Aanwinsten ruilverkeer G.G. Trimpe Burger-Mekking Het Jaarboek 2006 van het Genootschap Amstel- odamum opent na het jaarverslag' 2005 met een ar tikel van Th.H. von der Dunk over het mogelijke auteurschap van Jacob van Campen van de nooit gerealiseerde plannen voor de bouw van een west toren bij de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Er zijn twee ontwerptekeningen bewaard gebleven en in het Amsterdams Historisch Museum vinden we twee houten maquettes; van beide houten modellen is de geestelijke vader onbekend. Zowel Hendrick de Keyser als Jacob van Campen kunnen in aan merking komen als ontwerper. Voor de gotiek in de zeventiende eeuw gold dat men een gebouw moest voltooien in de trant waarin het begonnen was. Om een gefundeerd oordeel te geven moet volgens Von der Dunk dan ook veel uitvoeriger onderzoek plaatsvinden naar het gebruik van de term 'gotisch' in de Republiek. Tussen 1879 en 1893 verscheen in acht delen de Geschiedenis van Amsterdam door Jan ter Gouw. Ter Gouw zette zich af tegen zijn acht- tiende-eeuwse voorganger Jan Wagenaar, die vol gens hem niet helemaal onbevooroordeeld kon schrijven omdat hij te veel onder invloed stond van de Amsterdamse burgemeesters. Ter Gouw bena drukte dat een nauwkeurig geschiedverhaal vanuit de bronnen moest worden opgebouwd. Zijn manier van werken wordt beschreven door E.O.G. Haitsma Muiier in De geschiedschrijving van Jan ter Gouw (1814-1894). B. de Vries beschrijft het Amsterdamse vereni gingsleven in de negentiende eeuw in het artikel 'Van deftigheid en volksopvoeding naar massacul tuur'. De auteur laat zien dat omstreeks 1900 de leden van verenigingen niet meer alleen deftige burgers waren die op beschaafde wijze hun ver schillende zienswijzen bespraken en zich inspanden voor volksopvoeding'. Nee, nu kon iedereen een vereniging vinden die aansloot bij zijn of haar ge zindte, politieke overtuiging of favoriete vrijetijds besteding. De deftigheid had het toen reeds afge legd tegen de massacultuur. Zeeland is weer een illusie armer. In de Nieuwsbrief (juli 2007) van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten staat een artikel 'Hollandse nieuwe en de mythe van Willem Beu- kelszoon'. Gekaakte haring blijkt archeologisch goed herkenbaar te zijn. Bij het kaken worden na melijk behalve de ingewanden enkele botjes van de kop en de schoudergordel weggesneden. In 1994 werden in Denemarken twaalfde-eeuwse resten van een vissersdorp opgegraven. Uit kuilen met grote concentraties haringbot werden monsters genomen. Analyse van skeletelementen toonde aan dat in het dorp op g'rote schaal haring' werd gekaakt en ge zouten. Jammer voor Biervliet, maar dat heeft aan Willem Beukelszoon wel een mooi zeventiende- eeuws gebrandschilderd raam overgehouden en een standbeeld op de markt. 'Dineren in een chocoladefabriek'. De Verkade-fa- briek in Zaandam krijgt een nieuwe bestemming. De verbouwing van het grote complex vindt over een lange periode plaats en de Rijksdienst voert voortdurend overleg met de gemeente en de pro jectontwikkelaar. Er zullen zoveel mogelijk monu mentale elementen behouden worden. Een van de karakteristieken van het gebouw is dat het uit grote ruimtes bestaat, daarom is het niet geschikt voor woonbestemming. In april is aan de rivierzijde een restaurant geopend en aan de straatkant is al een fitnesscentrum. Het zit in de familie. 40 jaar genealogie in Zeeland (juni 2007), is een jubileumuitgave bij het 40-jarig bestaan van de Nederlandse Genealogische Vereni ging' afdeling Zeeland en het 35-jarig bestaan van Van Zeeuwse Stam. M. Neuteboom-Dieleman be handelt de geschiedenis van 'De smidse te Krab- bendijke, 125 jaar in de familie Van Elsacker'. E. Totté houdt een 'Speurtocht naar de oorsprong' en betekenis van de achternaam Totté', waarbij hij een hele reeks mogelijkheden tegenkomt. Het meeste voelt hij voor de mogelijke link met het plaatsje Othée in België: een inwoner van Othée zou goed de naam d'Othée aangenomen kunnen hebben. 'De ambachtsheerlijkheid Melis- en Mariekerke' is een artikel van R. de Groot. Van 1816 tot 1966 108 Aanwinsten

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2007 | | pagina 34