eland 16.4I Genootschapsverzamelingen Ad Beenhakker DOWNLOADEN IN DE ACHTTIENDE EEUW of het verzamelen van pseudo-topografische tekeningen In de loop van de zeventiende eeuw nam de be langstelling voor het eigen landschap in de Neder landen sterk toe. De geboorte van de landschaps schilderkunst had al in de zestiende eeuw plaats gevonden, met Joachim Patinir, Jeroen Bosch en Pieter H. Breughel als grote pioniers. Langzamer hand ontwikkelde het landschap zich tot een zelf standig genre, waarbij de verhalende voorstelling (een bijbelse of historische gebeurtenis) een steeds minder prominente plaats innam en uiteindelijk geheel uit het landschap verdween. Het zestiende- eeuwse landschap bleef echter het product van fantasie, waarbij bergen en dalen, bossen, meren en verre verschieten tot een eigen wereldbeeld werden versmolten. In het begin van de zeventiende eeuw begonnen echter met name de Noord-Nederlandse schilders belangstelling te krijgen voor het eigen landschap. Ze trokken eropuit om schetsen te maken van de eigen omgeving en verwerkten deze in realistische verbeeldingen van het vochtige, vlakke Neder landse landschap. Tegelijk kwam de horizon op hun schilderijen steeds lager te liggen, waardoor de lucht extra aandacht kreeg. Daardoor ontstond, om de woorden van Theo Laurentius te gebruiken, de typische 'Hollandse horizon'. Deze landschappen, van onder anderen Esaias van de Velde en Jan van Goyen, waren wel realistisch, maar nog niet topo grafisch nauwkeurig. Herkenbare elementen van het Hollandse landschap werden verwerkt in vrij opgezette composities. De belangstelling voor deze schilderijen bleek al spoedig zo groot, dat er ook een markt ontstond voor de goedkopere prent. Het was de Amsterdamse prentenhandelaar en graveur Claes Jansz. Visscher die op het idee kwam om een serie prenten met nauwkeurig weergegeven topografische landschappen uit te geven. Deze se rie, 'Plaisante Plaatsen' in de omgeving van Haar lem, verscheen omstreeks 1611 en was blijkens het titelblad bestemd "liefhebbers die geen tijd hebben om ver te reizen". De reeks bleek een groot succes en vormde de start voor een lange rij soortgelijke uitgaven, die de hele zeventiende en achttiende eeuw zou voortduren. De eerste reeks topografische prenten van Zee land verscheen in 1662 bij uitgever Zacharias Roman te Middelburg in een kunstboek van Bra bant, Zeeland en Vlaanderen. De 35 Zeeuwse af beeldingen werden in 1668 door Nicolaas Visscher (de zoon van Claes Jansz. Visscher) opnieuw uitge geven onder de titel Speculum Zelandiae. In 1699 verschenen de eerste exemplaren van het meest prestigieuze project op dit gebied, de nog altijd be roemde Nieuwe Cronyk van Zeeland van Mattheus Jansz. Smallegang'e (1624-1710), een combinatie van kroniek en topografisch plaatwerk, verlucht met tientallen grote uitslaande platen. In dezelfde tijd waarin de Cronyk van Srnalle- gange verscheen, rond 1700, komen we ook een nieuw verschijnsel tegen in de verzamelaarswereld, namelijk het verzamelen van getekende topografi sche voorstellingen in albums. Een aantal liefheb bers was niet tevreden met een gedrukt prenten boek in de boekenkast, maar wilde graag een eigen unieke collectie tekeningen bezitten. Ook aan die vraag moest worden voldaan. Belangstelling voor het verleden Bij het verzamelen van topografische tekeningen rond 1700 speelde niet alleen de toenmalige toe stand van steden, kastelen en landschappen een rol. Men zocht ook duidelijk een band met het roem rijke verleden. Ook in de Cronyk van Smalleg'ange is dit merkbaar. De afbeeldingen geven voor een groot gedeelte (toen al) historische gebouwen weer, de kastelen dan liefst binnen hun recent aangelegde formele tuinen. Bovendien werden ook enkele situa ties uit het verleden afgebeeld: in de Smallegang'e staan ook afbeeldingen van de toen reeds lang gele den verdronken stadjes Kortgene en Reimerswaal. Ook in de verzamelingen van getekende topo grafische voorstellingen is dit verschijnsel duidelijk te zien. Als men de verzameling van bestaande dorpsgezichten en gebouwen min of meer compleet Genootschapsverzamelingen 131

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2007 | | pagina 13