planters en bestuursambtenaren hebben opgele
verd.
- Luitenant-ter-Zee der le klasse Jan Frederik Da
niël Bouricius en diens familie van Friese regenten
was er alles aan gelegen zijn geklungel op het
Zwin bij het Hazegras voor te stellen als een heroï
sche last standveroorzaakt door het ontbreken
van voldoende operationele ondersteuning van de
landmacht. Het verlies van Kanonneerboot nummer
41 moest dus worden voorgesteld als te wijten aan
de afwezigheid van ondersteuning door grondtroe
pen en een tactische fout van commandant Ledel.
Een laatste punt betreft het feit dat de ge
schiedschrijving over West-Zeeuws-Vlaanderen
nog steeds voor een aanzienlijk deel stoelt op de
geschriften van de voormalig medewerker van het
Algemeen Rijksarchief in Den Haag, Johannes de
Hullu (1864-1940). Deze onderbouwde in het inter
bellum geschiedkundig de politieke leuzen van do
minee J.N. Pattist dat Zeeuws-Vlaanderen door his
torie en volksaard Noord-Nederlands gebied is en
moet blijven. Daartoe vereenzelvigde De Hullu zich
volkomen met de ideeën van de protestantse be
stuursélite van rond 1830. De helden in zijn, bo
venal propagandistische, geschriften zijn daardoor
de bovengenoemde burgemeester Callenfels, vrede
rechter Jacobus Risseeuw, zijn zoon Johannes Eg
berts Risseeuw, notaris in Oostburg' (aan wie De
Fluilu geparenteerd was), en Abraham de Smidt,
notaris te Schoondijke. Voor historische personen
als de bovengenoemde vader en zoon Hennequin,
de gouverneur van Zeeland Van Vredenburch en
kolonel Ledel is daardoor in zijn geschriften veel
minder aandacht ingeruimd. Daardoor wordt door
hem ten onrechte - maar waarschijnlijk wél met
opzet - de indruk gewekt dat het tweederangs per
soonlijkheden zou betreffen.
Het is daarom goed hier te benadrukken dat
Ledel het als militair verdient geëerd te worden
voor het feit dat hij onder moeilijke omstandighe
den uitsluitend door psychologische oorlogvoering
Zeeuws-Vlaanderen als 'Landje Apart' voor het Ne
derlandse nageslacht heeft bewaard.
Noten:
1 Pabbruwe, p. 43.
2 Pabbruwe, p. 28-40.
3 In de roman in briefvorm 'Dipanègara' van Johan Fabri-
cius, Den Haag 1977 [Leopold] wordt de Java-oorlog van
1825-30 uitgebreid beschreven. Het einde van die oorlog
was op 28 maart 1830 de gevangenneming van prins Di
panègara, die zichzelf tot sultan van Java had uitgeroe
pen. Een schilderij van Nicolaas Pieneman in het bezit
van het Rijksmuseum in Amsterdam toont die gevangen
neming ten huize van de Nederlandse opperbevelhebber
Hendrik Mercus, baron De Koek. Op dat schilderij zou ook
Ledel kunnen zijn afgebeeld.
4 Pabbruwe, p. 39.
5 1804-1854; niet te verwarren met zijn gelijknamige
grootvader.
6 Robijns, p. 88.
7 Robijns, p. 87-88 en Meeter, p. 36-40.
8 Dat tijdens de Javaanse oorlog door het NIL zonder meer
oorlogsmisdaden werden begaan, toont de anonieme
prent in het bezit van het Rijksmuseum in Amsterdam van
het dorpje Maron in Baglen, waar in 1829 acht rebellen
werden gedood en hun afgekapte hoofden als afschrik
wekkend voorbeeld voor de bevolking op staken werden
tentoongesteld.
9 Meeter, p. 36-40.
10 De Hullu, Belgische aanvallen op West-Zeeuws-Vlaande-
ren, p. 23.
11 Pabbruwe, p. 41.
12 De Hullu, Belgische aanvallen op West-Zeeuws-Vlaande-
ren, p. 166: "Een groot gedeelte der manschappen van de
Tiende Afdeling bestond uit Israëliten Vele man
schappen waren onbedreven in het juist schieten, ja
verscheidene hunner schenen zelden of nooit gevuurd te
hebben, zelfs zodanig dat zij bevreesd waren te vuren.
Droevig stond het verder geschapen met hun moreel.
Wie hun omstandigheden in aanmerking nam kon zich
dat volkomen begrijpen. Hun verzorging toch was allerer-
barmelijkst. Zij hadden gebrek aan deksel dekens -
BvG], gebrek aan schoenen zodat vele soldaten barvoets
liepen, gebrek aan hemden zodat zij door gene verscho
ning te hebben vol ongedierte raakten en aan alle walge
lijke kwalen blootgesteld waren."
13 Van Amerongen, p. 20.
14 Nater, p. 48.
15 Integraal geciteerd in Het Vaderland van 3 augustus
1931.
16 De Smidt, p. 19-20.
17 Pabbruwe, p. 47.
18 Tegenwoordig de dijk langs de Passageuleweg. De naam
Kapitalen Dam is thans toegekend aan de toegangsweg
vanaf de Annaweg naar de Magdalenadijk en de Passa
geuleweg.
19 Cornelis, p. 123 en Het Vaderland van 23 augustus 1931.
20 De Hullu, Belgische aanvallen op West-Zeeuws-Vlaande-
ren, p. 233.
21 Cornelis, p. 124.
86
Joseph Lede