Overzichtskaart van Zeeland met de vaarwegen van Antwerpen en Terneuzen naar de Rijn, ca. 1900. Zeeuws Archief, Archief Rijkswater staat Kaarten, inv.nr. 263. door Nederlands grondgebied een waterweg aan te leggen. Deze moest - uitgaande van het Antwerpse havengebied - uitkomen in het Hollands Diep in de nabijheid van Moerdijk. België overwoog ook andere mogelijkheden. Zo werd er gedacht aan een verbinding met de Rijn via Luik en Aken. De Tweede Wereldoorlog had de onderhandelingen onderbroken. Later zou blijken dat geen enkele vaarweg eeuwigheidswaarde heeft en geen enkel verdrag onveranderlijk is. De bestaande verbinding via de Westerschelde was door de toename van de binnenvaart op het traject Antwerpen-Hansweert niet meer acceptabel. Hoe wel men zich van Nederlandse zijde nog verzette, toonden de Belgen duidelijk en terecht aan dat van een veilige vaart op dit traject geen sprake meer was. De Belgen meenden dat de enige oplossing bestond uit een kanaal gegraven van Antwerpen, dwars door westelijk Brabant en vervolgens uit mondend in het Hollands Diep. Van Nederlandse zijde bestond de bereidheid om gezamenlijk een oplossing te vinden, maar het Antwerpse verlangen om haar haven te laten uitmonden zo dicht bij de haven van Rotterdam leek wat te veel van het goede. Naast de Rotterdamse bezwaren waren er protesten uit Noord-Brabant, waar men weigerde grote delen van de cultuurgrond te laten vermin ken. Nederland stelde dat een kanaal via de Een dracht een goede oplossing zou zijn. Via dit kanaal zou Nederland aan België kunnen geven waarop het redelijkerwijs recht had. Het ambitieuze Deltaplan van 1955 bracht opnieuw enige onrust in België. Het bleek echter al snel dat Nederland bij de opstelling ervan de ver dragen van 1839 had geëerbiedigd. Het heeft nog tot 23 september 1975 geduurd voordat de Schelde-Rijnverbinding in gebruik kon worden 170 iaar vriie vaart

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2008 | | pagina 11