Zeeland 17.1 genomen. Het is een merkwaardige samenloop van omstandigheden te noemen dat deze verbinding, zoals die na een discussie van bijna anderhalve eeuw tot stand kwam, vrijwel dezelfde route volgt als de natuurlijke vaarweg liep bij de totstand koming van het Tractaat. Over de wijze waarop het Tractaat moet worden uitgelegd bestaan nog altijd wrijvingen. In het begin van de 21ste eeuw spreekt men van de inter pretatie van het Scheldestatuut. Had men 170 jaar geleden de ontwikkelingen kunnen voorzien, dan was wellicht in deze overeenkomst de voorwaarde opgenomen dat de bevaarbaarheid van de Wester- schelde te allen tijde aangepast moest zijn aan de ontwikkelingen in de scheepvaart. Nederland wijst deze aanpassing niet van de hand en wil hier graag aan meewerken, maar wel met inachtneming van de Nederlandse oeverbelang'en. De Westerschelde is voor Antwerpen van vitaal belang. Nederland heeft echter als vaarwegbeheerder te maken met een aantal andere belangen. Baggerwerken en het milieu Zo kregen onderhoudsbaggerwerken in toenemende mate af te rekenen met milieubezwaren. De bagger specie is sterk verontreinigd. Vooral het slib, dus de kleinere deeltjes, is vervuild. Door de wisselwerking van baggeren en het elders terugstorten dreigt de verontreiniging zich over een groter oppervlak te verspreiden. Getracht zal moeten worden de schade zoveel mogelijk te beperken door de verspreiding van gecontamineerd slib te minimaliseren. De maatschappelijke druk ten aanzien van deze pro blematiek nam hand over hand toe. In 1985 werd door Nederland in het kader van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater (WVO) vastgesteld dat België moest beschikken over een vergunning voor het (terugjstorten van bagger specie afkomstig van onderhoudswerk op Belgisch gebied, en een tweede vergunning voor het terug storten van baggerspecie afkomstig van Nederlands gebied. Beide vergunningen zijn verleend op 18 mei 1988 na een procedure van tweeënhalf jaar. De hierin genoemde bepalingen waren voor België aanvaardbaar. Inmiddels hanteert Nederland steeds strengere milieueisen. Ook kan men zich de vraag stellen of de immer voortgaande ontwikkelingen in de scheepvaart blijvend gevolgd kunnen worden. In Nederlandse milieukringen beweert men dat de Schelde niet langer verdiept hoeft te worden omdat Het Schelde-Rijnkanaal ter hoogte van de Kreekraksluizen. Het kanaal is 35 kilometer lang, loopt van Antwerpen naar het Volkerak en is onderdeel van de Schel de-Rijnverbinding, de vaarroute die Antwerpen met Rotterdam en de Nederlandse grote rivieren verbindt, ca. 1990. Foto Jaap Wolterbeek. 170 jaar vrije vaart 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2008 | | pagina 12