r-'" MI van de zeventiende eeuw is in 1983 een belang wekkende studie verschenen die nogal wat reacties heeft opgeroepen. Svetlana Alpers, emeritus hoog leraar kunstgeschiedenis van Berkeley University en gespecialiseerd in zeventiende-eeuwse kunst, heeft in 1983 in haar boek The art of describing tot dan toe ongewone inzichten verschaft in de Neder landse kunst van de zeventiende eeuw. Enkele sleutelbegrippen die ze daarbij hanteert zijn the mapping impulse and mapping as basic mode of Dutch picturing. Niet alleen gaan we met professor Alpers de schilderijen en prenten van de zeven tiende eeuw anders bekijken, ook krijgt de Neder landse cartografie vanuit die visie als uiting van cultuur een veel diepere en bredere betekenis. Waar Alpers de vinger op legt, is dat kaarten iets laten zien wat anders niet wordt gekend. Zij haalt daar voor oude cartografen als Apianus, Ortelius, Hon- dius en Blaeu aan, die de geografie al 'het oog der geschiedenis' noemden. Om het met het motto te zeggen dat Joan Blaeu zijn Atlas Maior meegaf: "Want men niets groots nochte kleens en kan uytrechten sonder plaets." In dit verband zoek ik de verklaring waarom men als basis voor de verbeel ding van de geschiedenis zo vaak een cartografi sche voorstelling gebruikte. Het is alsof men voor de meest feitelijke uitbeelding van het verleden in veel gevallen de kaart als ondergrond prefereerde, geschiedenis op kaarten. Niets groots kan men immers uitrichten zonder plaats! Recent is de vaderlandse verbeelding van de geschiedenis een nieuw tijdperk ingegaan met de vensters van de Historische Canon. Niet voor de feitelijke uitbeelding maar voor de 'historische beleving' heeft men de canon vergezeld laten gaan van een wandkaart met 'iconische' afbeeldingen in vijftig vensters. Zij geven het zicht op evenzovele 'goudgerande' onderwerpen uit de Nederlandse cul tuurgeschiedenis. Want "aensien doet ghedencken" en daarmee wordt in de toelichting op de Canon het spreekwoord aangehaald dat Jan Matthijssen, stadsklerk van Brielle, eeuwen geleden bezigde toen hij voorstelde de raadszaal met spreuken en portretten te beschilderen. En met de prent als blik vanger betreden we duidelijk een nieuw hoofdstuk in de vaderlandse geschieduitbeelding'. Nieuwskaarten van het beleg van Sluis (1604) Bij de inwoners van de nog jonge Republiek van de Zeven Provinciën bestond veel belangstelling voor alles wat nieuws en informatie over het strijdtoneel bracht. Hun lijf, goed en vrijheid van geloof en denken waren er immers jaren achtereen mee gemoeid. De uitgave van pamfletten om te lezen en van nieuwskaarten en historieprenten om te bekij ken was dan ook een lucratieve bezigheid. Vooral de grote wapenfeiten van prins Maurits uit de jaren 1590 tot 1604 vormden gewilde thema's. In de col lectie historieprenten van de Zelandia lllustrata treffen we enkele waardevolle reeksen uit de late zestiende en de zeventiende eeuw aan, die krijgs verrichtingen in Zeeland en Staats-Viaanderen ver beelden. Met Frederik Muller richten we de aan dacht daarbij bij voorkeur op de contemporaine prenten en, geïnspireerd door Alpers, tevens op de dankzij de cartografische ondergrond meest feite lijke uitbeelding van het verleden, de nieuwskaart of historiekaart. Wat opeenvolgende historieprenten van dezelfde gebeurtenis aan informatie te bieden heb ben, laten de prenten van de Vlaamse veldtocht van prins Maurits en de verovering van Sluis in 1604 goed zien. Dit wapenfeit bracht een cesuur aan in de geschiedenis van dit stukje Vlaanderen, omdat het sindsdien tot de Noordelijke Nederlan den werd gerekend. De resultaten van het icono grafisch onderzoek van deze reeks zijn terug te vinden in de catalogus van de tentoonstelling 'Oostende verloren, Sluis gewonnen, 1604', die ter gelegenheid van de 400-jarige herdenking in 2004 in de Leidse universiteitsbibliotheek werd gehou den. Van de achttien daarin beschreven nieuws kaarten treffen we er slechts zes aan in de Zelandia lllustrata. Dit wat teleurstellend resultaat wordt echter ruimschoots goedgemaakt door de recente ontdekking van een wellicht unieke nieuwskaart, de zevende in de reeks in de ZE Van de overige zes laten de volgende drie prenten verschillende stadia van deze militaire operatie zien. De eerste toont de landing van de Staatse vloot op het eiland Cadzand, waarmee deze militaire expeditie begon. Ze is gegraveerd door Pieter van den Keere en opgenomen in een ooggetuigenver slag van het beleg van het Staatse Oostende door de aartshertogen Isabella en Albrecht, dat in 1604 het vierdejaar was ingegaan. De volgende kaart, waarvan we de graveur niet kennen, is de op één na vroegste in de reeks en toont het begin van de omsingeling van Sluis door het leger van Maurits. Opmerkelijk is het ontwerp van de drijvende over dekte stormbrug waarmee Maurits vanaf de over- Zl digitaal 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2009 | | pagina 23