ringen in Breda. Waarom bijvoorbeeld nemen verschillende disciplines verschillende standpunten in over vernieuwingsprocessen? Kunnen die stand punten niet positief gekoppeld worden? H. van den Heuvel bespreekt een aantal recent gebouwde glazen overkappingen. Het lijkt dat men bewuster omgaat met de voormalige buitenruimten. De historische waarde, de aard van het bestaande gebouw en de gekozen afwerking van het glazen dak spelen alle een belangrijke rol. Daarna gaat M.S. Verweij dieper in op zo'n overkapping, name lijk die van de binnenplaats van het Provinciehuis te Groningen. Funde und Ausgrabungen im Bezirk Trier (2007), een jaarboek vol archeologische artikelen over vondsten en onderzoekingen in en rondom Trier. G. Breitner bespreekt naar aanleiding van een opgraving in 2006 de ontwikkeling van een Romeins stadsdeel in Trier, gesticht in de eerste eeuw na Christus, en verloren gegaan in de vijfde eeuw. A. Haffner schrijft in 'Menhir, Grabstele oder Grenzstein?' over een menhir in de omgeving van Bescheid. Het blijkt moeilijk vast te stellen of een menhir als grenssteen is opgericht, of dat een grens vastgesteld werd aan de hand van een reeds eerder geplaatste steen. H. Merten beschrijft een Romeinse bronzen medaille, waarop verschillende personen en voor werpen afgebeeld zijn. Het gaat om een dame die gekapt wordt met hulp van andere vrouwen. De voorstelling geeft een beeld van rijkdom en biedt de gelegenheid het bezit van mooie voorwerpen te tonen voor verzorging van kapsel en lichaam. Der gelijke voorstellingen waren in de eerste helft van de derde eeuw zeer geliefd op grafmonumenten in Trier. De beeltenis met de meeste overeenkomsten met genoemde medaille vinden we op een gedenk steen in Neumag'en. De geschiedenis van de numismatiek in Trier in de twaalfde eeuw wordt geschetst door K. Petry. Eveneens afkomstig" uit Trier is het lijvige boek Gesamtregister. Die Trierer arehaologisehe-kunst- historischen Zeitschriften 1852-2002, samenge steld door J. Merten. De inhoud is naar de volgende vakgebieden ingedeeld: Steentijd, Bronstijd, Ijzer tijd, archeologie, numismatiek en natuurweten schappen. Het Jaarboek Koninklijk Museum voor Schone Kunsten uit Antwerpen geeft artikelen over negen tiende eeuwse Belgische kunst uit het museum en over iconografie. Een voorbeeld van de eerste groep is het stuk van J.D. Baetens, 'Artful Busi ness: Henri De Braekeleer (1840-1888) and Gustave Coüteaux (1815-1873)'. De auteur beschrijft de onderhuidse spanningen tussen een kunstenaar - de beroemde De Braekeleer, van wie het Koninklijk Museum representatief werk bezit - en de kunst verzamelaar en handelaar Coüteaux. Een voorbeeld van de tweede groep komt van 1. Vandamme: 'Dark ladies from Below. Paradoxical perceptions in Black Madonna cults and miracles: the case of Our Lady of Halle'. De Lady van Halle is een van de fascinerendste pelgrimsiconen van Bel gië. Waarom is ze zwart? Zwarte madonna's wer den vereerd vanaf de vroege middeleeuwen tot in de negentiende eeuw. In de loop van de geschiede nis deden verschillende theorieën de ronde om het zwart-zijn te verklaren. Over de zwarte madonna van Halle zijn maar liefst 144 wonderverhalen bekend; zij lijkt te kunnen beslissen over leven en dood. Vaak zijn schilderstukken vervaardigd ter demonstratie van de vertoonde wonderen. Medical History, a European Journal for the His tory of Medicine and Health (2008, 4) is gewijd aan het tijdperk van biomedische ontwikkelingen in Engeland en Frankrijk na de Tweede Wereldoor log: natuurwetenschap, geneeskunde en openbare gezondheidsdiensten. J. Stewart schreef 'The Political Economy of the British national Health Service, 1945-1975', L. Ber- livet 'Between Expertise and Biomedicine: Public Health Research in France after the Second World War' en H. Valier 'Clinical Trials and the Reorgani zation of Medical Research in post-second World War Britain'. 154 Aanwinsten

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2008 | | pagina 36