eland 17.1 niet van om in boeken te schrijven. Is er dan een probleem als die pagina's vol zijn? Ik heb daarna vergeefs gezocht naar een (Zeeuws) adres om gege vens naar toe te sturen. Toch een beetje een gemiste kans, want die gegevens zijn van groot belang om de doelstelling te halen na tien jaar weer een betrouwbaar overzicht te presenteren. Over het algemeen is de tekst en de spelling van de nomenclatuur in orde, al staan er de haast onvermijdelijke fouten in: Sympetrum pedeOanum (p. 108), nuphar Iutea en Phargmites (p. 203). Het boek verdient een plaats tussen 'officiële' wetenschappelijke lectuur, gezien het belang ervan voor de ondersteuning van faunistische trends. Al met al is het een mooi overzicht geworden, dat goed gebruikt kan worden door beheerders. Wel zouden verbeterpunten relatief kleine aanpassingen hebben gevergd. Ik sluit mij aan bij de woorden van de helaas veel te vroeg overleden Thijs Kramer: "Het Lantaarntje is in Zeeland een van de meest algemene libellensoorten. Laten we die naam beschouwen als een lichtend voorbeeld: dat er vele libellensoorten mogen volgen." Maurice Jansen Adri P. van Vliet, Een vriendelijcke groetenisse' Brieven van het thuisfront aan de vloot van De Ruyter 1664- 1665). Nederlands Instituut voor Militaire Historie. Uitgeverij Van Wijnen, Franeker 2007. 392 blz. ISBN 978-90-5194-291-0. 49,50. Het onderhavige boek is een buitengewoon ver zorgde publicatie over een aantal brieven uit wat door de stukken van Roelof van Gelder in NRC/Handelsblad (2005-2006) bij een algemeen publiek bekend is geworden als de Sailing Letters. Dat zijn Nederlandse brieven uit het archief van het High Court of Admirality dat zich bevindt in de National Archives in Kew, Groot-Brittannië. Het brievenarchief stond oorspronkelijk bekend als de Prize Papers. De brieven bestrijken een periode van bijna twee eeuwen en zijn afkomstig van Neder landse schepen die door de Engelsen gekaapt zijn, onder andere tijdens vier Engelse Zeeoorlogen. Het gaat om 38.000 brieven waarvan er meer dan 4.000 dateren uit de 17de eeuw. Adri van Vliet (W) bestudeerde uit genoemde collectie 97 brieven uit 1664-1665 van het thuis front aan opvarenden van de vloot van admiraal Michiel de Ruyter. Tragisch detail is dat deze brie ven nooit hun bestemming bereikten. W deed meer dan de brieven bestuderen; hij maakte ze ook toegankelijk. Het gaat hier in het bijzonder om brieven aan opvarenden van het eskader van De Ruyter dat in genoemde jaren een reis maakte naar de Middellandse Zee, de kust van West-Afrika, het Caribisch gebied en Noord-Amerika. VV legt de nadruk op de conflicten aan de vooravond van de Tweede Engelse Zeeoorlog (1665-1667), op de Engelse agressie tegen de versterkingen van de W1C in West-Afrika, op de onverwachte tocht van De Ruyter op gezag van de Staten-Generaal naar West-Afrika en de kust van Guinea, op de samen stelling van het eskader, de opvarenden en het amfibische optreden van De Ruyter in genoemde gebieden, op zijn terugreis met een omweg en op de behaalde resultaten van de reis. W staat eveneens omstandig stil bij het ver schijnsel brieven over zee, bij hun bestelling en verzending, bij de briefschrijvers en -schrijfsters, bij de inhoud van de brieven en bij de moeilijk heden waarin het thuisfront verzeild kon raken en raakte. Verder beschrijft hij de communicatiemoge lijkheden tussen achterblijvers en opvarenden en neemt hij de aard van de vermelde nieuwsfeiten onder de loep. Het nawerk bevat een Engelse samenvatting', een overzicht van de scribenten en geadresseerden, een summiere begrippen- en afkor tingenlijst, een register en een overzicht van de gebruikte bronnen en literatuur. De opgenomen brieven zijn vaak zorgelijk van toon. De woonomgeving, armoede, werkloosheid, ziekten, een dreigende oorlog en het lange wegblij ven van de dierbaren waren geen reden voor vreugde-uitingen. Grote groepen van het thuisfront woonden in wijken rond de havens van Amster- Boekbesprekingen 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2008 | | pagina 36