Boekbespreking
Ad Huiskes
Rob Leeuwis, Dominique Willemse, Petra Sloof-Spijker
en Chiel Jaeobusse (redaktie). Zeefauna in
Zeeland, Fauna Zeelandica, deel 2 (1), 2005.
Uitgever: Stichting Het Zeeuwse Landschap,
Fleinkenszand, in samenwerking met het Nationaal
Park Oosterschelde. 207 blz., rijk geïllustreerd,
literatuuropgave. ISBN: 90-806370-4-1, prijs
17,50 (voor donateurs van de Stichting Het
Zeeuwse Landschap: 15,00).
Zeefauna van Zeeland is het tweede deel in de reeks
Fauna Zeelandicaeen initiatief van de Stichting
Het Zeeuwse Landschap met als doel om zoveel
mogelijk diersoorten in Zeeland te beschrijven en
hun voorkomen in kaart te brengen. Het eerste
deel van deze reeks betrof een boek over
Dagvlinders in Zeeland.
De Zeeuwse wateren herbergen een bijzondere rijk
dom aan planten en dieren. De grote variatie in
milieutypen in de verschillende bekkens is daar
een belangrijke oorzaak van. Dat is de reden
waarom deze uitgave van de Zeefauna maar een
deel van de fauna in de Zeeuwse wateren
beschrijft. In het voorwoord van het boek worden
nog vier delen van de Zeefauna van Zeeland aan
gekondigd. Dit eerste deel van de Zeefauna
beschrijft de 'lagere' groepen dieren: sponzen,
neteldieren (o.a. zeeanemonen en kwallen) en rib
kwallen, wormen, tentakeldieren, stekelhuidigen
(zeesterren en zee-egels) en zakpijpen, leder
hoofdstuk is door een team van experts op het
bewuste gebied samengesteld.
Ik begrijp niet precies wat de samenstellers van het
boek precies voor ogen heeft gestaan. Wilde men
een determinatiewerk? Daarvoor is het boek
ongeschikt, omdat determineersleutels ontbreken.
Een plaatjesboek misschien? Daarvoor zijn de
plaatjes die in het boek staan te klein en in som
mige gevallen niet van heel erg goede kwaliteit.
Ook is van de hier en daar opgenomen versprei
dingskaartjes soms niet duidelijk bij welke soört
ze precies horen: Op pagina 60 bijvoorbeeld kan
het kaartje zowel bij de witte buisjesspons als bij
de paarse buisjesspons horen, ik houd het erop
dat men een globaal overzicht heeft willen pro
duceren van in de Zeeuwse wateren voorkomen
de diersoorten voor geïnteresseerde leken. En
geïnteresseerde leken komen ruimschoots aan hun
trekken: de hoofdstukken met de soortbeschrijvin
gen bieden een schat aan informatie, voor wie
niet uit is op volledigheid. Dat kan ook niet, want
hoewel bijvoorbeeld de sponzen en de stekelhui
digen per soort beschreven zijn (enkele soorten
daargelaten), zijn de wormen per (systematische)
klasse beschreven. Wie denkt met dit boek een
volledig overzicht van de zeefauna van Zeeland in
huis te hebben komt dus bedrogen uit.
Toch heeft het boek ook veel waardevols te bieden.
De eerste drie hoofdstukken vormen een inleiding
tot het gebied: een beschrijving van het inter-
getijdengebied, een typologie van de Delta
wateren en een geschiedenis van het zee-
onderzoek in Zeeland.
Deze hoofdstukken vind ik de beste in het boek. De
uitleg over het intergetijdengebied (Hoofdstuk 1)
is van bijzondere kwaliteit: het gebeurt niet vaak,
dat in een kleine twintig bladzijden op een zo
duidelijke wijze dit landschapstype wordt beschre
ven. Ditzelfde geldt voor de volgende twee hoofd
stukken.
Wat ik niet helemaal begrijp is waarom de referenties
in deze hoofdstukken niet zijn opgenomen in de
referentielijst.
En natuurlijk is er een aantal kleine missers. Zo mis ik
in de beschrijving van het amateuronderzoek de
rol van de jeugdbonden NJN en JNM (een fusie
van de voormalige CJN en KJN). Nu lijkt het alsof
de Strandwerkgemeenschap (en niet -werkgroep)
met haar orgaan 'Het Zeepaard' een KNNV aange
legenheid is, terwijl het juist een samenwerkings
verband van deze drie organisaties is. En, o ja, het
N100 heet tegenwoordig voluit het Nederlands
instituut voor Ecologie.
Ondanks de kritische noten ligt voor mij een mooi
boek voor weinig geld. Wie kennis wil nemen van
de soortenrijkdom in de Deltawateren kan met dit
boek meer dan uit de voeten. Wil men echter
meer dan een kennismaking, dan moeten andere
bronnen worden aangeboord. Gelukkig geeft de
referentielijst genoeg informatie voor een verdie
ping van de kennis van specifieke soorten en
soortgroepen.
146
Boekbespreking