[[■EE
woorden rinkelde minister Algera met een belletje
en Honoré Colsen en de zijnen werden door de
politie gesommeerd de ministerskamer onmiddel
lijk te verlaten, zonder dat ze Algera nog een
hand mochten geven.
De minister zou vijf maanden later aftreden en het
blijft ongewis of juist de Zeeuwse Vrije Veren
kwestie tot Algera's vertrek in november 1958
leidde. Honoré zelf liet er geen twijfel over
bestaan. Colsen anno 1970: "De ontmoeting met
Algera is het allergrootste affront geweest dat ik
in mijn leven heb meegemaakt. Ik was in mijn
leven ook nog nooit in aanraking geweest met
politie. Algera liet zich toen ook op een foto
zetten met de Axelse onderwijzeres die het kin
derkoor leidde. Ik was daar niet bij, maar hij had
het eigenlijk aan mij moeten vragen. Ik had hem
er ook geen toestemming voor verleend."
Op het Binnenhof scandeerden actievoerders leuzen,
roffelden trommels, knalden voetzoekers en scho
ten klapperpistooltjes af. De sfeer leek kermisach
tig, zowel door het kabaal als vanwege de gezel
ligheid. De politie kon de orde handhaven door
nu en dan een vriendelijk vermaan. Tegen half-
vier in de middag verscheen Honoré Colsen voor
zijn meute in een openstaand raam op de eerste
verdieping van het ministerie en riep de demon
stranten toe dat hij die avond om acht uur in
Hulst een belangrijke mededeling zou doen. Maar
dat resulteerde in een aanhoudend boe-geroep.
Toen corrigeerde Colsen zich en riep dat hij die
mededeling op het Malieveld zou doen, met
direct er luid achteraan: "Het contact met Zijne
Excellentie is tegengevallen!", waarop andermaal
een massaal gebrul en gefluit het binnenplein
vulde. Honoré en zijn comité werden door drie
politieagenten de trap afgeleid. Buiten aangeko
men bleven ze bij Colsen staan, want de veehan
delaar werd direct door een mensenmenigte om
stuwd en als hij niet uitkeek, dreigde hij zelfs
onder de voet te worden gelopen. Door alles wat
er zich buiten voor zijn ogen afspeelde en wat er
zich zojuist binnen had afgespeeld, raakte Colsen
ontdaan en voelde zich onwel worden. De agen
ten brachten hem naar een jeep die hem naar het
Malieveld reed, waar hij weer even op verhaal
kon komen. Een halfuur later werd hij naar een
persconferentie in Hotel Centraal gebracht, die
het actiecomité had belegd. Door Colsens afwe
zigheid was F. Colijn uit Oostburg plaatsvervan
gend woordvoerder namens het comité. Maar
Colijn had ook niets anders te melden dan dat
het onderhoud met de minister geen enkel tast
baar resultaat had opgeleverd. Op dat moment
kwam Colsen de zaal binnen. Toen hij de onrust
opmerkte, wilde hij liever rechtsomkeert maken.
Op aandrang van de leden nam Colsen toch het
woord. Hij verklaarde dat hij later op de dag in
Hulst op de Grote Markt de mensen nog zou
toespreken. In tegenstelling tot wat de andere
leden de pers hadden verklaard, zei Colsen dat
het actiecomité zijn werk zeker zou voortzetten
tot er sprake was van "een aanvaardbare situatie".
Daarnaast was het aan het actiecomité of er bin
nenkort een 'rouwdag' over Zeeuws-Vlaanderen
zou worden afgeroepen.
Op hetzelfde moment die middag vond in Den Haag
een receptie plaats ter ere van het 75-jarig
bestaan van de ANWB. De organisatie stond erop
om enkele leden van het Zeeuws-Vlaamse actie
comité te ontvangen en hen sympathie te betui
gen jegens de groots opgezette protestactie.
Nadat de hele autokaravaan 's avonds in Hulst was
ontvangen, verzamelde zich een enorme mensen
massa die Colsen wilde horen over zijn ontmoe
ting met minister Algera. Zijn verhaal had niets
om het lijf, hoewel deze grote bijeenkomst in
Hulst diende als dagsluiting van een enerverende
en historische dag voor het Zeeuws-Vlaamse volk.
Verslaggever Pier Tania van de VARA wachtte
Colsen op voor enkele vragen, maar de voorman
reageerde emotioneel: "Ach, ik schaam mij toch
dood! Wat heb ik mijn vrouw toch een verdriet
aangedaan! Ik heb haar nog niet eens gebeld,
wat moet zij wel niet van mij denken!"
bodewijk Colsen, oomzegger van Honoré, herinnert
zich de bijeenkomst in Hulst nog zeer levendig:
"Het was een geweldige massa mensen uit
Zeeuws-Vlaanderen, plus al diegenen die met
auto's en bussen uit Den Haag waren terugge
keerd. De Grote Markt in Hulst stond werkelijk
afgeladen met tienduizenden en nonkel Honoré
besteeg in zijn eentje de trap van het bordes van
het stadhuis en sprak de menigte toe. Het was
ongelooflijk om dat allemaal te zien. Ja, hij kon
mensen motiveren en dat heeft hij met deze pro
testactie maar al te duidelijk bewezen."
De actiedag die Colsen en de zijnen organiseerden
tegen de ministeriële beslissingen in Den Haag,
had duidelijke psychologische effecten. Er was
zeker sprake van een emanciperende werking
waardoor de Zeeuws-Vlamingen voortaan voor
Vrije Veren
163