Boekbesprekingen Johan Huyssen van Kattendijke-kroniek. Die historie of die cronicke van Hollant, van Zeelant ende van Vriesland ende van den Stichte van Utrecht, uitgege ven en ingeleid door Wim van Anrooij, Jos A.A.M. Biemans, Ingrid Biesheuvel, Rudi E.O. Ekkart, Antheun Janse, Cornelia M. Ridderikhoff en Karin Tilmans. Instituut voor Nederlandse Geschiedenis. Rijks Geschiedkundige Publicatiën, Kleine Serie 102. Den Haag, 2005. CLXXVI 630 blz. De Kattendijke-kroniek is een volumineus hand schrift uit het laatste decennium van de 15de eeuw, dat zich nog steeds bevindt bij de afstammelingen van Johan Huyssen van Kattedijke, de adellijke heer van Zeeuwse afkomst die het in 1614 verworven heeft en die blijkens een notitie op een schutblad hoopte dat de "oudste mansoir" de oudste man nelijke erfgenaam) het werk altijd zou bewaren - wat dus tot nog toe inderdaad het geval is geweest. Het werk had toebehoord aan zijn familie van moe derszijde, de familie Hanneman uit Den Haag, van daar dat Johan Huyssen het kocht. Het is een zeer gelukkige zaak dat er nu een volledige teksteditie digitale versie) van de waardevolle, handgeschreven codex - die lange tijd grotendeels aan de weten schappelijke aandacht is ontsnapt - tot stand is ge komen. De onderneming is tot een goed einde ge bracht door een heel redactieteam, gecoördineerd door dr. Karin Tilmans (Universiteit van Amster dam), waarin specialisten voor een heel aantal dis ciplines (filologie, geschiedenis, codicologie, kunst geschiedenis, heraldiek) werden samengebracht. De kroniek is "de eerste en, naar ons bekend, enige kroniek uit de Nederlanden die doorlopend met heraldische wapens en banieren, houtsneden en pentekeningen is geïllustreerd" (blz. XI). Hij kan daardoor als een 'wapenboek' beschouwd worden. Hij bevat ook een voor die tijd zeldzame combina tie van een uitvoerige 'Trojaanse historie', een we reldkroniek (d.i. een geschiedenis van de klassieke oudheid) met de geschiedenis van de Hollandse graven en Utrechtse bisschoppen tot de tijd van Maria van Bourg'ondië en Maximiliaan van Oostenrijk. Na een inleiding door dr. Karin Tilmans ("Geschie denis en belang van de uitgave", blz. XI-XIX), volgt een analyse van de "Familie-aantekeningen in het Kattendijke-handschrift" (blz. XXI-L, door dr. Cornelia M. Ridderikhoff van het Constantijn Huygens Instituut te Den Haag diplomatische uit gave van de "Eigenhandige notities van Johan Huyssen van Kattendijke op de schutbladen, d.d. 13 juni 1614") en een beschrijving van "De portretten van Johan Huyssen en Adriana van Matenesse" (blz. LI-LX, door prof. dr. Rudi Ekkart van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie te Den Haag). De uitvoerige codicologische beschrij ving (blz. LXI-XCIV) is van de hand van prof. dr. Jos Biemans (Universiteit van Amsterdam). De uit leg over de illustraties (blz. XCV- CXIX) is geschre ven door een specialist in de heraldiek, prof. dr. Wim van Amrooij (Universiteit Leiden). De illustra ties, een combinatie van miniaturen en houtsne den, maken het handschrift wat omvang en periode betreft overigens volstrekt uniek in de Nederlan den. Dr. Antheun Janse (Universiteit Leiden) te kende voor de tekst over "De Kattendijke-kroniek als historiografische bron" (blz. CXX-CXXXIX). De auteur blijkt zijn bronnen vrij slaafs te volgen, wat wel tot een ingewikkelde compilatie geleid heeft. Wim van Amrooij, Jos Biemans en Antheun Janse proberen in "Karakteristiek van de auteur" (blz. CXL-CLIII) na te gaan door wie, waar, wanneer en voor wie de kroniek geschreven is. Naar alle waar schijnlijkheid is de codex samengesteld en geschre ven door één persoon (in samenwerking met een boekschilder); het is in elk geval een autograaf. Uit het gebruikte papier en ook uit de inhoud is af te leiden dat de codex in of kort na 1491 tot stand gekomen moet zijn. De inhoud van de tekst wijst uiteraard op een Hollands auteur, wat door het taalgebruik bevestigd wordt. De auteur had geen hoog intellectueel profiel; hij beperkte zich tot compileren en maakte soms merkwaardige inhou delijke vergissingen. Misschien is de auteur in de rederijkerij te zoeken, maar zeker is dat niet. Onzeker ook is men over het beoogde doelpubliek. Het boek is ontstaan uit het verlangen zoveel mo- 34 Boekbesprekingen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2007 | | pagina 35