Slavenhandel
Van de smokkelhandel was de overstap naar de
slavenhandel snel gemaakt. Door de sterke
oriëntatie op de avontuurlijke Westhandel
hadden de Zeeuwen al eerder kennis gemaakt
met de handel in Afrikaanse slaven. Gevangen
genomen slaven arriveerden op Walcheren
door de kaapvaart sinds 1596, of althans
sinds het begin van de zeventiende eeuw,
waar zij in vrijheid gesteld werden. Pas met de
Nederlandse verovering van Brazilië ontstond
vraag naar slaven voor de plantagearbeid in de
kolonie Nieuw-Holland, in welke vraag
Zeeuwse schepen gedeeltelijk voorzagen."
Toch was de slavenhandel altijd het monopolie
van de W1C gebleven waardoor de transatlanti
sche slavenhandel zich in de illegaliteit
afspeelde. Die smokkelhandel in zwarte werk
krachten kreeg een sterke opleving in de jaren
na 1697 toen de Negenjarige Oorlog werd
beëindigd. Dankzij de sterk toegenomen vraag
naar slaven in de bestaande plantages in Zuid-
Amerika en het Caribisch gebied en de ontdek
king van goud in Brazilië in 1695, vonden veel
kapers die juist door de Vrede van Rijswijk bro
deloos waren geworden nieuw emplooi als lor-
rendraaier.13 Tijdens de Spaanse Successie
oorlog legden veel Zeeuwse reders zich weer
toe op het kaapvaartbedrijf, maar na afloop
van de oorlog kwam de slavenhandel opnieuw
in beeld. Niet toevallig brachten kruisers van
de W1C in de eerste twee jaar na 1713 in
Afrika niet minder dan 26 lorrendraaiers op,
waarvan het merendeel in Zeeuwse havens was
uitgerust. Het tijdvak tussen 1713 en 1720 is
dan ook te beschouwen als het hoogtepunt
van de Zeeuwse smokkelhandel.13
Overigens stonden de jaren na 1713 in Zeeland
geheel in het teken van herstel van de handel
die steeds meer naar Holland afvloeide. De
oprichting van de Middelburgse Commercie
Compagnie (MCC) in 1720 moet dan ook
gezien worden als een ultieme poging om die
gevreesde 'diversie van neringe' te stuiten en
nieuwe maritieme initiatieven te ontplooien nu
ook de traditionele specifiek Zeeuwse risicovol
le scheepvaart als kaapvaart - door de vrede
onmogelijk geworden - en de sluikhandel op
West-Afrika - bedreigd door acties van de
W1C - tot het verleden leken te behoren.
Omdat de MCC in de Europese wateren echter
niet concurrerend kon varen, werden aanvan
kelijk de Spaanse Cariben de meest frequent
bezochte bestemming van de schepen van de
compagnie.M Een poging om in 1747-1748
tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog twee
schepen voor de kaapvaart uit te reden werd
door praktische problemen afgelast.15 Nieuwe
kansen ontstonden in de jaren 1730 toen de
W1C onder zware druk van de Zeeuwen was
gezwicht om slavenhandel vrij te geven aan
particulieren. Na een aarzelend begin groeide
MCC vanaf 1755 met niet minder dan 113
driehoeksreizen uit tot de grootste particuliere
slavenrederij die de Republiek heeft gekend.16
Aldus vormt de MCC de bijna perfecte belicha
ming van de ontwikkeling van de Zeeuwse
handel in scheepvaart tijdens de Republiek:
van Europese handel die wegens Hollandse
concurrentie niet was vol te houden, via kaap
vaart en goederenhandel in de West, zij het
legaal, naar slavenhandel - alle activiteiten van
risicovolle scheepvaart.
Noten
1 J.H. Kluiver, De Souvereine en independente staat Zeeland.
De politiek van de provincie Zeeland inzake vredesonder
handelingen met Spanje tijdens de Tachtigjarige Oorlog
tegen de achtergrond van de positie van Zeeland in de
Republiek (Middelburg 1998).
2 Sir William Temple, Observations upon the United
Provinces of the Netherlands edited by Sir George Clark
(Oxford 1972) 94.
3 V. Enthoven. Zeeland en de opkomst van de Republiek.
Handel en strijd in de Scheldedelta c. 1550-1621 (Leiden
1996).
4 J.A. de Moor, 'Zeeland en de VOC: de vrijbuiter getemd' in:
J. Bethlehem en A.C. Meijer (ed.), VOC en cultuur.
Wetenschappelijke en culturele relaties tussen Europa en
Azië ten tijde van de Verenigde Oostindische Compagnie
(Amsterdam 1993) 109-133; I. van Loo, 'Kapers, kooplie
den en contractanten. Zeeland en de VOC', Nehalennia
149 (2005) 2-8.
5 I. van Loo, 'For Freedom and Fortune. The Rise of Dutch
Privateering in the first half of the Dutch Revolt, 1658-
1609' in: M. van der Hoeven (ed.), Exercise of Arms.
Warfare in the Netherlands, 1568-1648 (Leiden/New
York/Köln 1997) 173-195. I. van Loo, 'Profijt voor Daniël?
De Zeeuwse kaapvaart en het Spaans-Engelse vredesver-
108
De Zeeuwse risicovolle scheepvaart