Genootschapszaken
Eric-Jan Weterings
Archeologische collectie genootschap
toegankelijk
Twee medewerkers van het bureau Hazenberg
Archeologie uit Leiden zijn al enige maanden bezig
de archeologische collectie van het genootschap
toegankelijk te maken voor wetenschappers en
publiek. Ook de SCEZ (Stichting Cultureel Erfgoed
Zeeland) in Middelburg" werkt daaraan mee. Voor
deze omvangrijke klus ontving het genootschap
een gift van ruim 85.000 van de Stichting
Diorapthe. De voorbereiding van dit project vergde
enkele jaren. Voorzitter van de coördinatiecom
missie verzamelingen KZGW Erik van der Doe
begeleidt het initiatief.
"Een symposium over de oudste onderdelen van de
verzamelingen van het genootschap in 2002 heeft
geleid tot het project", verklaart Van der Doe. "Daar
was ook Charlotte van Rappard aanwezig, het
hoofd van de landelijke Inspectie Cultuurbezit. Zij
was zeer onder de indruk van de omvang en rijk
dom van onze collectie en bracht ons in contact
met iemand van het Vermogensfonds, de huidige
Stichting Diorapthe. Deze stichting steunt uiteenlo
pende doelen die de publiciteit niet halen, zoals
bijvoorbeeld de herinrichting van het Nationaal Et
nografisch Museum in Bamako (Mali), maar ook
hersenonderzoek en nu dus het archiveren van
onze archeologische collectie."
De bij de SCEZ ondergebrachte verzameling
bestaat uit 168 dozen met aardewerk, bewerkte
botten, leer, ijzeren en bronzen voorwerpen etc. en
acht dozen met ijzeren en bronzen voorwerpen,
waaronder Romeinse fibulae (spelden). In de me
taaldozen kunnen soms wel duizend voorwerpen
zitten. Daarnaast zijn er nog 75 complete vondsten,
zoals kannen, potten en vazen. Nehalenniabeelden
en vroeg-middeleeuwse munten in het Zeeuws Mu
seum vallen buiten de inventarisatie.
"Voor vrijwilligers is zo'n project niet te doen",
constateert Van der Doe. "Via de bekende Leidse
hoogleraar archeologie Louwe Kooijmans zijn we
bij Hazenberg terechtgekomen. Eerst hebben we
een pilot gedraaid om bij Diorapthe een goed on
derbouwde aanvraag in te kunnen dienen. Het was
een lang, moeizaam, traject, maar we zitten thans
keurig op schema. We hopen volgens plan in april
volgend jaar klaar te zijn."
Het genootschap heeft al een tijdje geen aparte
conservator archeologie meer. Daarom heeft Van
der Doe het project vanuit de coördinatiecommissie
verzamelingen voorbereid. Dat was voor hem be
kend terrein: "In het dagelijks leven zorg ik voor
het verdelen van subsidies door het ministerie van
OCW op het gebied van de conservering van
archieven."
Bijzonder aan de gehele verzameling van het
genootschap is dat het grootste deel van de in de
achttiende eeuw verzamelde voorwerpen nog aan
wezig is. Van der Doe: "Vanwege de omvang ervan
is tegenwoordig alles in afdelingen ondergebracht,
waardoor de dwarsverbanden niet langer duidelijk
zijn. Vroeger bestond dat niet, het was een typische
verlichtingsgedachte om de wereld in het klein te
tonen, met alle rariteiten en oud- en zeldzaamhe
den. In de negentiende eeuw kwam onder invloed
van de Romantiek het accent op het Zeeuws ei
gene, met veel aandacht voor Zeeuwse bodem
vondsten. Met de inventarisatie maken we de ver
zameling weer toegankelijk."
Die toegankelijkheid dient vooral een weten
schappelijk belang. Hoewel volgens Van der Doe
het Zeeuws Museum al eerder de mooiste stukken
uit de collectie archeolog'ica heeft gehaald vanwege
de museale waarde, verwacht hij uiteindelijk toch
dat "accenten verlegd gaan worden in de geschie
denis van Zeeland voor 1500" als het project is af
gerond. "Tot nu toe hebben we nog geen onver
wachte toppers aangetroffen, maar wel een paar
schatten waarvan we het bestaan al wisten".
Als eerste noemt hij de collectie-Hubregtse.
Deze schoolmeester uit Burg'h begon te verzamelen
nadat in 1911 een storm veel voorwerpen op het
stand van Westenschouwen aan de oppervlakte
bracht. Tot zijn dood in 1940 heeft hij veel gevon
den en gedocumenteerd, vooral Frankische scher
ven, Karolingische sceatta's (munten) en Romeinse
fibulae.
148
Genootschapszaken