Wie weet waarom de ganzen barvoets gaan?
Over de geschiedenis van woorden
Piet van Sterkenburg
Sinds 16 oktober 2006 hebben we een canon
van onze vaderlandse geschiedenis waarmee
we iets kunnen. Een canon van Nederland of om
het in de woorden van Frits van Oostrom te
zeggen: de canon niet als culturele dijkbewaking,
maar als uitnodigende kijk op het verhaal van
Nederland in de wereld. Ons erfgoed kan nu
beter onderhouden worden dan ooit tevoren.
Geschiedenis is helemaal terug van weggeweest.
Geschiedenis is in. Maar niet alleen de geschiede
nis van Nederland, ook de geschiedenis van de
Nederlandse taal en ook die van het Zeeuws vieren
hoogtij.
Woordgeschiedenis
Het is de historische taalkunde die zich bij uitstek
bekommert om de woordgeschiedenis. En dankzij
die discipline zagen we achtereenvolgens enkele
etymologische woordenboeken verschijnen: West-
Vlaams etymologisch woordenboek (2002), Etimolo-
giewoordeboek van Afrikaans (2003 en 2007), Ety
mologisch woordenboek van het Nederlands (2003,
2006, 2007), Oost-Vlaams en Zeeuws-Vlaams ety
mologisch woordenboek (2005) en Zeeuws Etymolo
gisch Woordenboek (2007).
Al deze producten vertellen de geschiedenis
van de woorden die in het Nederlands, het Afri
kaans, het Vlaams of het Zeeuws voorkomen. En al
die woorden vertonen de kenmerken van hun taal
en van de leefwereld van de scheppers van die
woorden. Die woorden zijn ook deel geworden van
genoemde talen en dialecten en van onze cultuur.
Hun overkomt allemaal hetzelfde lot. Ze komen,
veranderen naar vorm en betekenis en verdwijnen
weer. Dat gebeurt in wisselende tempo's, in sociale
groepen en binnen een bepaald gebied. Om de ge
schiedenis van een woord goed te kunnen beschrij
ven, is kennis nodig van de ontwikkeling van een
taal, van de cultuur en van het landschap. En na
tuurlijk is er ook kennis nodig van de zaak in de
werkelijkheid waarnaar het woord direct of indirect
verwijst. Woordgeschiedenis buigt zich over vragen
als: Wat is de oorsprong van een woord, wat zit er
in een woord, wat gaat er achter een woord schuil?
Waar komt het woord vandaan? Waarom heet het
woord zoals het heet?
Woordgeschiedenis als leesstof
Etymologische woordenboeken geven interessante
leesstof. Sommige etymologen zijn aartsvertellers
en slepen ons mee als ze eenmaal op stoom liggen.
Als Jan Stroop de geschiedenis vertelt van de ver
schillende namen van de paardenbloem zitten we
op het puntje van onze stoel. Waarom heet die in
Zeeland pisbloeinDat blijkt alles te maken te heb
ben met de inlijving van de paardenbloem bij de
eetbare gewassen. Het blad van die bloem, vooral
de jonge scheuten die licht zijn van kleur en lekker
mals, wordt gebruikt als een soort sla of andijvie.
Maar dat verklaart toch nog niet de naam pisbloein
Dat is juist. Maar een van de eigenschappen van
dit blad is dat het het urineren bevordert. Het heeft
een zogenaamde diuretische werking.
PAARDEBLOEM
paardebloem, hienstebloem ,A"
hondebloem
kcttingbloem
pisbloein
Jan Stroop. '2004
gegevens uit I960
G
r - 1 |if>
V --AfW-ld
--3,
- --- -y"--' 1
TAr-tO11 1
i 1
•'"'mV;, n 'A''
/■'.'V G iCfn j'
Enkele benamingen voor de paardenbloem in de Nederlandse dia
lecten. Deze kaart van Jan Stroop verscheen bij zijn artikel 'Nog
eens naar die paardebloem gekeken' in de bundel Waar bloeien
schuddekopjes en zwijntjesgras? Een bundel lezingen bij het af
scheid van Har Brok, Meertens Instituut Amsterdam, 2006.
122
Woorden