We kozen voor een korte enquête van tien minuten. Er waren aparte websites voor Zeeland, Brabant en Limburg. Elke enquête bestond uit maximaal tien delen, met in het begin enkele per soonlijke vragen, o.a. over de woonplaats van de geënquêteerde in heden en verleden. Daarna volg den vragen over hun dialectkennis en vragen over het gebruik van dialect, regiolect en standaardtaal. Regiolect ('streektaal') is een ruimer bruikbare taal vorm tussen het Standaardnederlands en het dialect in, met een herkenbaar Zeeuws accent. Op het einde werden ook een paar stellingen gegeven die te maken hadden met regionaal taalbeleid en regio nale identiteit. Daarop konden de invullers aange ven in welke mate ze het met die stellingen eens waren. De Zeeuwse vragenlijst werd uitgevoerd in april 2006 (in het kader van een eindwerkstuk aan de Universiteit Utrecht door de Zeeuwse studente Mar- tine Schrier onder begeleiding van Hans Van de Velde), de Limburgse en Brabantse in april 2007. Oproepen voor medewerking werden geplaatst in de lokale en regionale media en op de websites van de provinciale culturele organisaties. Om een verte kening van de gegevens in onze enquête zoveel mogelijk in te perken hebben we de oproep niet via dialectverenigingen of discussielijsten over taal geplaatst. In Zeeland werd de enquête bekendge maakt via een artikel in de dagbladen PZC en BN- De Stem, een oproep in dit tijdschrift, een interview op Omroep Zeeland en de websites van Omroep Zeeland en de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland. De respons was overweldigend: binndn vijf weken hadden we maar liefst 1572 bruikbare informanten voor Zeeland. Ook uit Brabant en Limburg was er veel respons: 1094 uit Brabant en 2347 uit Lim burg. Het totale aantal informanten was dus 5003. Het percentage ingevulde enquêtes is het hoogst in Zeeland met meer dan 4%o van alle inwoners. In Limburg is dat 2°/oo en in Brabant, de dichtstbevolkte provincie van de drie, vulde minder dan 0,5°/oo onze enquête in. De leeftijd van de informanten varieert tussen 11 (een Zeeuwse invuller) en 91 jaar (de oudste Zeeuw was 83). Bij de verwerking van de gegevens hebben we de groep in vijf leeftijdsgroepen ver deeld van dezelfde grootte: 11-27 28-40 41-50 51-59 60-91. De gemiddelde leeftijd van de invul lers voor de drie provincies samen is 44 jaar. Opge splitst per provincie is dat 41 voor Zeeland, 51 voor Noord-Brabant en 43 voor Limburg. De Brabantse invullers zijn gemiddeld dus een stuk ouder dan de Zeeuwse. Er waren iets meer mannelijke invullers dan vrouwelijke (55% mannen - 45% vrouwen - in Zeeland 53% tegenover 47%), wat in overeenstem ming lijkt te zijn met het gegeven dat Nederlandse mannen frequentere internetgebruikers zijn dan vrouwen. Voor de drie provincies samen is er een overrepresentatie van hoger opgeleide informan ten: 43,4% van de invullers is hoog opgeleid. Opvallend in deze enquête is dat in Zeeland dit niet het geval is: de helft van de Zeeuwse invullers gaf aan een lage opleiding te hebben (basisschool of een beroepsopleiding). We hebben de invullers ook ingedeeld volgens hun opgroei- en woonsituatie. Invullers die nooit in Zeeland (of Brabant of Limburg) hadden Zeeland n °/o Brabant n Limburg n Totaal n °/o leeftijd 11-27 365 23,4 100 9,1 517 22,0 982 19,6 28-40 394 25,2 171 15,6 478 20,4 1043 20,8 41-50 332 21,3 169 15,4 497 21,2 998 19,9 51-59 268 17,2 279 25,5 484 20,6 1031 20,6 60-91 203 13,0 375 34,3 371 15,8 949 19,0 geslacht M 835 53,5 615 56,2 1309 55,8 2759 55,1 V 727 46,5 479 43,8 1038 44,2 2244 44,9 opleiding laag 799 51,2 316 28,9 781 33,3 1896 37,9 middel 302 19,3 171 15,6 463 19,7 936 18,7 hoog 461 29,5 607 55,5 1103 47,0 2171 43,4 woonsituatie stabiel 540 34,6 333 30,4 952 40,6 1825 36,5 mobiel 565 36,2 410 37,5 727 31,0 1702 34,0 remigrant 191 12,2 162 14,8 300 12,8 653 13,1 emigrant 150 9,6 111 10,1 296 12,6 557 11,1 immigrant 116 7,4 78 7,1 72 3,1 266 5,3 Tabel 1. Overzicht van de invullers (n=5003) opge splitst per provincie, leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en woonsituatie. F>4. Oe praet jie?

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2008 | | pagina 20