DEKrq
i
ÜTQQMBlKBRQUWERy
MJIlBFN HORN
vAr'a£
16.2
gering van Dendermonde in 1379, gezien door de
ogen van de Franse geschiedschrijver Froissart.
In zijn bijdrage 'De Dendermondse vismijn
(1609-1931)' schetst A. Stroobants de eeuwenlange
ontwikkeling van een belangrijke economische be
drijvigheid in de stad, en schenkt hij vooral aan
dacht aan de bouwgeschiedenis van de diverse
panden waar deze bedrijvigheid plaatsvond.
Tot het domein van de kunstgeschiedenis be
hoort het artikel van J.P. de Bruyn, 'Onze-Lieve-
Vrouw met het Jezuskind: De Crayer of Quellinus?'
Naast het door De Crayer gesigneerde werk is re
cent een tweede versie opgedoken met hetzelfde
onderwerp, die toegeschreven wordt aan Erasmus II
Quellinus. De vraag of het laatste schilderij daad
werkelijk thuishoort in het oeuvre van Queilinius of
een eigenhandig werk van De Crayer is, is de reden
van dit artikel. De auteur geeft als zijn mening dat
het schilderij van Gaspar de Crayer in de O.-L.-
Vrouwecolleg'iale te Dendermonde fungeerde als
prototype in het atelier van De Crayer; De Bruyn
heeft namelijk maar liefst drie andere, gelijkaardige
werken ontdekt, die vrijwel zeker refereren aan ge
noemde creatie.
Illustratie uit De Maasgouw.
spruehserfüllung und Portfolioauswahl (W. Güth),
Wege mul Irrwege der deutschen Rechtschreibre-
form (W. Besch) en Bmucht Theologie Plülosophie?
Von Bultmann und Heidegger bis Voegelin und
Assmann door 0. Pög'geler.
In het jaarboek 2006 Gedenkschriften van de Oud
heidkundige Kring van liet Land van Dendermonde
is de archeologie vertegenwoordigd met een artikel
van J. Delrue: 'Het glas afkomstig van de Merovin-
gische begraafplaats op de Zwijvekekouter te Sint-
Gillis-bij-Dendermonde'. Twee uitvoerige studies
behandelen de periode van de middeleeuwen.
De feodale en sociale ontwikkeling van het do
mein Baasrode en het economisch belang van het
gebied komen aan bod bij F. Hoog'he en L. Goos-
sens levert een stukje stadsgeschiedenis onder de
titel: 'Mislukte Gentse overval op Dendermonde, of
Dendermondse overwinning op de Gentenaars vol
gens Jehan Froissart'. Dit artikel gaat over de bele-
In de Handelingen 2006 van de Koninklijke Ge
schied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk een
overzicht door K. Colpaert over de architectuuracti
viteiten van Jules-Félix Carette, een architect die
van 1866 tot 1927 leefde. Hoewel vrij onbekend
heeft hij in een kort tijdsbestek een groot oeuvre
nagelaten.
J. Goethals en R. Lagae-Verheust schreven
'Congregatie der Dames en Juffrouwen van de On
bevlekte Ontvangenis'. Het artikel geeft ons inzicht
op de vorming van dames uit de Franssprekende
burgerij van Kortrijk, vooral hoe zij in het christe
lijk geloof werden opgevoed en hoe zij hun chris
telijke barmhartigheid waarnamen. De auteur
behandelt de oorsprong van de congregaties en
gaat daarna over op Kortrijk, waar de Congregatie
van de Onbevlekte Ontvangenis gesticht werd in
1831. Op 4 maart 2003 kwam in een laatste
vergadering het einde van de congregatie, na het
bidden van drie rozenkransen.
Aanwinsten ruilver keer 71