IM.I.MMd dan de rede van Walcheren, aan de oostkant van het eiland bij Arnemuiden. De vier Walcherse havensteden Middelburg, Arnemuiden (nog geen stad), Veere en Vlissingen profiteerden wel enigs zins van de immense vaart op Antwerpen, maar een vergelijkbare groei maakten ze in de verste verten niet door. Wel ontwikkelde zich een eigen economisch netwerk tussen verre streken en de Walcherse havens. De Opstand veroorzaakte een grote verandering in het handelsverkeer. Met name Middelburg groeide vanaf 1576 spectaculair met nieuwe bewoners die vanuit de Zuidelijke Neder landen kwamen. Victor Enthoven beziet over een korte periode, 1572-1609, hoe het gewest Zeeland de vaart op de Schelde reguleerde. Gedurende deze beslissende jaren van de Opstand stond het gewest voor een moeilijk dilemma: hoe profijt te trekken van de strategisch gunstige ligging van Zeeland in de vrij heidsstrijd van de opstandige gewesten, zonder dat de oude banden met het Vlaamse en Brabantse achterland teloor zouden gaan. Enthoven beschrijft eerst de militaire gebeurtenissen en schetst vervol gens de administratieve aanpak van de controle op de Schelde. Deze controle kreeg fysiek gestalte met de bouw van de forten Lillo en Liefkenshoek. In deze jaren van de Opstand speelden drie tegenstrij dige belangen voor de Republiek: er werd een oor log gevoerd die het noodzakelijk maakte om de handel op de vijand zoveel mogelijk te verhinde ren, ten tweede kon de Zeeuwse economie alleen overleven door zoveel mogelijk handel met het, nu vijandige, achterland, en ten derde moest er geld worden gevonden voor de financiering van de oor log. Deze Gordiaanse knoop werd doorgehakt door de invoering van de licenten: een heffing op de handel met de vijand. Al in 1572 werd die van kracht in het bevrijde deel van Zeeland. Enthoven beschrijft verder de boeiende verwikkelingen rond de licenten, de verschillende zienswijzen hierop van de Staten-Generaal, de Zeeuwse Staten en de Admiraliteit Zeeland, en het voor korte tijd verbie den van de licenten door Filips III begin 1599. Na 1600 herstelde het systeem zich weer. In de loop van de zeventiende eeuw boette echter de Zeeuwse economie aan belang in. Veel van de Antwerpse ondernemers die in of na 1585 naar Middelburg waren verhuisd, trokken verder noordwaarts naar Amsterdam. In Zeeland bleven, naast de landbouw, over: kaapvaart, slavenhandel en smokkel. In een aansprekend artikel gaat Katie Heyning in op de herkomst van de kunstobjecten die in Zeeuwse kerken, kastelen en woonhuizen aanwezig waren van de late middeleeuwen tot in de zeven tiende eeuw. Behalve een aantal nieuwe of bijna nieuwe details biedt het artikel een overzicht van de handelsstromen vanuit Brabant en Vlaanderen naar Zeeland in het begin van haar periode. Bij de rijke Zeeuwen thuis ademden de interieurs een wel varende, bourgondische sfeer. In Zeeland was in deze tijd nog nauwelijks sprake van kunstnijver heid en kunstenaars. De geringe afstand tot de grote kunstmarkten in steden als Brugge, Gent en vooral Antwerpen maakte dit ook niet echt nodig. De Reformatie zorgde voor een omkering van de stroom kunst. Veel overbodig geworden roomse kunst ging nu terug naar het gebied van herkomst. In Zeeland vestigden zich nu diverse kunstschil ders, goud- en zilversmeden en meer werkers in de kunstnijverheid. Daarnaast bleven de Zeeuwen de zuidelijke kunstmarkten en -handelaren bezoeken. De gegevens die de tolregisters van Lillo bieden zijn veelzeggend. In de loop van de zeventiende eeuw kwam er een nieuwe categorie kunstobjecten bij: de vanuit de oost en west aangevoerde exotica die vanuit Middelburg hun weg vonden naar noord en zuid. Het eenrichtingsverkeer van kunst van zuid naar noord uit de late middeleeuwen en de zestiende eeuw was omgebogen in een tweerich tingsverkeer in de zeventiende eeuw. Adriaan de Kraker schetst de rol van Noord- Nederlanders bij de bedijkingen en de inrichting van het Zeeuws-Vlaamse landschap tussen 1600 en 1800. In de eerste decennia van de Tachtigjarige Oorlog zetten de Noordelijken grote delen van het land onder water. Herdijken kon pas plaatsvinden als de oorlogssituatie dit toeliet. Het landschap was door de invloed van de zee inmiddels grondig gewijzigd. Met herdijkingen was veel geld gemoeid. De investeerders hoopten een veelvoud van hun Boekbesprekingen 69

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2008 | | pagina 35