170 Jaar vrije vaart op de Schelde
Het Tractaat van 1839 en "wat ons bindt en wat ons scheidt"
Doeke D. Roos
"Opdat de waakzaamheid niet
zal verslappen,
want het is niet alleen het water
dat aan de Zeeuwse eilanden knaagt"
Dit gezegde werd na de totstandkoming van het
Tractaat van 1839 tussen België en Nederland
menigmaal gebezigd. Bij talloze kwesties die er in
later jaren met onze zuiderburen waren, werd het
nog gehoord en eigenlijk beheerste het ook nog de
berichtgeving in de jaren na de Eerste Wereld
oorlog.
Nu er opnieuw aan de Zeeuwse eilanden dreigt
te worden 'geknaagd', leek het mij een goede
gedachte even stil te staan bij bijna 170 jaar vrije
vaart op de Schelde. Een terugblik naar het
moment waarop de scheiding tussen België en
Nederland een feit was, er een grens tot stand
kwam en wat er daarna gebeurde. Over "wat ons
bindt en wat ons scheidt". Dit geschrift is geen
partijdig betoog. Ik wil slechts verhelderen naar
beide zijden, met de hoop dat Belgen en Nederlan
ders tot een nog nauwere samenwerking zullen
komen.
Het Scheidingsverdrag
Indien natuurlijke gebeurtenissen of werken van
kunst de aangewezene wegen voor de scheepvaart
voor het vervolg onbruikbaar mogten maken, zal de
Nederlandsche Regeering aan de Belgische scheep
vaart, ter vervanging van gezegde, onbruikbaar
geworden wegen voor de scheepvaart, andere
zoodanige wegen, die even veilig en even goed en
gemakkelijk zijn, aanwijzen.
Deze passage treffen we aan in het Tractaat met
België van 22 juni 1839. Thans, na meer dan
anderhalve eeuw, is zowel de lengte als de diep
gang van vele schepen die de Schelde bevaren ver
tienvoudigd. Wie uit bovenstaand citaat opmaakt
dat de Schelde niet zou moeten worden aangepast
aan deze voortdurende schaalvergroting, kan zich
nauwelijks nog' in het Antwerpse vertonen. De tal
loze verdiepingsoperaties die in de laatste decennia
in de Schelde werden uitgevoerd, vloeiden in veel
gevallen voort uit overeenkomsten die werden
gesloten na wat heet 'voor-wat-hoort-wat-discus-
sies', justcs compensations, een nog steeds gebrui
kelijke gang van zaken.
Op 19 april 1839 kwam in Londen het Schei
dingsverdrag tot stand. In dit verdrag waren regels
opgenomen met betrekking tot een vrije en onbe
lemmerde vaart op de Schelde, de verbinding van
deze rivier met de Rijn, maar ook de wijze waarop
de scheepvaart moest worden begeleid en uitge
voerd. Deze regels worden dan ook wel het Schel-
detractaat genoemd. Bij een scheiding dienen
goede afspraken gemaakt te worden. De Belgen
hadden niet al te prettige ervaringen met de Neder
landers waar het de vrije vaart op de Schelde betrof
en voor eens en voor altijd diende deze rivier open
te zijn voor alle scheepvaart naar de Belgische
havens. De Nederlanders hadden in het verleden de
Schelde nogal eens afgesloten, en dit mocht nooit
meer gebeuren.
In 1830, na de opstand in Brussel, riep een
voorlopige Belgische regering de onafhankelijkheid
uit en bij wijze van voorzorg sloot koning Willem I
de Schelde af. Op hem moet de wens van de Belgen
om zich van Nederland los te maken, zijn overge
komen als een daad van ontrouw. Van Noord-
Nederlandse zijde was hem zelfs verweten dat hij
meer de belangen behartigde van Antwerpen dan
die van de havens in het Noorden. De periode na
de opstand van 1830 werd gekenmerkt door een
aaneenschakeling van voorstellen, tegenvoorstel
len, protesten, pleidooien pro en contra, gedaan
door vertegenwoordigers van beide landen en afge
vaardigden van een aantal grote Europese landen.
Deze bijeenkomsten - ook wel de Conferentie van
Londen genoemd - hadden in 1839 tot resultaat
dat er een verdrag tot stand kwam. België kreeg
hier de steun van Palmerston, de Britse minister
van Buitenlandse Zaken. Het verdrag werd in feite
beschouwd als een wat geforceerde oplossing om
maar van het geharrewar en het gekrakeel af te
zijn. In Nederland was geen algemene bijval voor
de overeenkomst en in België werd ze met tegenzin
en slechts na sterk verzet aanvaard.
2
170 jaar vrije vaart