Aanwinsten pMBM G.G. Trimpe Burger-Mekking Het Jaarboek 2006 van het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap begint met een artikel van R. de la Haye; "'Locus iste sanctus est...". Over het iconografisch programma van de kapitelen van de kooromgang van de Onze Lieve Vrouwekerk van Maastricht'. De meeste kapitelen beelden aspecten van de Schepping af, andere dragen bijbelse motie ven als het Abel-kapiteel, het Abraham-kapiteel en het Jacob-kapiteel, en naar aanleiding van een veel latere periode, het Bileam-kapiteel. Daarnaast komt nog een Heimo-kapiteel voor, waarop een deftig gekleed persoon aan Maria een kapiteel aanbiedt. De discussie over de identiteit van deze Heimo is nog gaande, misschien stelt het de architect voor of de beeldhouwer. In 'De leden van de ridderschap van het Over- kwartier van Gelder in de jaren 1540-1580' (auteur G.H.A. Venner) krijgen we een uitgebreide analyse van ridderschap, adel en bestuur in het zestiende- eeuwse Overkwartier. Hierna volgt een historisch- antropologische en biografische studie van scherp rechters in de vroegmoderne tijd (P.G.H. Vullings). In het Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letter kunde van de Maatschappij der Nederlandse Letter kunde te Leiden schrijft R. Schenkeveld-van der Dussen 'Vondel geïnterpreteerd', naar aanleiding van het boek van F.W. Korsten: Vondel belicht. Voorstellingen van soevereiniteit. Korsten is niet geïnteresseerd in het gesloten wereldbeeld van de christen Vondel; hij dringt door in de gaten van het kunstwerk en probeert van binnenuit het geheel om te kieperen. Niet de Vondel die zich zeker voelt van de zinvolheid van het Godsbestuur zoekt hij, maar de Vondel die in zijn vele dialogen botsende standpunten geeft. Schenkeveld bespreekt Korstens benadering van de stukken Gebroeders en Noah een benadering die bijna pleit voor nieuwe wegen in de Vondelstudie. Het artikel 'Een onbekende klassieker: de Ca mera Obscura uit 1839' is geschreven door G. de Jager. Van de Camera zijn meer dan honderd her drukken verschenen, waardoor we met recht van een 'klassieker' kunnen spreken. De laatste druk waarvoor de schrijver zelf verantwoordelijk was en waarvan correctieproeven zijn bewaard, is die uit 1901. Beets is zijn hele leven aan de tekst blijven schaven. In de tweede helft van de negentiende eeuw is het aantal teksten in het boek verdubbeld, en pas daarna werd het zo populair. De lezers pre fereerden vooral de stukken die een idyllisch beeld geven van Nederland vóór de industrialisatie. Er is veel geschreven over de positie van de student in de negentiende eeuw. Bij het ontstaan in 1839 laat Beets zijn figuur Klikspaan als mening g'even: "de student is van de maatschappij afkeerig; voor hem is de maatschappij een donker hol waar ook hij in zal moeten rondgrabbelen tot hij een rij ken buit in den vorm van een post of eene vrouw bij de vodden heeft gepakt." De auteur werd na zijn 'speeltijd' een respectabel predikant in Heemstede. De Jager bespreekt alle toegevoegde verhalen, maar benadrukt het belang' van het lezen van de tien ori ginele teksten in de eerste editie. Het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwe tenschappen zond zoals elk jaar drie lijvige jaar boeken: Biologie, Entomologie en Aardwetenschap pen, verschenen in 2006. De artikelen zijn bedoeld voor specialisten en zijn alle in het Engels geschre ven, meestal met een Franse samenvatting I. Boomer e.a. schreven in het deel Biologie het stuk 'Freshwater Ostracoda (Crustacea) from the Assynt region, Noordwest Scotland: new Scottish records and checklist of Scottish freshwater spe cies'. Verzamelingen van levende ostracoden uit meren, poelen, beken en bronnen in het gebied rond Loch Assynt, Sutherland, Noordwest Schot land, zorgen voor de eerste gedetailleerde beschrij vingen van crustaceans (schaaldieren waarvan de schaal uit kalk bestaat) uit het Schotse vasteland ten noorden van de Great Glen, en voor de meest gedetailleerde regionale studie van heel Schotland. De toestand van de bodem in het gebied wordt vaak gedomineerd door zure sphag'nummoerassen en veengebieden, wat vaak niet goed voor de over leving van de ostracoden is. De ongewone aanwe zigheid van overvloedige en relatief diverse ostra- codenpopulaties in het gebied wordt grotendeels mogelijk gemaakt door de lokale rotsformaties in Aanwinsten 145

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2007 | | pagina 31