Vijfentwintig jaar predikant in Zonnemaire
Op 19 juni 1887 vierde ds. Zeeman zijn vijfentwin
tigjarig jubileum als dominee van de hervormde
gemeente. Voor de herdenkingsdienst koos hij als
tekst Filippenzen 1:3, "Ik dank mijn God zoo dik
wijls ik uwer gedenk." Hij zegt: "Versch is nog de
indruk van de feestelijke ontvangst die mij en
mijne echtg'enoote in het midden der vorige week
juist in ditzelfde kerkgebouw werd bereid. De bloe
menpracht, orgeltonen en kinderstemmen stroom
den ons tegen, toen onze voet de drempel van dit
bedehuis betrad." Hij eindigt zijn preek aldus: "Ik
maak de taal van Paulus tot de mijne bij het
gedenken van zooveel blijken van vriendelijkheid.
Ik dank mijn God die tot heden mij te dezer plaats
woning en werkkring gaf."
Als cadeau werd Zeeman door de ambachtsheer
van Zonnemaire en de ingezetenen de hel van
Dante aangeboden in de vertaling van J.J.L. ten
Kate met platen van Gustave Doré. In de gekalli
grafeerde opdracht staat: "Bij gelegenheid zijner
vijf en twintigjarige vervulling der betrekking van
Predikant der Ned. Herv. Gemeente."
Zeemans preken
Zoals in de negentiende eeuw gebruikelijk was
noemde Zeeman zijn preken leerredes. Als men het
homiletisch (preken) werk van hem leest, doet het
belerend aan. Ds. Zeeman was de moderne of vrij
zinnige richting in de hervormde kerk toegedaan.
Hij zet zich af tegen de klassieke kerkelijke belijde
nis. In de preek bij de ingebruikname van de
nieuwe kerk in 1868 heeft hij het over de kerk "als
een huis niet toegewijd aan eenig' aardsch belang,
maar aan de lofprijzing van het grootverheven
opperwezen." Typerend, deze 'moderne' godsom
schrijving.
Als hij veertig jaar predikant van Zonnemaire
is, houdt hij een herdenkingspreek onder de titel
"Herdenking Eener 40 jarige Evangeliebediening te
Zonnemaire op 15 Juni 1902". Tekst: Handelingen
7:36. Daar gaat het over Mozes. Deze heeft de
Israëlieten uitgeleid, "doende wonderen en tekenen,
in het land van Egypte en in de Rode Zee, en in de
woestijn, veertig jaar"! Die gedachte legt Zeeman
ten grondslag aan zijn toespraak, zonder zijn werk
met dat van Mozes op een lijn te stellen. Veertig
jaar staat voor een mensenleven. Zo lang mocht hij
in Zonnemaire werken. Hij onderstreept het "hoog
belang eener gedurende een menschenleven op
dezelfde plaats voortgezette prediking des Christen-
doms in de Nederlandsche Hervormde Kerk."
Wat is de kern van zijn overtuiging? "Als
christen prediken wij Gods heilige vaderliefde als
de bron van reinheid en liefde, als christen stellen
wij de liefde voor als hoogste beginsel der zedelijk
heid, maar gaat daarmede niet altoos samen de
verkondiging van de pijn als zedelijk kwaad en
gemis aan broederlijke liefde?" In zijn preken heeft
Zeeman dikwijls verkondigd "wat U vreemd klonk
of ergerde omdat het afweek van de oude leer
waarin gij waart opgevoed. Ik heb niet geschuwd
om U de zwakheid aan te wijzen van de gronden
waarop Uw geloof rustte." In het godsdienstonder
wijs schroomde hij niet de jongelieden op de eigen
lijke grondslag van de christelijke leer te wijzen en
daarbij "hunne verbeelding te zuiveren van bijge
lovige en bekrompen voorstellingen en hun te
vervullen van eerbiedige liefde voor Hem die de
schijngodsdienst zijner tijdgenooten door iets
hogers en beters zocht te vervangen".
Bij begrafenissen wees ds. Zeeman op de ernst
des levens en op de zaligheid die een wandel in
liefde verleent. Uit dit alles spreekt Zeemans moder
nisme. Hij eindigt zijn preek met nog maar eens op
Mozes te wijzen, "die door het geloof in de Onzien
lijke aan Israels vorming tot een onafhankelijk volk
arbeidde. Onder dat volk woonde godsvrucht en
deugd. Gelijk de tocht van Israël en zijn leidsman
door de woestijn is ons leven. Er ontspringen fon
teinen en er valt wel manna, maar de weg is hobbe
lig, de rotsen steil en de tochtgenoten zijn dikwijls
onredelijk, aardschgezind en ondankbaar."
Zeeman is 73 als hij deze 'leerrede' houdt. Er
was toen geen verplicht emeritaat. Hij eindigt met
de woorden: "Laat ons bidden en arbeiden dat wij
op waardige wijze eene plaats vervullen in de zede
lijke wereld, dat wij in harten van anderen mogen
schrijven, wat edel verheven en liefelijk is." De
gemeente zong zijn predikant toe uit Gezang 231
3 en 4 (oude bundel):
"Breng door hem toch onze vrede
Die geen wereld smaken doet
Deel hem al uw gaven mede
Wijsheid, vroomheid, kracht en moed."
Afscheid en laatste jaren
Zondagmiddag 10 juli 1904 kwam het moment dat
ds. Zeeman afscheid nam naar aanleiding van
Dominee te Zonnemaire
51