16.4
peling', plattelander, boer'. Van daaruit ontwikkel
den zich de betekenissen 'boer, onbeschaafd mens,
iemand zonder gevoel, opvoeding en manieren'.
(3) Een woord kan zeer bewust gebruikt worden
in figuurlijke, oneigenlijke betekenis. Aanvankelijk
zal de gelijkenis of overeenkomst voor iedereen
duidelijk zijn. Maar geleidelijk wordt de overdrach
telijke betekenis een van de zelfstandige betekenis
sen van een woord.
Ook hiervan zijn heel wat Zeeuwse voorbeelden
te vinden in het Zeeuws Etymologisch Woorden
boek. Een barse is een 'flinke vrouw, stevig' uit de
kluiten gewassen meid'. Een barge was eigenlijk een
binnenvaartschip voor passagiers en goederen.
Aangezien dat een vrij log schip was, kreeg' het die
op zware vrouwen overgedragen betekenis. De boe-
repronker 'duizendschoon, Dianthus barbatus'
wordt zo genoemd omdat de bloemen in haast alle
boerentuinen pronken. Een erkel is zowel een
'erker' als een 'snottebel'. De tweede betekenis
(gebruikt op Walcheren en Zuid-Beveland) is het
gevolg' van overdrachtelijk gebruik. Aangezien het
(aan)gezicht in de volkstaal ook weieens vergeleken
wordt met een gevel, is een snottebel als het ware
ook een uitsteeksel aan die gevel. De herkomst is te
zoeken in het Duitse Erker, dat het heeft uit het
Oudpicardisch arkiere en Oudfranse archiere dat
teruggaat op het Middellatijnse arcuaria 'schietgat',
een afleiding van arcus 'boog'. Een erker was oor
spronkelijk een uitbouw op de vestingmuur. En we
eindigen met het Zeeuws-Vlaamse fitemdrollen
'abrikozen op brandewijn, boerenmeisjes'. Fijtema-
trul is eigenlijk een 'vijgdadel'. In het Zeeuws zijn
figedalen/fitedalen 'gekonfijte dadels'. Volgens Tael-
deman zijn fijtematruUen 'gekonfijte matrullen'.
MatruUe is een volks woord voor 'vagina'. Een ver
band tussen een vrucht en het vrouwelijke schaam
deel is niet ongewoon, vergelijk bijvoorbeeld pruim
dat ook de betekenis 'vagina' heeft.
(4) Een betekenis ontstaat door associatie met
een eerste betekenis van een woord en ontwikkelt
zich in die richting. De oorspronkelijke betekenis
van vuurtoren is 'toren als drager van een tot
oriëntatie dienend licht, lichtbaken'. Later komt
daar wegens de kleur van het haar 'iemand met
rood haar bij'. Op 25 juli 1985 wordt het betekenis-
profiel opnieuw uitgebreid met de betekenis 'bank
biljet van 250 gulden' omdat daar een vuurtoren
op staat afgebeeld. We spreken in deze gevallen
van betekenisverandering door metonymie. Bete
kenisverandering kan zich ook voordoen onder
invloed van een ander woord. Zo krijgt grijsaard
dat in het Middelnederlands voorkomt als grisaert
'knorrepot' en dat afgeleid is van grisen 'grijnzen,
schimpen' onder invloed van grijs omstreeks 1630
zijn huidige betekenis 'oude man'.
Zeeuwse voorbeelden hiervan zijn te vinden in
bijvoorbeeld gravelle 'snibbige vrouw, xantippe' te
vergelijken met het Franse gravelle 'graveel, nier
steen'. De Zeeuwse negatieve betekenis is te verkla
ren uit het erg' pijnlijke gevoel dat graveel of nier
steen veroorzaakt. Het woord is bekend op Walche
ren, Zuid-Beveland en Schouwen. Hielikmaker,
heilik-, heiligmaker is eigenlijk 'kruidkoek, gegeten
op boerenbruiloften, boerenkoopdag'en of kermis
sen'. De oorspronkelijke betekenis is 'huwelijksma
kelaar'. Het woord is opgetekend op Walcheren, de
Bevelanden, Tholen, West-Zeeuws-Vlaanderen en
Het Land van Axel.
Oest betekent 'oogst'. Keizer Augustus gaf zijn
naam aan de maand, die oorspronkelijk sextilis
'zesde maand' heette. Omdat in augustus geoogst
wordt, ging de maandnaam dan 'oogst' betekenen.
Oogstmaand is eigenlijk 'augustusmaand'. Een
triepe is een 'lastige, nukkige, betweterige vrouw;
ijdel meisje'. Het Middelnederlandse tripe betekent
'ingewanden of darmen van geslacht dier, pens'. De
negatieve betekenis 'lastige vrouw' heeft alles te
maken met de geringe waardering voor 'ingewand,
orgaanvlees'.
Alles telt in de etymologie en alles heeft zijn
reden
We spreken over de beste geschiedenis van een
woord als die klankwettig in orde is en semantisch
aannemelijk. Semantisch aannemelijk wil zeggen
dat de schakels tussen beginbetekenis en huidige
betekenis kloppen. Dat kan door in de herkomst-
ontwikkeling slechts een stap terug te gaan. We
spreken dan van etymologia proxima of directe
etymologie. Als we meerdere stappen teruggaan tot
eventueel de uiteindelijke oorsprong spreken we
van etymologia remota of verwijderde etymologie.
Onder het trefwoord beulingen, 'ingewanden (van
dieren)' is de directe etymologie: Middelneder
landse bolinc uit bodelinc 'darmen, worst', Vroeg-
nieuwnederlandse beulinck 'ingewand' (Kiliaan). De
verwijderde etymologie is de mededeling dat het
woord verwant is met het Franse boudin dat een
afleiding is van Middellatijnse bodellus uit het
Latijnse boteüus, botulus 'worst'.
Woorden
127