Portret van Willemina Zeeman-Worst (1828-1907). Collectie
auteur.
gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars
om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon." De
jonge dominee en zijn vrouw gaan in het huis met
de trapgevel in de Dorpsring" wonen dat als pastorie
fungeerde. Ze zouden er meer dan twintig jaar blij
ven tot ze in 1883 verhuisden naar een nieuwe
ambtswoning aan de Zuidweg. In hun eerste huis
beleefden ze lief en leed. In het eerste jaar in Zon-
nemaire werd een levenloos meisje geboren. Twee
jaar later, in 1864, werd een zoon geboren die
Pieter genoemd werd, de latere natuurkundige en
Nobelprijswinnaar, en op 24 december 1867 kwam
Johannes Hubertus (Bert) ter wereld, die later vice-
admiraal der Koninklijke Marine zou worden.
In 1872 werd Christiaan Eliza geboren, die op
29 april 1873 overleed. In een brief van Arenda
Worst, zuster van mevrouw Zeeman, van april
1873 lezen we: "Lieve Zeeman en Mien Wel dat
had ik niet gedacht toen ik Zondag de brief ont
ving dat het zulk een treurige tijding zou bevatten,
en dat gij dit lieve kleine ventje hebt moeten mis
sen. Mienlief wat hebt gij getobt en gezorgd voor
dat lieve kind en nu alles voor niets. Maar God
weet beter wat nuttig ook voor hem was. Was zijn
borstje niet goed en Had hij een sukkelend leven
moeten leiden, dan was het nog erger geweest."
De twee zoons Piet en Bert hebben het maat
schappelijk zeer goed gedaan. Na de lagere school
in hun geboortedorp gingen de jongens naar de
hbs in Zierikzee. In een artikel voor het kerstnum
mer van de schoolkrant Contact van de hbs in 1937
schrijft prof. Zeeman: "In Sept. 1877 kwam ik op
de HBS. Vijfjaar reed ik iedere dag met andere
jongens met paard en wagen heen en terug den 18
km langen weg naar de HBS." Nadat hij zijn eind
examen had volbracht, afgenomen in Middelburg,
ging Piet zich op de Horsten in Wassenaar bij
dr. Lely voorbereiden op het staatsexamen Latijn
en Grieks om te kunnen studeren. Bert ging naar
het Koninklijk Instituut voor de Marine in Den
Helder om marineofficier te worden.
Uit de brieven die de ouders Zeeman aan Piet
stuurden en die bewaard bleven, krijgen we een
idee hoe het pastorieleven in Zonnemaire was.
Naast kerkdiensten en pastoraat was er het sociale
verkeer. Zo schrijft C.F. Zeeman in 1883: "Vandaag
gingen wij met zijn tweeën samen naar Fr. V.d.
Bout waar ik een partijtje schaak speelde en Bert
ons kwam halen." Het gezin mist Piet erg: "Dat U
beste jongen de afwezigheid uit deze huiselijke
kring geducht vreemd viel en U meermalen hin
derde, kan ik mij best voorstellen. Het was ook
voor ons zulk een leegte en nu gij weg waart en
wij blijven nog wel met zijn drieën." Over het pre-
dikantswerk schrijft mevrouw Zeeman: "De vrouw
van bakker van Leersum is overleden en vrouw
Smalheer gisteren. Pa is bij de eerste op begrafenis
geweest." Ds. Zeeman schrijft over het vijftigjarig
huwelijksfeest van het gemeentelid Slobbe: "Het
kamertje in het armenhuis was te klein en nu
mochten zij de consistoriekamer gebruiken, waar ze
zeer feestelijk zaten en 's avonds een serenade kre
gen van de muziekvereniging, 's Morgens gingen
moe en ik er feliciteren." Op 16 maart 1883 schrijft
Zeeman dat hij in Noordgouwe een lezing gaf over
de godsdienstige beweging op de Veluwe in 1750
voor een groot gehoor en dat ze gezellig een boter
ham aten bij ds. Knuttel en zijn vrouw. In een brief
van februari 1889 vertelt mevrouw Zeeman: "Pa is
Woensdag weer naar Brouwershaven geweest voor
de catechisatien. Gisteren naar vergadering, toen
thuis eten, toen gewandeld heen en terug naar
Brouwershaven, omdat er vergadering was voor
een beroep." Openbaar vervoer was er niet eind
negentiende eeuw; er moest of te voet of per rijtuig
48
Dominee te Zonnemaire