het vakwerk verloren ging bij de opheffing van de gilden, en dat dit verlies aan vakmanschap nog doorwerkt in de huidige restauratiepraktijk. Ondanks de intense aandacht voor kunstige composities in baksteen bij de Amsterdamse School is het niveau van de meesterproeven nooit meer gehaald. R. Meischke en H.J. Zantkuijl brengen in een artikel een relatief onbekend boekje van de Amsterdamse aanne mer-architect J. van Straaten (1781-1858) onder de aandacht. Het werd in 1812 geschreven, voordat deze Van Straaten een 'Maatschappij tot aanmoediging van de bouwkunde' had opgericht. Het boekje blijkt een unieke bron voor kennis van het burgerwoonhuis uit die periode te zijn. S. Ticheloven geeft het verhaal van de totstandko ming van de koepelgevangenissen in Nederland, in Arnhem en Breda. Als laatste is er een stuk van R. Visser-Zaccagnini: 'Een Hollands paleis in Limburg'. Dit gaat over een modern en efficiënt kantoor- en bestuursgebouw, - het Gouverne mentsgebouw aan de Bouillonstraat - dat toch ook past in de opvatting de lijn van de geschie denis te willen vasthouden. Traditie maakt allang deel uit van het ruilverkeer van het Zeeuws Genootschap. Vanaf het eerste nummer in 2006 verschijnt het helemaal in kleur. Ditmaal geeft het tijdschrift een bont palet van oude en nieuwe volksculturen. Van de rage van hardlopen via de schooliconen Ot en Sien naar de geschiedenis van de Alkmaarse kaasmarkt. Ook bloemmozaïeken, bleekneusjes in vakantiekolonies en Nederlandstalige dieren verhalen worden besproken. Een prachtig num mer met veel afbeeldingen in kleur. Naast Traditie ontving het Genootschap van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur ook het tijdschrift Alledaagse dingen. Dit laatste gaf veel actuele nieuwsberichten, die tegenwoordig handiger per internet verspreid kunnen worden. Daarom heeft het centrum een nieuw tijdschrift opgezet: Volkscultuur Magazine. Bij de lezers bleek namelijk behoefte te bestaan aan achter grondinformatie over volkscultuur en in dit nieuwe tijdschrift zal uitgebreid ingegaan wor den op ontwikkelingen in de wetenschap en in het veld. In 'Eten wat de pot schaft' gaan we terug naar onze culinaire wortels, de Hollandse pot van de negentiende eeuw. In Twente bestaat de oude traditie van het 'eieren gad- der'n' Op palmzondag verzamelen de Schaddenrieders zich om achter de muziek en de kinderen met de zelfgemaakte palmpasen- stokken huis aan huis eieren te verzamelen. De eieren worden uitgedeeld bij het Leger des Heils. Van het geld dat eveneens ingezameld wordt krijgen de kinderen in het ziekenhuis van Enschede cadeautjes. Saillant (2006,2) gaat over de kazematten langs de Ussel en elders. Het tijdschrift biedt daarnaast ruimte voor de correspondentierapportages van 2005 uit de verschillende rayons. De verdedi gingswerken in Zeeland die genoemd worden vinden we in Vlissingen, Goes en Middelburg, Veere en Ellewoutsdijk. In Zeeuws-Vlaanderen gaat het over Hulst, de Staatse en Spaanse linies en de inundatiesluis 'De Grote Petrus' tussen Axel en Sas van Gent. In Contributions to Zoology (Bijdragen tot de Dierkunde (vol. 74, 1-2 en 3-4)) bevindt zich een veelheid aan publicaties over vooral schaal dieren en mollusken, maar ook over zoogdieren, waaronder de aandacht trekt een in het Pleistoceen voorkomend soort stekelvarken (behorend tot de knaagdieren, Rodentia). Zur Geschichte der Botanik an der Universiteit Ingolstadt 1472-1800, der heutigen Ludwig- Maximïlianus-Universitat München (auteur Eranz Josef Schötz) kreeg het Genootschap toe gestuurd van de Bayerische Akademie. Eerst worden de ontwikkelingen op de universiteit te Ingolstadt vanaf de begintijd tot de hervormin gen in 1555 besproken. Rond 1555 kregen de studenten steeds meer aandacht voor de medi sche kant van planten, waarop het gegeven onderwijs inspeelde. Tijdens de 30-jarige oorlog (1618-1648) stonden de ontwikkelingen echter stil en waren er weinig medische studenten. Daarna steeg hun aantal snel en tussen 1665 en 1685 werd er een kruidentuin aangelegd en ontwikkeld voor medische doeleinden. In 1720 ontstond de Hortus Academico-medicus, en de snelle ontwikkelingen daarna worden door de auteur op de voet gevolgd. In 1800 kwam het einde van de in zijn tijd bekende plantentuin. 144 Aanwinsten september

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2006 | | pagina 42