;teland 16.1
De lezer oordele zelf. Ook alweer een platitude,
maar eerder ingegeven door bescheidenheid dan
gemakzucht.
Een laatste punt van ongenoegen is de prijs van
49,95, ook al is die gezien de fraaie gebonden uit
gave, de vele illustraties en de hoogwaardige pa
pierkwaliteit ogenschijnlijk alleszins redelijk.
Gezien het grote aantal sponsors had die prijs wel
wat lager gekund om dit boek ook voor Zeeuwen
met een smallere beurs bereikbaar te maken.
Wellicht ten overvloede: Ondanks gemopper-
in-de-marge een boek dat in geen Zeeuwse (privé-)
bibliotheek mag ontbreken.
Eric-Jan Weterings
M.A. Hemminga, red., Deltalandschap. Natuur en
landschap van Zuidwest-Nederland In historisch
perspectief (Heinkenszand, Stichting Het Zeeuwse
Landschap, 2004) 229 p. ISBN 90 8066370-3-3.
39,90.
Het heeft altijd ontbroken aan een breed opgezette,
toegankelijke geschiedenis van het Zeeuwse land
schap. Bestaande studies, zoals die van Dekker,
Gottschalk en De Kraker, zijn beperkt wat betreft
regio en periodisering en bovendien eerder bestemd
voor een wetenschappelijk publiek. Het overzichts
werk van Wilderom gaat dan weer gebukt onder
een eenzijdige focus op de techniek. Het Zeeuwse
Landschap heeft nu in deze leemte voorzien door
de uitgave van een boek over de geschiedenis van
landschap en natuur in het zuidwestelijk deltage
bied van de prehistorie tot heden. In het boek is
duidelijk gestreefd naar een evenwicht tussen we
tenschappelijk niveau en toegankelijkheid. Er is ge
tracht specialistische kennis op een manier te pre
senteren die afgestemd is op de roemruchte
'geïnteresseerde leek'.
Deltalandschap bestaat uit zes hoofdstukken,
geschreven door M.A. Hemminga, over de ontwik
keling van het landschap op lange termijn, A. de
Kraker, over de polders, A. Beenhakker, over de be
woning, R. van Dierendonck e.a., over overstro
mingen en de sporen daarvan, G. Buth, over het
landschap na 1940, en C. Jacobusse, over de natuur
in de Delta. Het boek heeft zo een opzet die gaat
van algemeen naar bijzonder en van verleden naar
heden. Het hoofdstuk van Hemminga, met een geo
logische invalshoek, vormt een goede introductie
voor de overige hoofdstukken. Goed aan dit hoofd
stuk is ook dat het niet alleen aandacht besteedt
aan het land, maar ook aan de Zeeuwse stromen.
De geschiedenis van de Zeeuwse Delta wordt im
mers gekenmerkt door een voortdurende wisselwer
king tussen land en water, tussen mens en natuur.
Van die wisselwerking getuigen ook de andere
hoofdstukken. De Kraker en Beenhakker beschrij
ven hoe het land werd ingedijkt en in cultuur ge
bracht. Van Dierendonck c.s. laten dan weer zien
dat de mens daarbij ook voortdurend tegenslagen
te verwerken kreeg als gevolg van stormvloeden.
Zeeland telt daardoor meer dan honderd verdron
ken dorpen. Overigens is (oud-)Nieuwvliet geen
verdronken dorp. Dit plaatsje raakte in de zeven
tiende eeuw ontvolkt ten gunste van de nieuwe be-
woning'skern van Nieuwvliet rondom de in 1659
gestichte hervormde kerk. Uiteindelijk is het oude
dorp daardoor verdwenen, maar overstroomd is het
dus niet.
De auteurs hadden een beperkte hoeveelheid
ruimte tot hun beschikking. Het wordt dan soms
moeilijk om alle relevant geachte zaken even goed
te behandelen en teksten kunnen een wat opsom-
merig karakter krijgen, zoals hier en daar het geval
is in het hoofdstuk van De Kraker. Misschien had
een wat strakkere eindredactie de schrijvers wat
meer ruimte kunnen verschaffen. Vooral de thema
tisch sterk verwante hoofdstukken van De Kraker
en Beenhakker vertonen nogal wat overlappingen.
Zo komen bij Beenhakker op de pagina's 96-98 za
ken als bedijking, inpoldering en afwatering aan de
orde die ook al bij De Kraker de revue waren ge
passeerd. Misschien komt het ook door ruimtege
brek dat auteurs soms wel eens wat kort door de
bocht gaan. Zo lijkt mij Beenhakkers opmerking
dat de middeleeuwse boerderijen in het Deltagebied
potstallen hadden - uitgegraven stallen waarin de
Boekbesprekingen
37