Zeeuwse slakken, een bijdrage van een regionale werkgroep aan een landelijk inventarisatieproject Harry Raad Eind 2002 is door amateurs, verenigd in de Slak- kenwerkgroep KNNV-afdeling 'Bevelanden', een begin gemaakt met de inventarisatie van slakken in de provincie Zeeland. De werkgroep ging er maandelijks op uit om de slakken van een haast willekeurig uitgekozen locatie te noteren ofte verzamelen. De enige voorwaarde was dat de plek ken verspreid over de hele provin lagen. In het navolgende worden de resultaten van dit werk geschetst. Daarbij wordt ingegaan op de soorten, de vindplaatsen en het belang van Zeeland voor slakken. Daarbij dient de lezer rekening te houden met beperkingen die dit vrijwilligerswerk kent. Of Zeeland een waar slakkenland is kan vanuit dit werk bevestigd noch ontkend worden, hoewel een vaag 'nee' zich misschien opdringt. Inleiding Landelijk is het Atlasproject Nederlandse Mollusken (ANM) gaande, waarbij vrijwilligers wordt gevraagd de slakken van hun regio te inventariseren. Die inventarisaties worden op kilometerhok-niveau, conform de indeling op de Topografische Kaart van Nederland, gedaan. De excursies van de Zeeuwse werkgroep beperkten zich tot nu toe vaak tot inte ressante locaties die niet noodzakelijk de hokgren- zen aanhielden. Het volledig uitkammen van een kilometerhok kwam niet voor. Bij overschrijding van het kilometerhok werden de waarnemingen per hok genoteerd. Er werden slakken op het oog gezocht in het veld. Op het land was dat een kwes tie van slakken 'rapen'. In sloot en plas werd naar slakken gevist, wat ook wel eens zoetwatermossels opleverde die ook tot de mollusken behoren. Voor het kleine materiaal werd strooisel en bagger ver zameld, dat met de microscoop werd onderzocht. Lopende dit project is de praktische kennis van het inventarisatiewerk en de herkenning van de soorten bij de leden toegenomen; niemand begon als slak- kenspecialist. De gevonden soorten die op naam gebracht konden worden, zijn als waarneming doorgegeven aan het Atlasproject. In het navol gende wordt een waarneming opgevat als de aan wezigheid van een soort op een locatie, ongeacht het aantal waargenomen individuen van die soort. Het ANM is in 2003 begonnen vrijwilligers te activeren voor het inventarisatiewerk. De situatie ligt nu zo dat men rond 2010 denkt uit te komen met een atlas in twee delen, voor landmollusken en zoetwatermollusken. (Gmelig Meyling, 2006) Resultaten De behandeling van de resultaten van de Zeeuwse werkgroep is gebaseerd op het werk in de periode december 2002 - juni 2008. Daarbij zijn 71 loca ties bezocht, verspreid over de gehele provincie, wat totaal 91 soorten mollusken opleverde. In de navolgende behandeling wordt om reden van de herkenbaarheid meestal over 'slakken' gesproken, omdat er slechts vijf soorten tweekleppigen zijn opgenomen in de lijst. Het benoemen van de slakkensoorten vereist enige toelichting. Uitgangspunt was de soorten lijst op het inventarisatieformulier van het ANM. Daarop staan de Nederlandse soorten aangegeven, met daarnaast een aantal soorten 'in brede zin' (s.l.). Bij het laatste gaat het om soortenparen die moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn en daarom maar als één soort opgevoerd worden. Onze opgaven aan het ANM betreffen in het geval van deze soortenparen steeds de s.l.-soorten, omdat Grote wegslak. 128 Zeeuwse slakken

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2008 | | pagina 10