eland 17.2 gewoond, konden niet aan de enquête deelnemen. Een derde van de invullers kreeg het label stabiel: dat betekent dat ze altijd in dezelfde plaats hebben gewoond (in B., L. of Z.). Mobiel (ook een derde) zijn de invullers die altijd in dezelfde provincie gewoond hebben, maar die binnen de provincie een of meer keer verhuisden. Remigranten (13,1%) zijn de personen die geboren zijn en opgroeiden in een van de drie provincies, maar een tijd buiten de pro vincie woonden en daarna terugkeerden naar hun oorspronkelijke provincie. Emigranten (11,1%) groeiden wel op in Zeeland, Brabant of Limburg, maar leven nu niet meer in hun geboorteprovincie. Immigranten zijn mensen die nu in Zeeland, Bra bant of Limburg wonen, maar hun wortels buiten die provincie hebben. Slechts 5% van onze invul lers is immigrant, wat een sterke minderheid is in ons geheel. In onze verdere analyses zullen we enkel rekening houden met de invullers die nu in een van de drie provincies wonen, in ons geval dus alle invullers die nu in Zeeland wonen (de groepen stabiel, mobiel en remigrant). Voor Zeeland tellen we dan 1289 informanten. Binnen de provincies hebben we een fijnere indeling gemaakt, zodat we ook die antwoorden kunnen vergelijken. In Zeeland is gekozen voor de volgende opsplitsing: Noord- Zeeland, Midden-Zeeland en Zeeuws-Vlaanderen (of Zuid). Schouwen-Duiveland, Tholen en Noord- Beveland hebben we bij het Noord-Zeeuws onder gebracht. Zuid-Beveland en Walcheren maken de middengroep uit en de Zeeuws-Vlaamse dialecten horen bij Zeeuws-Vlaanderen, uiteraard. Er waren 176 informanten voor het Noord-Zeeuws, 773 voor het Midden-Zeeuws en 340 Zeeuws-Vlamingen. Als we nog iets regionalen kijken is de verdeling als volgt: Schouwen-Duiveland (88), Tholen (63), Noord-Beveland (25), Walcheren (346), Zuid-Beve land (427), West-Zeeuws-Vlaanderen (81), Land van Axel (51) en Land van Hulst (208). De getallen verwijzen naar de woonplaats van de invullers. Aangezien deze enquête uitgaat van de woon plaats, konden invullers van Goeree-Overflakkee (die wel een Zeeuws dialect spreken, maar in Zuid- Holland wonen) niet aan deze enquête deelnemen. Kennis en gebruik De data die gepresenteerd zijn in figuur 1 geven, uitgesplitst naar herkomst, een overzicht van het aantal invullers die hun eigen dialect begrijpen en spreken in de drie zuidelijke provincies. 97,1% van begrijpen I spreken stabiel mobiel remigrant emigrant Figuur 1. Percentage van de informanten die het dialect van hun provincie begrijpen en spreken, opgesplitst per woonsituatie (n=5003). de invullers begrijpt het dialect van de plaats waar ze opgroeiden of nu wonen. Stabiele, mobiele en remigrante inwoners verstaan het bijna allemaal. Meer dan 90% van de stabiele en mobiele inwoners zegt dat ze het lokale dialect spreken; onder remi granten (die een tijdje buiten de provincie woonden) is het dialectgebruik iets lager (84,8%). Ongeveer driekwart van de invullers die emigreerden naar een andere provincie zegt dat ze het lokale dialect begrijpen en spreken. Zoals verwacht kunnen emi granten het dialect het minst spreken (24,8%), maar een meerderheid van hen verstaat het wel (95,5%). In wat volgt zullen we ons beperken tot de plaatselijke bevolking, namelijk zij die opgroeiden in een van de drie provincies (en meer specifiek in Zeeland) en er nu ook nog wonen, omdat zij immers de kern uitmaken van de lokale linguïsti sche gemeenschap. Emigranten zijn immers niet langer een deel van deze gemeenschap en de immi granten in ons onderzoek (n=266 verspreid over de drie provincies) zijn te weinig talrijk om represen tatief te zijn voor de groep immigranten in het zui den van Nederland. We zullen in wat volgt vooral spreken over dialectgebruik, aangezien vrijwel iedereen (99,7%) het eigen dialect begrijpt. Maar laten we toch even kijken naar de Zeeuwse situatie wat kennis betreft, ook al is daar, zoals hierboven al is vermeld, eigenlijk weinig over te vertellen. Bijna iedereen (99,3%) begrijpt het dialect van de plaats waar hij of zij opgroeide (gelijkmatig verspreid over de drie regio's Noord/Midden/Zuid). 84,2% spreekt het ook nog. De hoogste percentages vinden we voor het Noord- Zeeuws (88,1%), nipt gevolgd door Zeeuws-Vlaan deren (87,4%). De middenregio scoort iets lager (81,9%). Wie dialect kent, heeft het meestal van bij Oe praetjie? 55

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2008 | | pagina 21