16.3 misdaad tegen de bevolking" begaan heeft, die zó schokkend was dat Ledel weigerde de kwestie stil zwijgend te laten passeren." Het feit dat koning Willem I hem, op voor dracht van Ledel, vervolgens oneervol had ontsla gen, drijft de kale jonker, terug in Nederland, in de armen van de kroonprins, voor wie hij als geheim agent g'aat werken. Na de dood van Ledel gaat Van Andringa de Kentpenaer aanvankelijk terug naar Java, maar in het najaar van 1839 komt journalist Eillert Meeter hem tegen in Leeuwarden, waar de jonker schot schriften tegen koning Willem 1 en gravin d' Oul- tremont ('Willem Kaaskop en Jetje Dondennond' in omloop brengt. Koning Willem II betaalt hem vervolgens 'voor zijn zwijgen over vroeger ver leende diensten' minstens een half miljoen gulden.® In april 1830 vertrekken generaal De Koek, lui tenant-kolonel Ledel en de restanten van het expe- ditieleger van Java terug naar Nederland. Ze kun nen op zijn vroegst in juli 1830 teruggekeerd zijn. Ledel vertrekt onmiddellijk naar een kuuroord in Duitsland om van de doorstane inspanningen en emoties te bekomen. Nauwelijks is eind augustus 1830 de Belgische Opstand in Brussel uitgebroken, of Ledel meldt zich weer bij zijn legeronderdeel. Waarschijnlijk is hij niet bij de aanval op Brussel in september betrokken, maar kort daarop is hij wél gelegerd in Antwerpen. In datzelfde Antwerpen, waar ook het algemeen militair commando over Zeeland zijn hoofdkwar tier had, ontvangen opperbevelhebber prins Frede- rik en generaal Chassé rond 10 oktober 1830 een rekest van de bestuurlijke - dus protestanste - elite van West-Zeeuws-Vlaanderen, waarin deze groepe ring verklaart 'om bij een vermoedelijke scheiding van de noordelijke en de zuidelijke gewesten in denkwijze geheel met de inwoners van de noorde lijke provinciën in te stemmen en niets te wensen dan daarmede verenigd te blijven!''0Of de meren deels katholieke inwoners van West-Zeeuws-Vlaan- deren er net zo over denken, is een andere kwestie. De katholieken in Sluis, IJzendijke en Eede in ieder geval niet, evenmin als de burgemeester van Zuid- zande en districtcommissaris Jacob Hennequin. Commandant Tijdens de krijgsraad waar dit rekest besproken wordt, denken de opperbevelhebbers direct aan Ledel als de man om het militair commando in West-Zeeuws-Vlaanderen op zich te nemen. "Zie daar Ledel Dat is juist een kolfje naar Uwe hand", zou prins Frederik op dat moment gezegd hebben." Ledel was hem daar dankbaar voor, want enerzijds was het oppercommando van District IV van Zee land een mooie promotie naar een prestigieuze post en anderzijds toch een beetje een sinecure; een functie waarin je rustig oud kon worden. En on danks zijn pas 51 jaar was hij een vroegoude, zie kelijke houwdegen geworden, die waarschijnlijk onder andere aan malaria leed, dus zijn loopbaan vooral op een rustige manier wilde voortzetten. Na het bevel van 11 oktober 1830 om het op perbevel in West-Zeeuws-Vlaanderen op zich te nemen en zich onverwijld naar Oostburg en omge ving te begeven om daar de situatie op te nemen, vertrekt hij plichtsgetrouw uit Doesburg, waar hij op dat moment enkele dagen verlof heeft, en be geeft zich naar Hoofdplaat. Van de Nederlandse troepen op dat moment in West-Zeeuws-Vlaanderen gelegerd, weten we dat het om 24 officieren en 860 manschappen van de Tiende Afdeling ging; grotendeels joden, die slecht getraind en bovendien bijzonder slecht gemoti veerd warenADe eerste zorg voor commandant Le del na zijn benoeming is dan ook geregelde troepen naar District IV te laten overkomen. We kunnen de geschiedenis niet dankbaar ge noeg zijn dat Joseph Ledel, door alles wat hij in zijn militaire carrière had meegemaakt, een man was geworden die pas in allerlaatste instantie aan het gebruik van geweld zou denken. Door ervaring wijs geworden, maakt hij voor de verdediging van West Zeeuws-Vlaanderen een vooral psychologisch strijdplan. Hij zet in op verdediging van het Nederlands grondgebied door te dreigen met inundatie, we tende dat het met brak zeewater inunderen van de polders van Zeeuws-, West- en Oost-Vlaanderen gedurende enkele jaren de landopbreng'sten zal mi nimaliseren en daarmee de grootgrondbezitters rechtstreeks in hun portemonnee zal treffen, om over de ellende voor hun pachters nog maar te zwijgen! Hij ziet dat deze dreiging tegenover de be volking het machtigste wapen is om de rust in en aan de grenzen van District IV te handhaven. Zijn troepen gebruikt Ledel slechts om zijn dreigement hard te kunnen maken en om twijfelaars aan zijn bedoelingen te laten zien dat hij zonodig niet zal terugschrikken zijn draconische dreigement ten uit voer te brengen. Joseph Ledel 79

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2007 | | pagina 5