werd vastgesteld; alles voor zover de dienst het zou toelaten. De loodsvaartuigen die in 1940 naar Engeland waren uitgeweken kregen de ludieke namen 'Merk Op', 'Let Op', 'Pas Op' en 'Acht Op'. Aanvankelijk was het de bedoeling om de konvooien bij boei NF 8 nabij Oostende van een zeeloods te voorzien, maar later bleek dit in de praktijk op nogal wat moeilijkheden te stuiten. Vooral tijdens periodes met slecht weer was het problematisch en dit ging ook op voor het afhalen van de loodsen van een uitgaand konvooi. Het gevolg was dat de loodsen aan boord ble ven en in Engeland overstapten op een inkomend konvooi. Van Amerikaanse zijde werd erop aange drongen om toch vooral hun schepen van een loods te voorzien. Argument was de minder grote ervaring van de Amerikaanse kapiteins en stuur lieden. Over hun onervarenheid deden allerlei ver halen de ronde. Met de bouw van vele honderden liberty- en enipireschepen in die oorlogsjaren, was het steeds een probleem bekwame kapiteins te vin den. Gekscherend werd hierover wel opgemerkt: "Van cowboy tot gezagvoerder". 44 De konvooivaart op Antwerpen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2007 | | pagina 6