Kaart van Sluis, Cadzand en omliggende polders tijdens beleg en verovering van Sluis door prins Maurits, 25/04/1604 - 19/08/1604
Graveur Floris Balthasarsz. van Berckenrode. (ZA, Zei. 111., Ill nr. 117)
gedediceert", deze vergoeding verleend werd voor
de hierboven vermelde prent van de Vlaamse veld
tocht die hij al een jaar eerder had gepresenteerd.
En ten laatste kwam ik in de Atlas van Stolk een
kaartje van de door de Staten in 1605 aangelegde
nieuwe vestingwerken van Sluis tegen, dat alleen
als bijkaartje bij een groter exemplaar een functie
kon hebben.
Terwijl de vage omschrijving van nr. 117 in
Lingers catalogus van Zelandia Illustrata, deel 111
mij bij het onderzoek in 2004 niet op het spoor van
deze ontbrekende schakel had gezet, gebeurde dat
kortgeleden wel. Na de foto op het catalogusfiche
nauwkeurig te hebben bekeken, sloot de cirkel zich.
Dat was des te sterker het geval toen ik daarna het
origineel onder ogen kreeg: dit moest het voorbeeld
zijn dat Orlers en in navolging van hem Blaeu had
gebruikt.
Laten we de vondst eens nader bekijken. De
titel begint met het hoofdthema "Obsidionem hanc
nobilissimam oppidi Slusae...", de belegering van
Sluis, en geeft daarna een kort overzicht van wat
er verder op de kaart te zien zou moeten zijn:
IJzendijke, zoals het is en was (quod est et quod
fuit), de forten bij Oostburg en bij Slepeldamme,
vier schansen op het eiland Cadzand en het nieuw
aangelegde havenfort van Sluis met de vaart naar
Nieuwerhaven en dat alles in de juiste verhouding
in kaart gebracht, zoals wordt gesteld. De teksl die
met de opdracht aan de Staten-Generaal en de Sta
ten van Holland afsluit, is aldus ondertekend: "Flo-
rentius Balthazarius Delphensis". Omdat de kaart
met het formaat 45 x 60 cm veel minder laat zien
dan de titel doet vermoeden (Oostburg en de vaart
van Nieuwerhaven staan er niet op) en omdat in de
nummering op de kaart die naar een legenda ver
wijzen de nummers 1 tot en met 26 niet voorko
men, moet de conclusie wel zijn dat van de oor-
Zl digitaal
25