Boekbespreking
IpIilJUXI
Jack de Mooij, Jona Willem te Water (1740-1822).
Historicus en theoloog tussen traditie en Verlichting.
diss. Leiden 2008. 352 blz. [uitgave in eigen beheer;
25, te bestellen bij de auteur: dr. J.D. de Mooij,
Sumatrastraat 98A, 231 5 BK Leiden, tel. 071 -
5233347, jackdemooij@xs4all.nl].
Het proefschrift waarop Jack de Mooij op 7 mei
2008 te Leiden promoveerde, doet Jona Willem te
Water (1740-1822) alle recht. De studie is opgezet
als een biografie, dat wil zeggen dat de hoofdper
soon in het begin van het boek in het ouderlijk
g'ezin geboren wordt en dat hij aan het eind het
tijdelijke met het eeuwige verwisselt. Dat is een
weinig verrassende opzet, maar wel een die schrij
ver en lezer een degelijke structuur biedt. Ook kan
zo de hoofdfiguur, de theoloog Te Water, geleide
lijk de balans van zijn leven opmaken, zichzelve
troostend met de zekerheid van het hiernamaals.
Binnen die chronologische structuur van het boek
worden enkele thematische hoofdstukken ingelast.
De verhouding tussen verlichtingsaspecten, gere
formeerde kerkleer en het beschrijven der vader
landse geschiedenis is los van het persoonlijke en
het genootschappelijke de wetenschappelijke kern
van het boek.
Het is goed dat deze studie er is, want Te Water
was een belangrijk man, ook voor Zeeland. Sommi
gen zullen hem kennen als de Vlissingse predikant
die in de rijmelarijen van de jonge bakkersknecht
Jacobus Bellamy een talent ontdekte, een talent dat
dankzij Te Waters relaties met de Zeeuwse elite in
Utrecht tot predikant mocht studeren. Deze disser
tatie brengt in kaart hoe interessant Te Water was,
los van dit Bellamy-aspect.
Geboren op 28 oktober 1740 als zoon van
Willem te Water (1689-1754), de predikant van
Zaamslag, brengt Jona de eerste helft van zijn
leven grotendeels in Zeeland door. Kort na zijn
geboorte verhuist hij naar Axel. Als de tijd geko
men is, wordt hij op de Latijnse school in Vlissin-
g'en geplaatst. Dankzij rijke Zeeuwen, die zijn vader
goed gezind zijn, gaat hij in Utrecht theologie stu
deren, het was de weg die zovelen die hoger reik
ten dan de middelmaat maar onbemiddeld waren,
moesten gaan. Na zijn studie wordt hij, opnieuw
dankzij goede relaties, predikant in Haamstede.
Daar wordt hij door zijn vader bevestigd op 25
oktober 1761. Ook zijn oudste broer, Jan, die
inmiddels de gemeente van Vrouwenpolder op het
juiste pad bijstond, was bij de handoplegging aan
wezig. Er zal overigens nog een broer de weg der
deugd vanaf de kansel openbaren.
Op de carrière van ds. Jona Willem te Water in
Zeeland rustte zegen: al na twee jaar volgde een
beroep naar Veere, waarna Vlissing'en - een van
de belangrijke herderlijke posities in dit gewest
- hem riep. De delen over Veere en Vlissing'en
zijn in deze biografische studie buitengewoon
informatief. In Veere zijn grote problemen tus
sen kerkenraad en stadsbestuur, met name met
betrekking tot de toepassing van de censuur. In dit
geval weigeren enige vooraanstaande figuren hun
zonden te belijden, zonden die te maken hebben
met 'ontijdige bijslaap' en 'het vleselijk converse
ren' buiten het huwelijk (blz. 43). Het zijn handige
termen die helaas weinig meer gebruikt worden. In
deze kwesties leren we ook een andere, boeiende
Veerse predikant ds. Josua van Iperen beter ken
nen, een man die verstandige ideeën had over de
samenstelling van een compleet woordenboek van
de Nederlandse woordenschat. De lezer die weinig
weet van de vervanging van de psalmberijming
van Datheen door de moderne verlichtingsversie en
daarbij ook nog geïnteresseerd is in de praktijk van
de gemeentezang, komt ondertussen ook aardig
aan zijn trekken.
In Vlissingen huwt dominee met een Zeeuwse
schone, een goede partij, zij het dat Paulina Cor
nelia Mounier dovig is. Het zal hun samenleven
tekenen en, zonder kinderzegen, zullen de heer en
mevrouw Te Water oud worden en nauwelijks meer
verbaal kunnen communiceren. Het leven in Vlis
singen was echter, kerkelijk gesproken, niet alleen
feest. Zo moest de kerkenraad zich buigen over een
stroom van doopverzoeken voor 'onechte kinde
ren'. In hun wijsheid en hoogstwaarschijnlijk niet
zonder inblazingen van de Heilige Geest, wordt
besloten dat dit kroost alleen op dinsdagmorgen
het sacrament van de doop wordt toegediend.
Boekbespreking
157