Sloten en hoeken met een getailleerde vorm, ca. 1750, toegeschre
ven aan Gilles Meesen, Middelburg.
de vervaardiging van klein zilver. Van de acht
tiende eeuw zijn onder meer boeksloten bekend,
vervaardigd door de edelsmid Toussaint Brunei,
die van 1758 tot 1771 in Middelburg werkte. Ook
Jacobus Clement, die vanaf 1761 in Middelburg
gevestigd was, heeft fraaie bijbelsloten en hoek
stukken gemaakt, evenals Martinus van de Pol
(werkte van 1771 tot 1807) en Gerrit van Goethem
(van 1775 tot 1811). In Goes was tezelfdertijd Mar
cus Bodding'ius actief als zilversmid (van 1795 tot
1811). Het maken van boeksloten werd in Middel
burg in de negentiende eeuw voortgezet door onder
anderen de gebroeders Gerrit en Dirk de Lange
Wendels (werkten van 1849 tot 1857) en in Goes
door Johannes Gijsbert Roelofse (van 1838 tot
1858). Deze namen vormen slechts een greep uit de
vele vermeldingen van Zeeuwse smeedkunstenaars
die in de loop der eeuwen voortreffelijke boekslo
ten en beslag van zilver hebben gemaakt.
Er traden wel verschillen op in de decors van
zilverwerk. Brunei maakte bijvoorbeeld zilveren
sluitingen met het Zeeuwse wapen, bestemd voor
koopmansboekjes. Clement leverde geciseleerd bij
belzilver met veelal vegetale motieven. De sloten
die Van de Pol maakte, waren populair vanwege
de getailleerde vorm. Van Goethem graveerde bij
voorkeur een soort 'tudorroos' in boeksloten, Bod-
dingius was kennelijk nogal gecharmeerd van ster
vormige bloemen, Roelofse van schelpen, terwijl
de gebroeders De Lange Wendels bekend waren om
hun bijbelse afbeeldingen. Toen eenmaal gegoten
boekzilver kon worden vervaardigd met behulp
van uniforme mallen (die in bijna alle regio's door
zilverwerkers werden aangeschaft), was uit het
meesterteken, jaarletter en waarborgstempel te
concluderen door wie, wanneer en waar de sloten
en het beslag waren gemaakt.
Een proeve van Zeeuws boekzilver
Een mooi voorbeeld van een kerkboekje met zil
veren sloten en beslag dateert van 1762 en bestaat
uit een Nederlandse bijbel volgens de Statenver
taling, waarvan de aanvankelijke uitgave was
verschenen in 1637. Nadat deze eerste officiële
Statenbijbel door Paulus Aertsz. van Ravensteyn
te Leiden werd gedrukt, volgden weldra meerdere
bijbeledities, onder andere bij J. Brandt en Zoon te
Amsterdam en Joh. Enschede en Zonen te Haarlem,
die later de bekende Bijbel-Compagnie vormden.
Ook in Zeeland werden bijbelse uitgaven gedrukt,
bijvoorbeeld bij Van der Peijl te Kruiningen (die
lange tijd het alleenrecht had op het drukken van
de Psalmen van Datheen). Het hier besproken kerk
boekje is een uitgave van Ph. Losel, H. Brandt, D.
Onder de Linden, 0. van Grafhorst, G. de Groot
en P. Schouten, Boekverkopers in Compagnie te
Amsterdam en voor echt ondertekend door Do. Joh.
Plantinius. Het titelblad toont een fraai stadsge
zicht op Amsterdam.
De boekband is vervaardigd van een waar
devolle leersoort, met kaders in blindstempeling
en met een achttal ribben op de mg. Het leer is
getrokken over houten platten en heeft een 'door
leefde' glans, waardoor een fraaie ouderdomstint
is verkregen. De front- en rughoeken zijn voorzien
van beschermend zilverwerk in een luxueuze uit
voering.
De forse sloten en hoekstukken stralen een
zekere welstand uit. Ze zijn eind achttiende of
begin negentiende eeuw gemaakt door Marcus
Boddingius, zilversmid te Goes. Zijn meesterteken
is duidelijk afgeslagen aan de binnenkant van de
onderdelen. Zowel de sloten als de hoekstukken
zijn prachtig vormgegeven en rijk versierd met
geciseleerde florale motieven. Aan de binnenkant
van het bovenslot zijn, vermoedelijk voor de toen
malige eigenares, de initialen J.A.K.B. gegraveerd.
126
Zondags zilver