Een sloot bij de Weel van Wolphaartsdijk met een sterrenkroosvegetatie waarin ook waterranonkel. Foto C.J.M. Musters. wachten, net als roofdieren zoals Hermelijn (RL: gevoelig), Wezel (RL: gevoelig) en Bunzing, die weer van die muizen leven (Broekhuizen et al, 1992; Zoogdiervereniging VZZ, 2007). En het zou me niets verbazen als de Ree en de Vos juist de slootkanten gebruiken om een grootschalig akker landschap als het Zeeuwse te doorkruisen. Natuurlijk leven er ook allerlei kleinere dieren in slootkanten, zoals insecten, spinnen en slakken, maar hier is weinig van bekend. De libellen vormen weer een uitzondering dankzij Libellen in Zeeland. Ik heb hierboven laten zien dat brakke sloten in tegenstelling tot zoete sloten relatief arm aan soor ten zijn. Dat kan worden verklaard doordat de lar ven van libellen vrijwel uitsluitend in zoet water leven. Maar de libellen die langs sloten worden gezien, hoeven natuurlijk niet geboren te zijn in de sloot waar ze langs vliegen en ze hoeven er ook niet hun eieren in te leggen. De libellen kunnen de slootkanten gebruiken als jachtgebied of om langs te trekken. Dat verklaart misschien waarom de 'eveness' van de libellenwaarneming'en zo hoog is (tabel 1): je ziet weinig libellen langs brakke sloten, maar de weinige die je tegenkomt kunnen soorten uit allerlei biotopen zijn die er toevallig langsko men. De kans is dan groot dat elke libel een andere soort blijkt te zijn, zodat de 'eveness' hoog is. De huidige waarden Geeft het bovenstaande genoeg redenen om over tuigend te concluderen dat sloten op dit moment al waardevolle elementen van het Zeeuwse landschap zijn? Niet helemaal, denk ik. Landschappelijk bena drukken ze in veel polders vooral de recente geschiedenis en de weidsheid, een weidsheid die vanuit de auto prachtig is, maar voor wandelaars en fietsers ook vaak onherbergzaam. De waterkwa liteit is nog niet op orde. De waarde van het water leven lijkt beperkt, maar er zijn nog steeds soorten te vinden die kenmerkend zijn voor brakke sloten. Voor Rugstreeppadden zijn onze sloten zonder meer belangrijk. De slootkanten kunnen belangrijk zijn voor sommige vogels en zoogdieren, waarvan er ten minste één is die we juist liever niet in ons landschap willen: de Muskusrat. Over het gebruik van slootkanten als trekroute is eigenlijk nog heel weinig bekend. Daarbij is het maar de vraag of de eventueel verdere verspreiding van de Vos via slootkanten wel gewenst is (Jacobusse, 2001). De toekomst Hoe zal het de Zeeuwse sloten vergaan in de toe komst? Zal de waarde ervan kunnen toenemen? Er Zeeuwse sloten 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2008 | | pagina 9