veld, dat voor veel Zeeuwen een begrip is. Opge richt in 1909 was Zonneveld bedoeld voor de opvang van kinderen bij wie een begin van tuber culose was vastgesteld of die hiervoor vatbaar waren. De oprichtster was Lize van den Broecke, kleindochter van de bekende arts Jacobus van den Broecke. Dat deze vrouw het vele geld dat ze erfde in een sociaal-medische inrichting als Zonneveld stak, was geen toeval. Lize behoorde tot een pro- gressief-liberale familie die van de traditionele lief dadigheid niets moest hebben, maar de armoede structureel wilde aanpakken. De oprichting van het hospitium in Domburg had, zo lezen we, heel wat voeten in de aarde. Een groot aantal mensen in de buurt was bang dat tuberculose een uiterst besmettelijke ziekte was en een gevaar vormde voor de plaatselijke bevolking. Onder de tegenstanders bevond zich de bekende arts J.G. Mezger, die Domburg tot een kuuroord voor de rijken had g'enraakt. Mezger dreigde zelfs zijn kapitale villa Irma die aan het hospitium grensde, te zullen verkopen en Domburg te verlaten "wanneer werkelijk lijders aan tuberculose werden opgenomen". De veldwachter kreeg van de Dom- burgse burgemeester opdracht om met een lijst door het dorp te gaan waarop hij handtekeningen moest verzamelen van mensen die tegen de stich ting van het hospitium waren. De 81 onderteke naars, de volledige middenstand van Domburg, verzocht Lize van de Broecke met klem van haar plan af te zien of de inrichting op een plaats "ver van de badplaats verwijderd" te situeren. Of Van den Broecke aangeslagen was door de kritiek weten we niet. Het hospitium kwam er, maar wel op een andere plaats dan zij oorspronke lijk in gedachten had: niet naast de villa van Mezger, maar in de buurt van kasteel Westhove. Mezger kon opgelucht ademhalen. Dat Zonneveld in een behoefte voorzag, bleek uit het aantal patiënten dat werd verpleegd. Zo werden reeds een jaar na de oprichting 35 kinderen opgenomen van wie het merendeel overigens van buiten Zeeland afkomstig was. Omdat Zonneveld toegankelijk moest zijn voor kinderen uit alle lagen van de bevolking, werd de verpleegprijs bewust laag gehouden. In de periode tussen 1910 en 1920 rekende men slechts één tot twee gulden per dag! Tot ver in de jaren vijftig van de vorige eeuw bleef Zonneveld haar oorspronkelijke functie trouw, dat wil zeggen een inrichting bestemd voor kinde ren met beginnende tuberculose en tuberculose in de gewrichten. Eveneens lange tijd bleef Zonneveld een particuliere instelling die in staat was zichzelf te bedruipen. Nalatenschappen, erfenissen, schen kingen en leningen vormden veruit de belangrijk ste inkomstenbron. Vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw zien we echter grote veranderingen. Zo maakten subsidies van de overheid een einde aan de finan ciële autonomie. De belangrijkste verandering was echter de functieverschuiving van de instelling. Als gevolg van het terugdringen van tuberculose werd Zonneveld in de loop der tijd steeds minder een kindersanatorium, maar meer en meer - vanaf 1967 tot aan de opheffing in 1994 zelfs uitsluitend - een revalidatiecentrum voor kinderen met een lichamelijke handicap, met daaraan verbonden een bijzondere school voor basisonderwijs. In 1974 kwam er zelfs een mavo-afdeling van de grond. Het is in een boekbespreking als deze niet op zijn plaats een uitgebreide samenvatting te schrij ven van de bewogen geschiedenis van Zonneveld. Zwemer is erin geslaagd de geschiedenis van de instelling in geuren en kleuren te beschrijven. Hij gaat uitgebreid in op de organisatorische geschiede nis van Zonneveld. Verder besteedt hij aandacht aan de vele verbouwingen van het tehuis die noodzake lijk waren als gevolg van de uitbreidingen en de veranderende functie van het gesticht. Ook de men sen - patiënten, leerlingen, verplegers en medici - passeren uitgebreid de revue. Waaruit bestond hun dagindeling? Wat stond er op het menu? Wat ver dienden de verplegers? Hoe was het gesteld met hun werkomstandigheden? In een negental aparte kader tjes worden de 'Kinderen van Zonneveld' zelf aan het woord gelaten. Voor de lezer die wil weten hoe zij hun tijd op Zonneveld hebben beleefd, zijn deze stukjes uitermate verhelderend. Het boek zal zeker die mensen aanspreken die Zonneveld van nabij hebben meegemaakt. Het 74 Boekbesprekingen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2008 | | pagina 40