Mil*
15.3
leven met "zeesla", planten van de schorren
even buiten Sluis, en leer van 'oude schoenen,
leersen, parckement gesoden'.21
In de tweede week van augustus, na een beleg
van drie maanden, zagen de gouverneur en
bevelhebber van Sluis, Mateo Serrano en
Aurelio Spinola, zich gedwongen zich over te
geven. Aan de overgave gingen intensieve
onderhandelingen vooraf, waaraan zowel prins
Maurits als raadspensionaris Johan van
Oldenbarneveld persoonlijk deelnamen. Ook de
kwestie van de gevangenen kwam daarbij aan
de orde. Vanaf het begin van de onderhande
lingen stelden beiden dat alle gevangenen in
vrijheid moesten worden gesteld. Dezen had
den daarna de vrije keus tussen of in Sluis te
blijven of het Spaanse garnizoen te volgen
naar Damme. Volgens de pro-Staatse chroni
queur Broer Jansz maakten de Spanjaarden
hier bezwaar tegen. Volgens hen waren 400
slaven indertijd met geld gekocht en derhalve
eigendom van koning Filips 111. Maurits,
Oldenbarneveld en de Staten-Generaal waren
echter niet te vermurwen.22
Op 19 augustus gaf Sluis zich over. Maurits trof
bij zijn intrede in de stad vele galeislaven aan.
Door het beleg, de honger, dorst en miserabele
leefomstandigheden waren ze er ellendig aan
toe. Conform artikel 4 van het capitulatiever
drag lieten de Spanjaarden hen allen vrij.
Slechts enkelen trokken met het Spaanse gar
nizoen mee dat, bijna 3.500 man groot, naar
Damme afmarcheerde.22
Met was in die jaren ongebruikelijk om buiten
landse gevangen vrij te laten zonder losgeld te
vragen van het land of de stad van herkomst.
De reden waarom Maurits, Oldenbarneveld en
de Staten-Generaal de "Sluise" slaven toch
ongehinderd lieten gaan had niet zozeer met
medemenselijkheid als wel met commerciële,
politieke en militaire belangen te maken. Het
aantal Nederlandse schepen in het Middel
landse Zeegebied was tegen het einde van de
16' eeuw gestaag toegenomen, maar daarmee
ook de confrontaties met de Turkse, Noord-
Afrikaanse kapersteden en het aantal Neder
landse gevangenen in Turkse handen. Een
andere overweging was dat de Republiek met
de verovering van Sluis weliswaar een grote
overwinning behaald had, maar dat wilde
allerminst zeggen dat zij militair onbedreigd
was. Ruim een week na de overgave van Sluis,
op 28 augustus, sloten Engeland en Spanje
een vredesverdrag, waarmee de Republiek één
van haar twee belangrijkste bondgenoten ver
loor. Weer een week later bevestigde Spanje
zijn militaire kunnen door Oostende te verove
ren; zijn capabele bevelhebber Spinola bereid
de zich reeds voor op nieuwe acties. De andere
bondgenoot van de Republiek, Frankrijk, toon
de intussen weinig lust tot actieve militaire bij
stand. Voor het eerst sinds decennia stond de
Republiek er de facto dus alleen voor. Mede
om deze economische en staatkundige rede
nen besloten de Staten-Generaal de Sluise ex-
slaven in te zetten om goede sier te maken bij
Turkije, de soeverein van Noord-Afrika en de
machtigste vijand van Spanje. Bij resolutie van
16 oktober 1604 wezen zij 'de Groote Heere
ende Zijne Keys[erlijke] Ma[jestei]t' sultan
Ahmed 1 (1603-1617) er onder andere op dat
zij 'alle zijne ondersaten [onderdanen] die zij
van de Spanignaerden ende derselver galeyen
verovert hebben, van huere slavernij verlost,
vrijdom gegeven ende na[ar] hueren lande
gesonden ende laten gaen hebben'. Sultan
Ahmed 1 schijnt niet direct gereageerd te heb
ben, mogelijk omdat hij in deze tijd te zeer in
beslag was genomen door oorlogen: in het
oosten met Perzië en op de Balkan met
Oostenrijk.24 Een paar jaar later zou een
poging om diplomatiek contact tot stand te
brengen wel slagen, en opnieuw zouden de
Sluise slaven daarin een rol spelen.
Aantal(len)
De voormalige slaven in Sluis werden na hun vrij
lating gevoed en gekleed. Om hoeveel slaven
het ging, is niet met zekerheid bekend. Er
lagen in de Sluise haven ten minste negen en
misschien tien of elf galeien. Een grote galei
had gewoonlijk 27 riemen per zijde met drie
of vier slaven per riem. Dit komt bij negen
galeien neer op tussen de 1521 en 1944 roei
ers en bij elf galeien tussen de 1855 en 2376
roeiers. Het is niet waarschijnlijk dat er ooit
zoveel slaven in Sluis geweest zijn. Uit tekst
bronnen en van afbeeldingen is bekend dat er
te Sluis zowel grote als kleine galeien lagen.25
Op afbeeldingen van de zeeslag van 1603 is
bovendien te zien dat de enkele grote galeien
minder dan 27 riemen per boord telden.26
Relaties met de Turks-Arabische wereld
135