H f) L land 16.1 Michiel de Ruyter De introductie van het vorige nummer van dit blad opende ik met de zin: 'Over de Watersnood van 1953 is inmiddels genoeg gezegd en herdacht'. Volgens sommigen is zo'n opmerking nol done, zeker niet in Zeeland. Merkwaardig, want ik bedoelde slechts op te merken dat de zaak zodanig uitgebreid is gedocumenteerd en onderzocht, dat nieuwe feiten niet meer zijn te verwachten. Overigens dienden die zich in januari van dit jaar toch aan, toen het ANP Historisch Fotoarchief be kendmaakte een aantal nooit eerder gepubliceerde luchtopnamen van de ramp in zijn collectie te heb ben ontdekt. (Te zien op www.anpfotoarchief.nl.) Weinig nieuws lijkt ook de bombarie op te leveren waarmee het De Ruyterjaar gevierd gaat worden. Alleen de vijfde druk van de biografie van Ronald Prud'homme van Reine over de bejubelde zeeheld (die deze maand verschijnt) is aangevuld met een aantal onlangs ontdekte brieven aan familieleden die De Ruyter in de laatste jaren (1667-1676) van zijn leven schreef. Door dat gebrek aan nieuws ontbreekt De Ruyter vooralsnog in de kolommen van dit blad, op een korte signalering na. Vooralsnog, want het genootschap heeft - in samenwerking met de Roosevelt Academy en de provincie Zeeland - lezingen georganiseerd, waarin een aantal deskun digen later dit jaar zijn licht laat schijnen over het reilen en zeilen van onze prominente Vlissinger. Voorts ontstond begin dit jaar enige reuring, toen uit een publicatie van het Zeeuws Archief bleek dat De Ruyter zich aanvankelijk Trouwhand noemde. Die ontdekking bleek al snel niet zo sen sationeel als het Zeeuws Archief in een ronkend persbericht deed voorkomen. Zie verder de rubriek Signaleringen. In dit nummer verder het derde (en laatste) deel van het artikel over de relaties tussen West- Zeeuws-Vlaanderen en de Turks-Arabische wereld. Deel één verscheen in het derde nummer van jaar gang veertien en deel twee in de derde editie van het jaar daarop. Nu verschijnt dan eindelijk het laatste deel in het eerste nummer van jaargang zestien. Als gevolg van themanummers en kopij met een 'actueler' onderwerp besloot de redactie het artikel 'in stukken te hakken'. Achteraf is dat een minder gelukkige keuze geweest, hoewel de drie delen zich afzonderlijk ook als boeiende ge schiedverhalen laten lezen. Toch doet dat knipwerk enig afbreuk aan het totale beeld dat auteur Arco Willeboordse schetst. Reden voor de redactie om in de toekomst terughoudend te zijn om stukken in feuilletonvorm te publiceren. Het zal dus helaas niet altijd mogelijk zijn te lange waardevolle bij dragen in één keer mee te nemen. Overigens: In der Beschrankung zeigt sich erst der Meister. Hetgeen zeker geldt voor de overdadige bronnenverwijzin- gen. De opname van een klcurenkatern met gedichten in het vorige nummer is door lezers wisselend ont vangen. "Zeeland gaat zo op het Zeeuws Tijdschrift lijken", reageerde een genootschapslid geschrokken en hij bedoelde dit niet als compliment. Anderen waardeerden vooral de fraaie foto's van Ludo Goossens, terwijl de gedichten van Sandra Burgers uiteenlopende reacties opleverden, van "rijmloos en vormloos gestamel" tot "prachtige lyriek waarin je Zeeland kunt ruiken". Boosheid of bewondering: er zijn bijdragen die minder emoties teweegbrengen. Kleuren treft de lezer - behalve op het omslag - in dit nummer niet aan. Voornaamste reden daar voor is de onduidelijkheid over de financiële mid delen die het genootschap dit jaar kan vrijmaken voor Zeeland. Weliswaar ziet het ernaar uit dat op korte termijn meer geld beschikbaar komt, maar voorlopig is een voorzichtig uitgavenpatroon geboden. Na tien jaar verlaat Adrie de Kraker de redactie van Zeeland. De redactie dankt hem voor zijn grote bijdragen aan het blad in het afgelopen decennium. Eric-Jan Weterings Voorwoord 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2007 | | pagina 2