ill 15.3 - c. 160-175 slaven werden in opdracht van de Staten-Generaal naar Marokko en Algiers gebracht; - 200 slaven kregen een Franse pas om op eigen gelegenheid naar Noord-Afrika terug te keren. Ook hier komen we dus op ongeveer 400. Eenzelfde aantal wordt, zij het laat, in 1622, expliciet genoemd door de Staten-Generaal.32 Vergeleken met de 1000 tot 1400-1500 slaven aan het begin van het beleg, houdt dit in dat minder dan de helft of misschien zelfs een derde van de galeislaven het beleg heeft over leefd. En ofschoon we vanwege de vaagheid en subjectiviteit van de bronnen voorzichtig moeten zijn, is één conclusie wel duidelijk; achter deze kille cijfers gaan drie maanden van verschrikkelijk lijden en sterven in Sluis schuil. Herkomst Ook over de vraag waar de slaven vandaan kwa men, spreken de bronnen geen heldere taal. Sommige melden enkele Zeeuwse schippers en Spanjaarden die door de inquisitie wegens ket terij waren veroordeeld.33 De meeste galeislaven waren evenwel van niet-Europese afkomst. Zij worden Turken en Moren genoemd, twee complexe, onduidelijk afgebakende begrippen, waarmee een reeks van mensen kon worden aangeduid. De term Turken was, zoals we gezien hebben, een verzamelnaam voor islamieten tout court. Specifieker kunnen er de inwoners uit het Turks-Osmaanse rijk of gebieden onder Turkse suprematie mee bedoeld zijn, in Noord-Afrika Tunesië, Algerije en in mindere mate Marokko. In al deze gevallen zou het gaan om slaven die door Spanje gevangen waren genomen in het Middellandse Zeegebied. Een latere auteur noemt in dit verband - uiterst speculatief - zelfs de beroemde slag bij Lepanto uit 1571.34 Enkele keren komt in de bronnen de term Moren voor. Ook dit is een moeilijk interpreteerbaar begrip. Sommige auteurs stellen het gelijk aan Marokkanen. Anderen verstaan het ruimer als inwoners van Noord-Afrika - vooral het wes ten, dat wil zeggen Barbarije. Maar er is nog een derde mogelijkheid: met de naam Moren konden ook bewoners van zwart Afrika worden bedoeld.35 Als er onder de galeislaven te Sluis inderdaad zwarte Afrikanen zijn geweest, kunnen zij de Zwinstad in principe op drie manieren hebben bereikt: Zij kunnen samen met hun Arabische meesters gevangen zijn genomen door de Portugezen of Spanjaarden in het Middellandse Zeegebied of ten zuidwes ten van de Straat van Gibraltar. Ze konden door Portugese of Spaanse kooplui gekocht zijn van Noord-Afrikaanse slavenhandelaars. Of ze waren door de Portugese of Spaanse han delaars zelf uit westelijk Afrika gehaald (de kuststreek tussen grofweg Senegal en Angola). Geen van deze mogelijkheden mogen we uil sluiten, maar al te stellig mogen we vanwege de genoemde vaagheid van de bronnen ook niet zijn. Bij zwarte slaven behoeft men overi gens niet alleen te denken aan moslims, het kon ook gaan om christenslaven. Het was (in ieder geval bij de Portugezen) namelijk gebruik om gevangenen te dopen, bij inscheping of onderweg aan boord.36 Terugkeer van de "Franse groep" Het verloop van de terugkeer van de slaven kun nen we in hoofdlijnen reconstrueren. Zoals gezegd gingen enkelen met de Spanjaarden naar Damme. Tweehonderd van hen kregen, vermoedelijk niet lang na hun vrijlating, van de Staten-Generaal een Franse pas om op eigen gelegenheid naar huis terug te keren. Hun doel was één van de Zuid-Franse havens om van daaruit naar Noord-Afrika over te ste ken. Hoe ze Zuid-Frankrijk bereikten, over land of met behulp van Franse schepen, weten we niet. Wat we wel weten is dat de groep in Marseille opnieuw 'van den gouverneur gevanghen genomen en op de galeyen geset' werden. Zoals valt te begrijpen leidde deze handelwijze tot verontwaardigde reacties aan de andere kant van de Middellandse Zee, tot anti-Franse acties, raids van kapers en bijge volg tot de gevangenname van vele Europese zeelieden. Van Meteren deelt mee dat een gezant van de sultan in lstanboel 'aen den [Franse] koningh bekl[a]eght hadde, en belofte gekregen [had] van verlossinghe'. De opgevoerde kaapvaartacties leidden tot inten sief diplomatiek contact tussen Turkije en Frankrijk. Uiteindelijk werd een akkoord bereikt waarna de Fransen de galeislaven vrijlieten en de Turkse Noord-Afrikanen hun acties vermin- Relaties met de Turks-Arabische wereld 137

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2006 | | pagina 35