17.4
/X, JjXX,
y xx.....
'V x" ,S ,V X-
X
/A.
X
t rf /Cr., t
X
XV Z>
a*Xc>Ue*~~*<x£
x
Brief gedateerd 12 april 1907 waarin F.P. Polderdijk zijn dank
betuigt bij de benoeming als lid van het Zeeuws Genootschap.
(Zeeuws Archief, Archief Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen, inv.nr. 22)
Door het bijwonen van de lezingen werden
Ferdinands contacten nog aanzienlijk uitgebreid.
Zo maakte hij in januari 1925 kennis met Johannes
de Hullu, die een inleiding hield over reizen van de
VOC naar de Oost. Het jaar daarvoor was De Hullu
wegens bezuinigingen ontslagen als archivaris van
het Algemeen Rijksarchief en had zich vervolgens
teruggetrokken in zijn geboortedorp Cadzand. Hij
vroeg Polderdijk of hij mogelijk nog een exemplaar
van zijn boek voor hem had. Een maand later ging
het op de post. Ferdinand schreef dat hij geen boek
met kaart meer te pakken had kunnen krijgen en
zonder deze overzichtskaart was de tekst niet goed
te begrijpen, meende hij. Daarom stuurde hij zijn
'met wit doorschoten' auteursexemplaar, al vond
hij dit niet zo plezierig om te lezen, l iet aardige is
dat dit boek nu deel uitmaakt van de collectie-De
Hullu die zich in het Zeeuws Archief bevindt. Van
de zeven exemplaren die de Zeeuwse Bibliotheek
bezit, zijn slechts twee voorzien van de kaart,
omdat deze dikwijls verwijderd werd om als wand
kaart dienst te doen. In de jaren daarna correspon
deerden beiden geregeld, vooral over onderwerpen
die betrekking hadden op folkloristische gebruiken.
De toon werd al snel amicaal. Was de aanhef van
zijn eerste brief nog "De Weled. Heer Dr. De Hullu",
de laatste brief die bewaard is gebleven, vangt aan
met 'Geachte Vriend De Hullu'.
Schenkingen
Leden schonken het Genootschap de meest uit
eenlopende voorwerpen waardoor de verzameling,
opgeslagen en tentoongesteld in het gebouw aan
de Wagenaarstraat, zich gestaag uitbreidde. Door
de jaren heen kreeg het bestuur ook vanuit Nieuw-
landsrust diverse kaarten, tekeningen en foto's ten
geschenke. In 1932 doneerde Ferdinand Polderdijk
in één keer 38 kaarten van Tholen en Zeeuws-
Vlaanderen.
Na het samenstellen van de overzichtskaart
bij het boek ontwikkelde hij zich steeds verder tot
cartograaf, al zou hij zichzelf deze titel niet heb
ben toegeëigend. Hij tekende niet alleen kadastrale
kaarten, maar kopieerde oude kaarten, stelde kaar
ten samen aan de hand van historische gegevens
en verzamelde cartografisch materiaal.
In eerste instantie bestemde hij zijn gift voor
het Rijksarchief; in een later stadium kwam hij
daar op terug, omdat hij vond dat ze meer thuis
hoorde in de Zelandia lllustrata. In 1863 had het
Genootschap deze grote verzameling kaarten, teke
ningen en prenten gekocht van de erven De Witte
van Citters. Door aankopen en schenkingen werd
de collectie geregeld uitgebreid.
Polderdijk was van mening dat het algemeen
belang beter gediend werd wanneer ook collega
onderzoekers en belangstellenden zijn kaarten kon
den inzien en gebruiken.
Het aanwijzen van een andere eigenaar zorgde
begrijpelijkerwijze voor nogal wat wrijvingen
tussen archief en Genootschap. De rol die mr.
Meerkamp van Emden, zowel rijksarchivaris als
secretaris van het Genootschap, daarbij speelde, is
niet duidelijk.
Op 17 mei 1940 voltrok zich het noodlot over
deze schenking: tijdens de catastrofe die Middel
burg trof werd dit deel van Ferdinands levenswerk
F.P. Polderdijk
145