gehad, heerste ontevredenheid. Met op de achter grond de Engelse koning beraamden zij een plan om de Hollandse graaf naar Engeland te ontvoeren. Tijdens een valkenjacht werd Floris gevangen genomen en naar het Muiderslot overgebracht. Toen de samenzweerders hem naar elders wilden overbrengen, dreigde de bevolking, bij wie de graaf een zekere populariteit genoot, in te grijpen. Floris werd vervolgens door een van de samenzweerders, Gerard van Velzen, gedood (bloedwraak?). Er ont stond een explosieve situatie in het graafschap. Hiermee begint het vierde hoofdstuk, dat ein digt met de dood van Jan I in 1299. Jan van Avesnes, neef van Floris, kwam naar Holland en kreeg steun van veel steden, waaronder Dordrecht. Gerard van Velzen, Gerard van Crayenhorst en een aantal andere samenzweerders werden gevangen genomen en naar Dordrecht overgebracht. Daar werden zij ter dood (door het rad) veroordeeld. Een commissie met vertegenwoordigers van de adel, waarvan een aantal sympatiseerde met de samen zweerders, en de steden haalden de zoon van Floris, Jan I, gehuwd met de Engelse konings dochter Elisabeth, uit Engeland op samen met enkele Engelse adviseurs. Jan I was een ziekelijke jongen. Daardoor kreeg de grafelijke raad, met daarin onder meer Jan van Renesse, het eigenlijk voor het zeggen. Op enigszins onverklaarbare wijze kreeg Wol- fert van Borsele, de stichter van Veere (1282) en de bouwer van kasteel Sandenburch, grote invloed op de jonge graaf. Zo werd Veere zo nu en dan een centrum van de macht. De waarschijnlijk zeer bekwame maar ook autoritaire Wolfert stelde orde op zaken in het graafschap. Hij schakelde Jan van Renesse uit, maar kwam vervolgens in conflict met het stadsbestuur van Dordrecht over een onderzoek dat hij op advies van zijn baljuw naar vermeende misdrijven in de stad wilde (laten) instellen ("een stille waerheyt van sware dingen"). Tezelfdertijd was waarschijnlijk ook sprake van een samenzwe ring van edelen tegen hem. Wolfert vluchtte met zijn vrouw, een voormalige maitresse van Floris V, naar Zeeland, maar werd op de Maas onderschept en vervolgens naar Delft overgebracht. Daar wer den zij op de eerste verdieping van een pand gevangen gezet. Wolfert werd uit het raam gegooid en vervolgens door het samengestroomde gepeupel doodgeslagen. Roth acht Wolfert van Borsele een kundig man, die zeker niet de bedoeling heeft gehad Jan I om het leven te brengen (dat gerucht ging). Het zou ook niet in zijn belang zijn geweest. De schrijver pleit ervoor de zegelstempels van Wolfert, die in 1870 uit de Maas zijn opgevist en die zich thans in het Rijksmuseum bevinden, een prominente plaats te geven in het voormalige Veerse stadhuis. Na de dood van Wolfert van Borsele werd Jan van Avesnes gevraagd als raadsman van Jan I op te treden. Na aanvankelijke mislukkingen onder wierp hij de West-Friezen definitief, maar gaf hen ook een landrecht (november 1299). Dordrecht ont ving het stapelrecht wegens bewezen diensten. Op 10 november 1299 overleed Jan 1 aan buikloop. Met zijn dood stierf het Hollandse huis uit en begint het vijfde hoofdstuk. Jan van Avesnes, graaf van Henegouwen, werd als Jan II ook graaf van Holland en Zeeland en heer van West-Friesland. Hij liet zich als eerste in de steden inhuldigen, waarbij hij hun privileges bevestigde (het belang van de steden in het graaf schap neemt toe). Jan van Renesse verzocht uit ballingschap te mogen terugkeren, maar Jan II weigerde het ver zoek in te willigen. Van Renesse keerde heimelijk toch terug en kreeg veel Zeeuwse edelen achter zich. Opnieuw ontstond een opstandige Zeeuwse adelsbeweging, waarbij de Zeeuwse steden Middel burg en Zierikzee de graaf trouw bleven. De opstandige Zeeuwse edelen gingen op zoek naar een nieuwe leenheer, waarbij zij onder meer dach ten aan de Duitse koning. Jan, zoon van graaf Jan II, en Witte van Haamstede, bastaardzoon van Floris V, slaagden erin de rust te herstellen. Veel opstandige edelen, onder wie Jan van Renesse, gin gen naar Vlaanderen in ballingschap. Vlaanderen was inmiddels Frans kroondomein geworden. De zoons van Gwijde van Dampierre, onder wie Gwijde van Namen, bereidden een opstand voor met behulp van de goed georgani-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2008 | | pagina 38