Zeeuws Genootschap der Wetenschappen. Zelandia lllustrata III nr. 110 - nr. 112, bijvoorbeeld bij Groenveld, 20-21 27 Ibidem, 18. 28 Enkele contemporaine bronnen over aantallen en her komst van de slaven (achtereenvolgens: datum, aantal, omschrijving, herkomst, primaire en secundaire bron): - aanvang beleg/18 mei 1604: meer dan 1400 slaven, bestaande uit Turkse krijgsgevangenen, Spanjaarden, slachtoffers van de inquisitie en enige Zeeuwse schippers. Broer Jansz (1604) in: De Hullu, 57. - ongedateerd/begin beleg/18 mei 1604 1400 galei slaven. Broer Jansz (1604) in: ibidem, 84. -21 mei 1604:1400 galeislaven. Journaal van Junius, secretaris van Willem-Lodewijk (21 mei 1604) in: G. Groen van Prinsterer, Archives du Correspondence inédite de la Maison d'Orange-Nassau, II, t. ii, Utrecht, 1858, 290. - 31 mei 1604: 1500 galeislaven. Brief Maurits aan Staten-Generaal (mededeling gevluchte slaven) 31 mei 1604 in: De Hullu, 57. - gedurende beleg: 20 mei-20 augustus 1604: 1400 Turken en Moren. H. Grotius, Historiarum lib. XII in: K. Heeringa, Bronnen tot de geschiedenis van den Levantsche handel, I, 1, 's-Gravenhage, 1910, 170-171 nootnr. 4. - 19 augustus 1604: 400 slaven. Broer Jansz (claim van Spaanse onderhandelaars) (1604) in: De Hullu, 84. - 20 augustus 1604: 1400 slaven, meest Turken. E. van Meteren, Historie der Nederlandscher ende haerder na- buerder oorlogen,!, p., 1611, f. 141 in: D. de Vries, Cartografische beeldkroniek van de strijd om Sluis in 1604 in: De Vries, 73. - afloop beleg: eind augustus 1604: 400 Turken en ande ren. Instructie Staten-Generaal aan Cornelis Pijnacker (21 mei 1622) in Heeringa, II, 2, 86. - 1604/1605: Moren. Brief Khalil Pasja aan Maurits en de Staten-Generaal (17 juli 1610) in: Ibidem, I, 2, 180-181. - na beleg, augustus 1604-1605: moezelmannen. Brief Jacob Gijsbrechtsz aan Staten-Generaal (24 augustus 1610) in: Ibidem, I, 2, 179. - ongedateerd (1604/1605): onderdanen van de Turkse sultan. Resolutie Staten van Holland (mei 1611) in: Ibidem, 186 nootnr. 1. - 23 februari 1605: 70-80, waarschijnlijk alleen Moren. Resolutie Staten-Generaal Rijperman, XII, 383-384. - 11 mei 1605: 135 Moren en Turken. Instructie Staten- Generaal aan Pieter Coy (11 mei 1605) in: H. de Castries, Les sources de l'Histoire de Maroc de 1530 a 1845, I, Paris, 1906, 50. - 24 oktober 1605: Algerijnen. Brief Pieter Coy aan Staten-Generaal in: Heeringa, I, 1, 636. Enkele latere geschriften: - eind mei 1604: 1000 slaven (deel van het slavenbe- stand). P. de Broek, 66. - eind mei 1604: c. 1000 Turkse slaven (deel van het sla- venbestand). Meesters, 186. - eind mei 1604: 1000 galeislaven (deel van het slavenbe- stand). Groenveld, 25. - gedurende het beleg, 20 mei-20 augustus 1604: 1400 slaven, meest Turken. Meesters, 188. - eind juli 1604: meer dan 1400 galeislaven. A. Bauwens, D. de Vries, Oorlog in het land van Cadzand. Een stripver haal van Floris Balthasar, [IJzendijke]2004, 17. - 19 augustus 1604: c. 1400 galeislaven. J. de Broek, 197. - 20 augustus 1604: 1400 slaven, meest Turken. Meesters, 186. - eind augustus 1604:1400-tal galeislaven, meest Turken. Ten Raa, II, 75. - ongedateerd 1604: krijgsgevangen Turken. Van der Aa, 283. - ongedateerd 1604; 100 Moorse gevangenen. J.C. de Marez Oyens, Het Oostersche Westen, De Gids, 72, 1908, 75 - ongedateerd 1604: 135 Marokkanen. Obdeijn, e.a, 68. - ongedateerd 1604: 130 Moren, waarvan 30 Turken. D. Hondius, Afrikanen in Zeeland, Moren in Middelburg, Zeeland, 14, 1, 2005, 18. - ongedateerd 1604: 38 Algerijnse roeiers. G. van Krieken Kapers en kooplieden. De betrekkingen tussen Algiers en Nederland, Amsterdam, 1999, 11. - paar jaar na de bevrijding: 1400 galeislaven, meest Turken. P. de Broek, 66. 29 Zie nootnr. 17. 30 Willem-Lodewijk van Nassau aan Jan van Nassau, 28 juli 1604. Groen van Prinsterer, nr. cccxviii, 310. 31 De Hullu, 84. 32 Heeringa, II, 2, 86. 33 De Hullu, 84. 34 Plaats aan de Griekse westkust waar de vloot van de Heilige Liga (Spanje, Venetië en de Pauselijke Staat) de Turkse vloot versloeg. Het belang van de overwinning is door de traditionele geschiedschrijving nogal overschat. 35 Een bron deelt mee dat de Staatsen 'zwarte, magere en verbrande lichamen' in Sluis aantroffen. Met zwart kan verkoold zijn bedoeld, maar het zou ook kunnen slaan op de huidskleur. De Hullu, 84. 36 In het laatste geval passen deze christen-Moren niet in deze bijdrage. Voor enige relatie tussen een groep Moren die in 1596 in Middelburg te koop werden aangeboden en de galeislaven te Sluis heb ik geen aanwijzing kunnen vinden. Hondius, 18-19. 37 Heeringa, I, 1, pp. 170-171 nootnr. 4. Ibidem, I, 2, 636 nootnr. 1. S. de Vries, Handelingen en Geschiedenissen Relaties met de Turks-Arabische wereld 141

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2006 | | pagina 39