Boekbesprekingen
Dr. Frans Debrabandere, Zeeuws etymologisch woor
denboek, Amsterdam/Antwerpen 2007. Uitgeverij
Atlas. 399 blz. ISBN 978-90-450-0080-0.
Prijs 39,50.
Dit boek met de subtitel De herkomst van de
Zeeuwse woorden is door dr. Frans Debrabandere
geschreven in opdracht van de Stichting Johan
Hendrik van Dale. Een stichting in Sluis, die ver
noemd is naar de bekende samensteller van de
Dikke van Dale die zich bezighoudt met het organi
seren van diverse culturele activiteiten op het ge
bied van taal, taalbeleid, streektaal en literatuur.
Zoals de titel en de subtitel reeds zeggen ver
klaart dit woordenboek waar Zeeuwse dialectwoor
den vandaan komen, aan welke woorden ze ver
want zijn en hoe ze hun huidige betekenis
gekregen zouden kunnen hebben. Het Zeeuws Ety
mologisch Woordenboek is dan ook een bijzonder
welkome aanvulling op het Woordenboek der
Zeeuwse Dialecten (waarvan inmiddels een tiende
druk is verschenen), dat wel veel informatie bevat
over de Zeeuwse dialectwoorden, maar niet de her
komst van deze woorden verklaart.
Met Zeeuws wordt hier bedoeld de taalvariëteiten
die in de provincie Zeeland en op het eiland Goeree-
Overflakkee gesproken worden. Het Zeeuws heeft een
sterke taaiband met het Vlaams en dan vooral het
West-Vlaams, maar natuurlijk zijn ook de invloeden
van het Hollands en Brabants duidelijk aanwezig.
Wel zijn er in de loop der tijd in het Brabants en het
Hollands een aantal ontwikkelingen geweest waar
aan het Zeeuws niet heeft meegedaan. Door deze
invloeden heeft het Zeeuws een min of meer eigen
karakter gekregen en hebben de verschillende
dialectwoorden een eigen vorm en/of betekenis.
De West-Vlaming Frans Debrabandere is bij de
taalkundigen, zowel in België als in Nederland, ze
ker geen onbekende op het gebied van dialectolo
gie, naamkunde en etymologie. Gezien zijn achter
grond, ervaring en vakkennis is hij bij uitstek de
persoon om zo een omvangrijk en minutieus werk
samen te stellen. Frans Debrabandere is voorzitter
van de begeleidingscommissie van het Oudneder
lands Woordenboek, medehoofdredacteur van het
Etymologisch Woordenboek van het Nederlands en
was medewerker aan het Vroegmtddelnederlands
Woordenboek. Eerder publiceerde hij onder meer
het Kortrijks Woordenboek (1999), het Woordenboek
van de familienamen in België en Noord-Frankrijk
(1993, 2003), het West-Vlaams Etymologisch Woor
denboek (2002) en het Oost-Vlaams en Zeeuws-
Vlaams Etymologisch Woordenboek. In 1999 ont
ving hij de Visser-Neerlandiaprijs en in 2000 de
Rheinlandtaler. Ook zit hij in het bestuur van de
Stichting Johan Hendrik van Dale.
In principe treft men in het Woordenboek der
Zeeuwse Dialecten van dr. Rika Ghijsen en het in
2003 uitgegeven Supplement, vrijwel alle woorden
aan die in het Zeeuwse dialect gebruikt worden (of
werden). Een zeer g'root aantal van deze woorden
komt ook voor in het Standaardnederlands, alleen
worden deze woorden in het Zeeuws dan iets an
ders uitgesproken. Zulke woorden heeft de samen
steller natuurlijk niet in het Zeeuws Etymologisch
Woordenboek opgenomen, omdat men de herkomst
van deze woorden gewoon in een Nederlands ety
mologisch woordenboek kan opzoeken.
Woorden die in het Zeeuws en in het Algemeen
Nederlands ongeveer een gelijke betekenis hebben,
zijn om dezelfde reden niet in het Zeeuws Etymolo
gisch Woordenboek opgenomen. Ook woorden met
minimale fonologische of morfologische verschil
len werden niet opgenomen, zoals woorden die nog
de oude zwakke e-uitg'ang' hebben en nauwelijks
van het Nederlands verschillen, zoals kouse, bedde,
bazinne. Woorden die in het Woordenboek der
Zeeuwse Dialecten min of meer duidelijk als Neder
landse woorden herkenbaar zijn, zoals piele (pijl),
kieke (kijken), tuug (tuig), muus (muis), veugel (vo
gel) heeft de samensteller evenmin opgenomen.
Met deze restricties kan men zich afvragen of er
nog" wel woorden genoeg zijn overgebleven om een
Zeeuws Etymologisch Woordenboek samen te stellen.
Ondanks de hieivoor genoemde beperkingen
heeft Debrabandere blijkbaar in het Woordenboek
der Zeeuwse Dialecten en in het Supplement toch
voldoende woorden kunnen vinden die qua vorm of
betekenis zodanig van het Algemeen Nederlands af
wijken, dat het opnemen ervan in een Zeeuws
150 Boekbesprekingen