pHSMffl
in veel Zeeuwse sloten groeien nauwelijks waterplanten. Deze sloot werd medio mei 2007 in de buurt van Arnentuiden gefotografeerd.
Foto C.J.M. Musters.
pad en het Palingbrood, maar ook de ruppiavegeta-
ties zouden erdoor achteruit kunnen gaan. We krij
gen meer planten en dieren in onze sloten, maar
onze sloten gaan tegelijkertijd meer lijken op de
sloten elders in Nederland. Omdat de verzoeting
samenhangt met de klimaatverandering lijkt daar
voorlopig weinig tegen te doen. Bovendien is het
nog maar de vraag of toenemende regenval wel
tot een merkbare verzoeting van het slootwater zal
leiden.
De gevolgen van een verbeterde waterkwaliteit
en van bredere sloten met meer natuurlijke oevers
zullen in ieder geval positief kunnen zijn, of het
slootwater nu wel of niet zoeter wordt.
Of de ontwikkelingen ook werkelijk positief uit
pakken voor de natuurwaarde van de sloten zal nog
moeten blijken. De waarde van een sloot en sloot
kant wordt immers niet alleen bepaald door globale
ontwikkelingen in de natuur en het nationaal
natuur- en waterbeleid, maar vooral ook door het
onderhoud van die sloot of slootkant (Meiman 8t
Van Strien, 1993; Musters et al, 2006). Het is
daarom goed dat het waterschap inmiddels op een
groot aantal plaatsen de ontwikkelingen in sloten is
gaan volgen. Ook beheer en onderhoud verdient
onze aandacht, juist nu er kansen zijn voor een
verhoging van de waarden van onze Zeeuwse
sloten.
Dankwoord
Dit artikel is mede mogelijk geworden dankzij de
informatie en suggesties van Anne Fortuin (Water
schap Zeeuwse Eilanden) en Michiel Bil (Provincie
Zeeland).
Literatuur
Bongers, W. ft H.J.G.A. Limpens, 1997. Hoe leven vleermuizen.
In: Limpens, H.J.G.A., K. Mostert Et W. Bongers (red.), 1997.
Atlas van de Nederlandse vleermuizen. Onderzoek naar ver
spreiding en ecologie. Natuurhistorische bibliotheek 65, KNNV,
Utrecht.
Zeeuwse sloten