten- Generaal ruim een maand na zijn huwelijk, op 15 juni 1604, voor een laatste maal een bedrag van f 6,— om naar het leger te vertrek ken." Naar welke locatie zegt het besluit niet, maar er is een goede kandidaat: Sluis. Een belangrijk deel van de troepenmacht van de Republiek was in die periode juist daar gele gerd te velde. Bovendien hadden de Staten- Generaal Henry Cherif toegevoegd aan de rui terij van Frederik Hendrik, die zijn broer Maurits die zomer assisteerde bij het beleg van Sluis. Het is dus niet onmogelijk dat de (al dan niet vermeende) prins van Marokko in het leger van de prins van Nassau meegeholpen heeft aan de verovering van Sluis - de geboor testad van zijn vrouw en, zoals we hieronder nog zullen zien, de kerker en het graf van vele van zijn landgenoten.'2 "Turkse" galeislaven in Sluis Op het einde van de 16' eeuw werd Sluis door de Spanjaarden gebruikt als uitvalsbasis tegen Zeeuwse en Hollandse vissersschepen, vracht vaarders en oorlogsbodems op de Wester- schelde en voor de Vlaamse kust. Be Spaans- Italiaanse admiraal Frederico Spinola had daar toe in 1599 een vloot van zes galeien verza meld, die veel schade veroorzaakte aan de Hollands-Zeeuwse scheepvaart. In 1602 wer den de "galeras de Flandes" uitgebreid met nog eens twee galeien. Aanvankelijk hadden de Spanjaarden een veel grotere uitbreiding gewenst, maar acht galeien werden in Portugal of het Kanaal verbrand, overvaren, liepen op zandbanken of waren anderszins niet in staat om Sluis te bereiken." De galeien werden bemand door slaven en krijgsgevangenen.1'' Een minderheid van de roeiers, Zeeuwen en Hollanders, kwam uit de Republiek. De Spanjaarden die tijdens acties in Portugal, in het Kanaal of elders door de Staatsen gevan gen waren genomen dienden als onderpand 'tegen de gevangenen [afkomstig uit] deser [Staatse] landen, sittende opte galleyen tot Sluys'." De meeste roeiers waren echter gevan gen genomen in de oorlogen van Spanje en zijn bondgenoten in het Middellandse Zeegebied - zij werden "Turken" genoemd. Een groot aantal van hen kwam uit Barbarije en was dus Noord-Afrikaans. In de correspon dentie tussen het Staatse en Spaanse bestuur over de uitwisseling van gevangenen komen zij niet voor. Hun lot liet de Staten-Generaal met andere woorden koud." Afbeelding' 3 Kaart van het beleg van Sluis in 1604 door Jan Jansz.Orlers, 1610 (Gemeentearchief Sluis) Uit: A.R.Bauwens, e.a. (red.), Niemandsland in Staats verband. West-Zeeuws-Vlaanderen ten tijde van de Republiek en daarna, (Aardenburgj 2004, 62 Relaties met de Turks-Arabische wereld 133

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2006 | | pagina 31