■Ml Naar Nederland In Nederland vroeg Victor Josson in 1851 octrooi aan voor dezelfde dakpan.' Koning Willem III ver leende hem dit, ook voor vijftien jaar. Fabrikant W. de Leth uit Den Haag bood Josson de gelegenheid om ze te bakken op zijn pannenbakkerij Weltevre den te Koudekerk aan den Rijn. Lang duurde hun samenwerking niet. Op 3 augustus 1852 vroeg Jos son vergunning tot het oprichten van een zelfde bedrijf aan de Hoge Morschdijk te Oegstgeest. Aan vankelijk werden deze pannen Josson- of Jossen- De vorm van de dakpan werd gemaakt met een handpers. pannen genoemd, maar op den duur werd de offi ciële naam Oegstgeester dakpan. Zowel de fabricage als de verkoop liep voorspoedig: de fabriek nam (volgens de gemeenteverslagen) "in omvang toe". In 1858 werkten er 23 mannen 35 weken en veer tienjongens onder de achttien 25 weken. Josson vertrok weer naar Antwerpen, maar medefirmant Arie van Ingen is dan de "directeur ener pannenfa- briek". Josson en Van Ingen verkochten de dak- pannenfabriek De Nijverheid in 1871 aan Willem Cornelis de Wetstein Pfister, die een stoommachine liet installeren. De fabriek wisselde daarna nog enkele keren van eigenaar: in 1876 kocht A.D. Angremond de fabriek, daarna J.A. Willink Ketjen en in 1887 A. Brunting. In 1907 viel het doek voor de fabriek. Tot 1920 produceerde de Pannenfabriek firma Gebroeders C.M. H.G. van Sillevoldt de Oegstgeester dakpan. In Alphen aan den Rijn wer den bij N.V. A. Oosthoek Et zoon's Industrie- en Handelsmaatschappij tussen 1921 en 1940 nog Oegstgeester dakpannen gebakken. Toen de oorlog uitbrak stopte men ook hier. Naam en uiterlijk Vraag een willekeurige aannemer hoe deze dak pan heet en er volgen diverse namen: hartjespan, beverstaartpan, leliepan en ganzepoot bijvoorbeeld. De officiële naam blijkt niet erg bekend te zijn. De Oegstgeester dakpan heeft een platte vorm en een donkergrijze tot zwarte kleur. Er schijnen ook bruin geglazuurde en rode exemplaren te bestaan, maar deze zijn uiterst zeldzaam. Grijs - ook wel blauw genoemd - komt het meest voor. Het ver schil tussen rood en grijs ontstaat tijdens het pro ductieproces. Van nature kleuren alle dakpannen tijdens het bakken rood. Door tijdens het bakken de rook in de oven te houden wordt het ijzeroxide uit de klei gehaald en ontstaat een grijsblauwe kleur. Dit kost meer tijd en brandstof en daarom waren grijze dakpannen altijd duurder dan rode. Bovendien refereerde een grijs dak aan een leiste nen dak, wat alleen welg'estelden en de overheid zich konden veroorloven. Eeuwenlang zijn grijze dakpannen dan ook een statussymbool geweest. Dat is de reden dat menig oud pand aan de voor kant is gedekt met grijze pannen, terwijl de andere zijden rode pannen hebben. De Oegstgeester pan was nog duurder dan alle andere grijze. In 1917 werd als prijs vermeld in De technische vraagbaak van J.E. de Meyer 40 gulden voor duizend stuks. Er gingen 22 stuks in een vierkante meter. Gewone dakpannen kostten 24 gulden per duizend en daar van gingen er vijftien in een vierkante meter. Als hulpstukken waren halve linkse en rechtse pannen leverbaar en halve boven- en onderpannen. Net als bij de Belgische pan, is de Oegstgeester dakpan voorzien van dubbele boorden met een groef ertus sen en aan de voorkant een geperst motief in de vorm van een palmtak. Ook waren diverse soorten nok-, vorst- en hoekafwerkingen verkrijgbaar. Voor de nok werden versieringen gemaakt in de vorm van een bloem of blad, de zogenoemde fleu- Dakpannen 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2009 | | pagina 31