Zeeland 17.2
Figuur 3. Plaatselijke dialectsprekers per provincie en leeftijd
(n=4180).
Standaard- Regiolect
nederlands
Figuur 4. Meest en liefst gesproken taalvariëteit in procenten.
Wat spreekt men het liefst?
Uit de bovenstaande gegevens blijkt dus dat de
Zeeuwse dialecten nog goed gekend zijn, maar van
de drie provincies zijn de Zeeuwen ook het minst
trots op hun dialect. Om te weten of het dialect in
Zeeland nog veel en graag gebruikt wordt, hebben
we de proefpersonen gevraagd welke taalvariëtei
ten ze het meest en het liefst gebruiken. Ze konden
kiezen uit vier mogelijkheden. We geven hieronder
de omschrijving die in de enquête gebruikt is.
1. Standaardnederlands: het Nederlands zoals dat
op school geleerd wordt en bijvoorbeeld in het
journaal op radio of tv gesproken wordt.
2. Streektaal: een ruimer bruikbare taalvorm tus
sen het Standaardnederlands en het dialect in,
met een herkenbaar Zeeuws accent of Zeeuwse
uitdrukkingen, zoals de 'h' i.p.v. de 'g', het niet
uitspreken van de 'h' aan het begin van een
woord, 'ee' aan het eind van een zin, het zeg
gen van 'laat maar doen' i.p.v. 'laat maar zitten'
enz. (deze variant wordt in de tekst regiolect
genoemd).
3. Dialect: de eigen plaatselijke taalvorm van uw
woonplaats.
4. Vreemde taal: bv. Frans, Duits, Turks, Arabisch,
etc.
Er kon maar één mogelijkheid aangekruist worden.
De percentages van de gekozen antwoorden staan
in figuur 4. De lichte staven geven het percentage
aan op de frequentievraag, de donkere staven op
de voorkeursvraag. De Zeeuwen geven aan het
meest dialect te spreken, maar standaardtaal en
regiolect volgen op de voet. Nauwelijks 1% van de
informanten geeft aan meestal een vreemde taal te
spreken. Iets meer dan de helft van de Zeeuwen
(52,4°/o) spreekt het liefst dialect. Er zijn hiervoor
geen verschillen tussen mannen en vrouwen. We
hebben wel vastgesteld dat Zeeuws-Vlamingen veel
minder voor het Standaardnederlands kiezen dan
de overige bewoners van Zeeland. Ouderen en
laagopgeleiden kiezen ook meer voor de dialecten.
Welke taalvariëteit in welke situatie?
Er werd in de enquête ook gevraagd welke taalva
riëteit men gebruikt in verschillende situaties.
Gebruikt men altijd het dialect, of zijn er domeinen
waar men overschakelt naar regiolect (een variëteit
die minder lokaal is) of Standaardnederlands (met
eventueel een heel licht regionaal accent). En zijn
er verschillen tussen de provincies? In tabel 2
wordt het gerapporteerde gebruik van de drie
variëteiten in 21 situaties samengevat, opgesplitst
per provincie. De situaties zijn gerangschikt in
aflopende orde van dialectgebruik (gemiddeld over
alle invullers). Over het algemeen wordt dialect
vooral gebruikt als we in gesprek zijn met andere
dialectsprekers van dezelfde regio; als de gespreks
partner een ander dialect spreekt of een andere
variëteit, wordt het dialect nauwelijks gebruikt.
Er zijn wel duidelijke verschillen per provincie.
In Limburg is het dialectgebruik zeer hoog in een
brede waaier van situaties (gemiddelde 58% over
de 21 situaties). Als Limburgers geen dialect spre
ken, dan kiezen ze vooral voor Standaardneder
lands (32%) en niet voor regiolect (slechts 10%).
In Zeeland is regiolect (29%) wel een alternatief
voor dialect (33%); Standaardnederlands is er de
meest gebruikte variëteit (38%). In Brabant heeft
het dialect de zwakste positie (23%), regiolect
Oe praet jie?
57